Oost = West

Ik kwam naïef aan in het Midden-Oosten, een paar jaar later zou ik elke keer dat ik mijn mond over de regio opendeed, me een oudeman voelen, een grijsaard die een afgespeelde plaat voor de honderdste keer afdraait.
Oost = West

Abdelkader Benali weet hoe hij zij lezers kan boeien en ook dit werk is hier weer een schitterend voorbeeld van.

 

Ik kwam naïef aan in het Midden-Oosten, een paar jaar later zou ik elke keer dat ik mijn mond over de regio opendeed, me een oude man voelen, een grijsaard die een afgespeelde plaat voor de honderdste keer afdraait.

In deze literaire non-fictie over de raakpunten maar ook verschillen  tussen Oost en West gaat de auteur zelf een perfecte mix van deze twee culturen (Marokko en Nederland) bij zich zelf op consult. Reeds in zijn prille jeugd wordt hij terwijl hij in Nederland op een tram staat te wachten aangesproken door een donkere man die hem toevertrouwt dat we aan het Oosten alles  te danken  hebben, van wetenschap, dromen van venusheuvels, Omar Khayyám en raaskallende profeten.  En dat op een dag zal Oost West zijn en West Oost. Of we willen of niet.

Dan neemt hij ons mee op zijn reizen doorheen de Arabische wereld.  Hij begint in Istanbul dat weliswaar niet Arabisch is maar wel de ideale poort is van West naar Oost. Istanbul, is  voor hem de stad van etniciteiten, een  stad  die hij als zovelen ook een beetje gaat bekijken met de blik van Orhan Pamuk! In het midden-Oosten, Beirut bijvoorbeeld heeft hij tijdens diverse bezoeken gesprekken met kunstenaars en begint hij ook bepaalde strekkingen ook beter te begrijpen.

Hij onderschrijft dan ook de uitspraak dat wanneer je  een Libanees aan stoot en er politiek uit  rolt. Elke beslissing die er wordt genomen, is bedoeld om een echte beslissing uit te stellen. De partijen verkeren in een byzantijnse verstrengeling met elkaar en de uitgesproken intenties hebben een uiterste houdbaarheid van een dag. Er hing in 2005  al verandering in de lucht: een transitie van de oude machtsvormen (gebaseerd op een eeuwenoude feodale clanstructuur, die het land dan wel geen eenheid maar wel vorm gaf ) naar een nieuwe fase, waarvan niemand wist hoe die eruit zal zien omdat die voor het grootste gedeelte ergens anders werd georkestreerd, namelijk in Damascus, Bagdad, Teheran en Washington.

Tijdens gesprekken wordt ook geopperd dat De Libanees  niet bestaat. De Libanees is een uitvinding van de Fransen, die het land uit de Ottomaanse erfenis sneden en er een politiek stelsel voor verzonnen waarbij elke sekte een inbreng kreeg. Een maroniet als president, een soenniet die de rol van premier vervult, en een sjiiet als voorzitter van het parlement. De republikeinse droom toegepast op een tribale samenleving. De verhouding is gebaseerd op de verhouding van de geloofsgroepen in Libanon ten tijde van het mandaat. Die verhouding is al jaren veranderd, maar om het machtsevenwicht niet te verstoren worden er geen statistieken bijgehouden. Statistisch gezien zouden de moslims er nu de baas moeten zijn.

Niets wees erop toen hij op 7 juni 2006 in Beiroet aankwam dat er een oorlog op de loer lag die de infrastructuur van Libanon zou platleggen, waarin een miljoen mensen huis en haard moesten verlaten, en er meer dan duizend doden zouden vallen en duizenden gewonden. Zijn doel was in een Arabisch land leven en Arabisch leren en daar een boek over schrijven als het moment daar was. Meer wilde hij niet. Onbekenden werden gesprekspartners, werden vrienden en gingen daarna weer op in de anonimiteit. Het was niet onprettig om zo een zomer lang te leven. Wat de mensen bezighield was het wk voetbal en de grootschalige operaties van Israël in de Gazastrook.

Een Palestijnse familie was op het strand weggeschoten door Israëlische helikopters, schreven de kranten. Op 12 juli werd alles anders. Twee Israëlische soldaten werden in het grensgebied tussen Israël en Libanon ontvoerd en bij de uitvoering daarvan sneuvelden acht soldaten. Hezbollah claimde de daad en haar leider, Hassan Nasrallah, gaf een persconferentie waarin hij tekst en uitleg gaf. Tussen de bekendmaking van de ontvoering en de opeising werd de zomer van haardun glas en brak. Israël hield de Libanese regering verantwoordelijk en bracht naar buiten dat het  hard terug ging slaan. Heel Libanon zou gestraft gaan worden.

Abdelkader besefte niet wat dat zou gaan betekenen. Straf was voor hem in een hoek gaan staan met een papieren puntmuts op het hoofd met daarop geschreven: ezel. Niemand besefte het. De stemming werd onrustig  Mensen pakten in en vluchtten, schepen kwamen aan om mensen op te halen, maar Abdelkader besloot te blijven. In een mum van tijd zat hij als beschermde Nederlander die oorlog alleen van tv kent in een oorlog die ook nog de zijne niet was. Wanneer een vriendin vraagt waarom hij niet vertrekt heeft hij geen antwoord. Hij wil er tot september blijven om  Arabisch te leren en een boek te schrijven.

Zijn zus belt met de boodschap dat hij moet thuis komen van zijn vader, maar de koppigaard blijft en dat terwijl hij de Antwerpse boekenbeurs  al te druk vindt. Maar daar wordt natuurlijk ook geen geschiedenis geschreven. Hij volgt de geschiedenis voor tv-kijkers en nieuwslezers in Nederland op de voet. Oorlogverslaggever tegen wil en dank. Maar zowel geluid als beeld zijn  onvoldoende van kwaliteit om uit te zenden. Weg al dat mooie werk, al die moeite, dat enthousiasme en de doorstane angst om aan nieuwsgaring te doen. NOS Radio vraagt hem of hij naar huis wil. De ambassade regelt vrijwillige evacuatie. Maar hij blijft om in het ritme van de te stad blijven, ook al beseft hij dat hij zich echt in een gevaarlijke situatie bevind waarvan het einde nog niet in zicht is. Woede en machteloosheid zijn de onderliggende emoties niet alleen van de burgers  maar ook van de schrijvers en kunstenaars uit Beiroet.

Woede over de agressie tegen hun land, de machteloosheid niets anders te kunnen doen dan toekijken. Een verhaal schrijven, een lied componeren: in het oog van raketaanvallen en neervallend stof lijkt het allemaal nutteloos en hogelijk inopportuun. Wanneer een staakt-het -vuren wordt  aangekondigd komen de inwoners van Beiroet terug en in snel tempo begint de stad weer aan elkaar te groeien. om Arabisch te leren.

Om te leren koken ga je naar Toscane, om Arabisch te leren ga je naar Damascus en dat laatste doet hij ook. Naar  Israël gaan was niet zo vanzelfsprekend voor hem want hij kwam uit een sterk anti-Israël-familie, geen dag ging er voorbij zonder dat de leiders van dat land werden bekritiseerd, waarbij in één adem de kliek rond Jasser Arafat werd meegenomen, en hoe groter de kritiek werd, en de passies waarmee ze geuit werd, des te meer groeide zijn nieuwsgierigheid om het op een dag, als een Kuifje in Jeruzalem, zelf te gaan zien. Waar was die hele bazaar eigenlijk om te doen? Arabische auteurs uit de Arabische landen worden gedwongen om elke schijn van culturele uitwisseling met Israëlische auteurs van de hand te wijzen. Een Egyptische schrijver die het waagt om in te gaan op een uitnodiging Israël te bezoeken, kan rekenen op excommunicatie. Een bevriende Marokkaanse dichter zei dat hij dolgraag zou gaan om ook de Palestijnse auteurs in Israël te bezoeken, maar hij weet dat hij het bij terugkeer in Marokko voor zijn kiezen krijgt.

Bladerend in het magazine van El Al, op weg van Schiphol naar Tel Aviv, vraagt hij zich  af of literatuur hopeloos verdeelde werelden bij elkaar kon brengen, om die gedachte meteen bedolven te zien worden door allerlei kritische commentaren die links en rechts uit de hersenpan opborrelden. In jannuari 2009,het is anderhalve week na de wapenstilstand tussen Israël en Hamas, bezoekt hij Gaza. Met de uitnodiging van  een tijdschrift wil hij in Caïro een perskaart krijgen om het zwaar gehavende gebied te bezoeken Hij dacht dat hij in Gaza echt zou gaan leven, het enige wat er gebeurt is hoe hij het leven van anderen bespioneert (zo ervaart hij het toch) Zonder enige gêne laten ze hem binnen in hun leven. Mensen lopen door hem heen met al hun afgrijselijke verhalen.

Van al de getuigenissen in dit uiterst sterke boek is deze toch wel het meest aangrijpendst. In geen enkele reportage in kranten of op tv  heb ik zo intens en doorleefd het leed van de gewone burger ervaren, dan in dit boek. Uiteraard is het niet alleen de oorlog uit het Oosten die zijn pad kruist er zoveel mooie dingen te beleven op het vlak van kunst en cultuur. Gedreven vertelt hij over literaire festivals, theater, muziek, film en natuurlijk ook over de islam. Bij al mijn reizen door de Arabische en islamitische wereld heb ik moskeeën bezocht. Niet om er te bidden, maar om erin rond te dwalen. Om ze te zien. Ik raak de wanden aan. Probeer de kalligrafie te lezen. Ik sta stil in het huis van een beschaving. De stilte binnenin spreekt me aan, want ik vermoed dat ik in de ruimte het gemompel van eeuwen kan horen, van alle gelovigen die hier hun gebeden hebben achtergelaten.

Hij vraagt zich ook af of  het bidden bij de Klaagmuur, het gedenken van de geboorte van Jezus en de rondgang om de Kaäba in Mekka niet een en dezelfde uitdrukking van het poëtische verlangen van de mens zijn om in een gezamenlijke inspanning de tijd zowel tegenwoordig als voor altijd te laten zijn. Abdelkader Benali is nooit belerend want hij zoekt zelf steeds verder en het is dan ook aangenaam om samen met hem verder te zoeken. Schitterend is dan ook de manier waarop hij over de legendarische zangeres  Oum Kalsoum vertelt.  Zijn fascinatie voor haar begon met afkeer. Hij snapte niets van wat ze zong; ze had net zo goed in het Chinees kunnen zingen. Midden jaren negentig verhuisde hij  naar Leiden en nam een stapel Arabische muziekbandjes van huis mee, waaronder een van Oum Kalsoum, met ‘Inta Omri’, ‘Jij bent mijn leven’. Een van haar bekendste en ontroerendste liederen. Naar Oum Kalsoum luisteren werd toen   het verlangen naar het verlangen tot hoogste levensdoel promoveren.

Hij zou  Arabisch gaan leren om haar teksten te kunnen begrijpen. Om haar stem ten volle te kunnen waarderen. Dit verhaal zou één van liedjesteksten kunnen zijn. De auteur sluit dit werk af met twee teksten in een fictie, een in non-fictie over de multicultirele samenleving in Nederland. Jaren terug, ik heb het over het begin van de eeuw, had iedereen het even over de vloedgolf van moslims die Europa onder een dikke laag islamitisch eczeem zouden bedekken. Ik heb ze nog niet gezien! Maar het vooroordeel leeft nog altijd.’ In deze twee verhalen of essays analyseert hij haarscherp de wrevel en onvrede die resulteerden in het succes van Pim Fortuyn en Geert Wilders.

Deze teksten verschenen eerder al in boekvorm of tijdschriften. Maar de bundeling  ervan gaf toch wel een fantastisch resultaat. Gezien de massale protesten in de Arabische wereld heeft het werk ook een brandend actuele toets. Wie de romans van deze schrijver kent weet hij dat hij een vlotte pen heeft. Voor zijn non-fictiewerk geldt hetzelfde. Abdelkader Benali weet hoe hij zij lezers kan boeien en ook dit werk is hier weer een schitterend voorbeeld van. Oost = West
 
Abdelkader Benali, Uitgeverij De Arbeiderspers 272 P  2011 ISBN 9789029575010
http://www.abdelkaderbenali.nl/ kijk naar: http://www.youtube.com/watch?v=GDd6vd6YfQc
http://www.youtube.com/watch?v=9qBDjRn-0Hg&feature=related