Opgejaagd door de Taliban, mensensmokkelaars en Fort Europa

In het boek 'De knikkers van Qadir' vertellen Leo Bormans en Qadir Nadery het waargebeurde verhaal van een gezin op het platteland van Afghanistan dat noodgedwongen een levensgevaarlijke tocht naar Europa onderneemt. Als lezer word je meegenomen in het door en door menselijke verhaal van dit vluchtende gezin. De clichés over asielzoekers blijken niet te kloppen. Ook de rol van de ‘mensensmokkelaars’, blijkt complexer dan in de media doorgaans wordt geschetst.

De hoofdpersoon van het autobiografische verhaal, Qadir Nadery, beleeft – zo lijkt het – een vrolijke kindertijd, knikkerend met zijn vriendjes. Zijn moeder wordt beschreven als iemand met vele wonderlijke verhalen en kinderliedjes, die ietwat functioneren als mogelijkheid tot escapisme. Qadir maakt namelijk vreselijke dingen mee: vriendjes worden gedood door de Taliban, hij is er getuige van hoe vrouwen worden gestenigd, vaak zelfs zonder dat daarvoor een ‘reden’ voor lijkt te zijn. Het gezin van Qadir behoort bovendien tot de ‘Hazara’ een etnische groep die in Afghanistan al decennia wordt gediscrimineerd. In dorpen waar de Hazara wonen wordt door het Afghaanse regime geen elektriciteit aangelegd; daar gaat het licht niet aan. En naast deze discriminatie worden de Hazara om de zoveel tijd aangevallen door nomadische Kushi’s, die dorpen in brand steken en mensen doden en verjagen.   

Qadir groeit op, trouwt met Selima en krijgt twee dochters, Soraya en Nargis, en een zoontje, Khaibar. Het gezin woont in bij Qadirs vader die een lapje grond geërfd heeft van zijn ouders en grootouders. Aanvankelijk werkt hij op het land, dat nauwelijks iets produceert. Qadir gaat noodgedwongen werken in Kabul, bij de ‘internationale gemeenschap’, die hielp om de Taliban terug te dringen en een nieuw regime in het zadel zette. Een collega vertelt hem over de ‘Universele Verklaring van de Rechten van de Mens’. Hij hangt de tekst boven zijn slaapplaats. Wanneer hij bericht ontvangt dat de Taliban hem viseren omwille van zijn werk, organiseert hij een vlucht met het gezin. Op het nippertje ontsnappen ze met de hulp van mensensmokkelaars uit hun vaderland en reizen dwars door Iran naar Turkije. Ze wagen zich ook angstig in een kwetsbaar rubberbootje naar Griekenland. De beelden die we kennen uit talloze nieuwsberichten worden met dit boek voorzien van een menselijk perspectief. Uiteindelijk arriveert het gezin in België, vragen ze asiel aan en worden ze geconfronteerd met de ‘Grote Portier’. Het avontuur is nog niet voorbij.

Qadir gaat noodgedwongen werken in Kabul, bij de ‘internationale gemeenschap’, die hielp om de Taliban terug te dringen en een nieuw regime in het zadel zette. Een collega vertelt hem over de ‘Universele Verklaring van de Rechten van de Mens’. Hij hangt de tekst boven zijn slaapplaats

Terwijl ik het boek lees voel ik me extra geboeid door de actualiteit over Afghanistan: ‘Joe Biden kondigt het vertrek van de Amerikaanse troepen uit Afghanistan’. Hij sust dat ze wel vertrekken, maar dat hij de Afghanen niet in de steek laat. Hij belooft de Afghaanse president 266 miljoen aan extra hulpgelden, en ook nog 3,3 miljard aan budget voor militaire veiligheid. (Uit: De Groene Amsterdammer, 1 juli 2021, p. 7.) President Biden trekt de conclusie dat er niets meer te winnen is door in Afghanistan te blijven. “He’s back!”, kondigde hij aan over zichzelf als ‘nieuwe president’ – maar niet voor de Afghanen.

De lectuur van Qadirs relaas maakt dat je dit soort berichten met ontzetting verneemt. Door het boek weet je een en ander over de terreur van de Taliban: tegenstanders worden genadeloos vermoord, voor meisjes is er geen onderwijs… Het leven voor het gezin van Qadir overleeft ternauwernood, één en al angst en beven. Hoe zal het de gewone Afghanen vergaan, als de Internationale Coalitie zich volledig terugtrekt? Anderzijds zijn er van begin af aan vraagtekens te plaatsen bij de bedoelingen van de Amerikaanse interventie, en is het wellicht waar dat de Afghanen hun conflicten beter zelf beslechten. Hoe met dit dilemma omgaan?

Ook de de ‘mensensmokkelaars’, die in onze media met de vinger gewezen worden, krijgen in dit relaas een belangrijke rol: het lukt hen om het gezin uit Afghanistan naar België te brengen

Het gezin van Qadir wordt in België in opvangcentra opgevangen. In het eerste opvangcentrum voelen ze zich goed en worden ze hartelijk welkom geheten, en maken ze vrienden. Als lezer vermoed je dat het personage ‘Lennert’ het alter ego is van auteur Leo Bormans. Het is boeiend om naar België te kijken door Qadirs ogen. In een tweede opvangcentrum, waar enkel Afghanen leven, is het minder aangenaam. Als Hazara leven ze tussen Pashtoen, en worden ze net als in Afghanistan geminacht en gediscrimineerd. Zonder reden slaat men Qadir een blauw oog. Ook de asielinstanties zijn erg streng en onrechtvaardig, en ze trekken de conclusie dat er tegenstrijdigheden zijn tussen het verhaal van Qadir en Selima. Hun verzoek om als ‘officiële vluchteling’ aanvaard te worden, wordt afgewezen. Met behulp van vrienden worden documenten opgevraagd bij de internationale instanties waarvoor Qadir in Afghanistan werkte, om dit ‘in beroep’ voor te leggen. Maar in beroep  vindt de rechter deze documenten ‘gesolliciteerd’, en daarom ongeldig. De redenering van de rechter is zo onredelijk, dat je als lezer voortdurend de neiging hebt om te interveniëren. Als lezer heb je het verhaal van het gezin van Qadir gelezen en ben je betrokken geraakt. Je ergert je aan de details en misverstanden waarover de oordelende rechter valt. Waarom oordeelt men zo streng, en is men zo gefocust op eventuele foutjes in het verhaal van Qadir of Selima? Moeten andere kandidaat-asielzoekers afgeschrikt worden? Uiteindelijk is er een ‘deus ex machina’ en krijgen ze toch het statuut van vluchteling.

Dit boek is belangrijk om genuanceerd naar de problematiek van het westerse asielbeleid te leren kijken. Hoe trouw blijven de Westerse mogendheden die de ‘Universele Verklaring van de Rechten van de Mens’ naar Afghanistan brachten aan de eigen kernwaarden? Waarom reageert België zo kil op deze mensen op de vlucht, zoals bijvoorbeeld ook bleek uit de reactie op de mensen die recent nog in hongerstaking gingen?

Is het te verantwoorden om mensen standaard te wantrouwen met een aanzienlijk risico dat ook mensen die echt in levensgevaar zijn de toegang tot Europa geweigerd wordt?

Iedereen die geïnteresseerd is in het lot van vluchtelingen uit Afghanistan, of uit andere gelijkaardige gebieden, raad ik dit boek aan. Ook de mensen die wellicht al te snel het woord ‘gelukzoekers’ in de mond nemen, zullen veel hebben aan dit boek. Als lezer voel je mee met het door en door menselijke verhaal van dit vluchtende gezin. Honderdduizenden mensen die voor de meeste Europeanen slechts een abstract cijfer zijn, maken op de vlucht gelijkaardige zaken mee. De clichés over asielzoekers blijken niet te kloppen. Ook de de ‘mensensmokkelaars’, die in onze media met de vinger gewezen worden, krijgen in dit relaas een belangrijke rol: het lukt hen om het gezin uit Afghanistan naar België te brengen. Hun rol is dus niet enkel negatief. De hoofdfiguren, Qadir en Selima, geven een menselijk gelaat aan al die anonieme mensen op de vlucht. Ze worden als zeer geloofwaardig en menselijk gepresenteerd. Ze worden ook geloofd door hun Belgische vrienden Lennert en Lisa die ze leren kennen in het eerste asielcentrum, en die tot het einde toe mee strijden om het statuut van vluchteling te verwerven. Als lezer kan je je vragen stellen bij de zeer strenge ondervraging door de rechter in de asielprocedure, al is het niet ondenkbaar dat er tijdens dergelijke procedures gelogen wordt. Maar is het dan te verantwoorden om mensen standaard te wantrouwen met een aanzienlijk risico dat ook eerlijke mensen de toegang geweigerd wordt?

Leo Bormans, die bekend is van verschillende boeken over geluk (zo schreef hij onder andere het World Book of Happiness, heeft samen met Qadir een hele prestatie geleverd om het lot van deze Afghanen zo levendig en vol met sprekende details te presenteren: spannende bladzijden over Afghanistan, de vlucht uit Afghanistan, maar ook over de asielprocedure in België. 

Handig vond ik de zeven pagina’s achterin waarin de recente geschiedenis van Afghanistan beknopt wordt geschetst: de inval van de Sovjet-Unie, de opstand van de moedjahedien, de burgeroorlog, de greep naar de macht door de Taliban, de aanslag op de Twin Towers, de inval van de Verenigde Staten... Deze bladzijden helpen om het verhaal goed te kunnen plaatsen in de geschiedenis.

De knikkers van Qadir wordt op de omslag gepresenteerd als een ‘waargebeurd verhaal’; het leest als een roman. 

Recensie: De knikkers van Qadir, Het waargebeurde verhaal van een vader op de vlucht, Qadir NADERY & Leo BORMANS, Lannoo, Tielt, 2020, 335 blz. ISBN 978 90 014 6966 1



Over de auteur:

Frederik Janssens bracht zijn jeugd door in het voormalige Belgisch-Congo. Op zoek naar zijn eigen plaats in de geschiedenis, spoort hij aan om hypocrisie te doorprikken, eerlijkheid centraal te plaatsen en verschillende stemmen te beluisteren.