Ik ben opgegroeid met de gedachte dat ik geen ruimte mocht innemen in de maatschappij. Jarenlang droeg ik een masker van vrolijkheid om mijn onzekerheid en verwardheid te verbergen. Ik weet zelf niet zo goed waarom. Het is niet terug te brengen tot één traumatische gebeurtenis. Ik ben ook niet onderdrukt geweest door de volwassenen in mijn leven. Geloof me, ik heb voldoende uren therapie gehad om daar zeker van te zijn.
Misschien is het omdat ik nooit het gevoel had dat ik deel uitmaak van deze maatschappij. Ik ben in China geboren, maar in België opgegroeid. Soms vragen mensen of ik me Chinees voel, of toch eerder Belg. Gekke vraag, want in China noemen ze me Belg en in België noemen ze me Chinees. Hoe kan ik dan slechts één van beide zijn? Wie mág ik überhaupt nog zijn wanneer anderen dat bij voorbaat al voor mij bepalen?
Sommige mensen kunnen hun vooroordelen zo moeilijk loslaten, dat ze blind zijn voor de realiteit
Ik definieer mensen op basis van wat ze doen, wat ze voelen, en verlangen. Anderen denken enkel in geografische categoriën. Zo heb ik ooit een gesprek gevoerd met een man die Engels tegen me sprak, omdat hij vast was overtuigd dat ik geen Nederlands kon, ook al antwoordde ik in het Nederlands op zijn vragen. Sommige mensen kunnen hun vooroordelen zo moeilijk loslaten, dat ze blind zijn voor de realiteit.
Een andere keer vroeg een vrouw die ik niet kende van waar ik kwam. Goed begrijpende wat ze wou weten, antwoordde ik 'Leuven'. Ik probeerde daarbij met een Leives accent te praten om extra ingeburgerd over te komen. Het maakte geen indruk. De vrouw zuchtte en zei: “nee, van waar bèn je?” Zonder zelfs maar mijn naam te kennen, vond ze dat ze recht had op die info. Meer nog, ze vond dat zij mocht bepalen welk antwoord goed was en welk niet.
Het zijn slechts korte anekdotes uit mijn leven, maar wel momenten die blijven nazinderen. Te vaak hebben mensen een oordeel over wie ik volgens hen zou moeten zijn, zonder mij te kennen. Doordat ze spreken alsof ze recht hebben op dat oordeel, dacht ik te lang dat dat ook zo was. Ik ging ongemakkelijke gesprekken uit de weg en confronteerde hen niet met hun gedrag. Ik dacht dat het aan mij lag.
Doordat ze spreken alsof ze recht hebben op dat oordeel, dacht ik te lang dat dat ook zo was. Ik ging ongemakkelijke gesprekken uit de weg en confronteerde hen niet met hun gedrag. Ik dacht dat het aan mij lag
Ondertussen ben ik ouder en wijzer. Naar het schijnt ben ik ook mondig. Toch klap ik nog altijd dicht wanneer het over dit thema gaat. De angst voor confrontatie blijft. De keren dat ik het probeer, word ik zo overweldigd door emoties dat ik al mijn woorden kwijt raak. Voor hen is het een terloopse opmerking. Voor mij raakt het aan de kern van wie ik ben.
Spreken over mijn afkomst en mijn identiteit is een moeizaam en pijnlijk leertraject. Het is een parcours met weerhaken en verborgen valkuilen. Soms zet ik een paar stappen vooruit en dan blijf ik weer staan, happend naar adem. De weg is lang en ik weet niet waar het me naartoe brengt. In mijn comfort zone blijven is geen optie, want als ik eerlijk ben, is er weinig comfortabels aan. Echte vrijheid zit in het zelf eigenaar zijn van mijn kwetsbaarheid.
De belangrijkste reden om dit te doen is evenwel mijn zoon. Hij is nu tien jaar oud en hoe ouder hij wordt, hoe vaker ook hij geconfronteerd wordt met de vooroordelen en stereotyperingen van andere mensen. Op kamp lachten andere kinderen hem uit en noemden hem een ‘Chinees prinsesje’. Het was een verwarrende ervaring voor hem, want hij identificeert zichzelf als Belg en als jongen. Hij heeft een spierwitte papa, is in Leuven geboren en is zelfs nog nooit in China geweest. Wanneer ben je dan wel van hier? Moet je enkel voldoen aan een kleurcode om erbij te mogen horen? We leven in een maatschappij die voortdurend over integratie praat en zelden over wat ze zelf kan doen om dat mogelijk te maken.
Ik kan mijn zoon niet beschermen tegen de idiotie van anderen. Ik kan hem wel weerbaarder maken door erover te praten en hem te leren dat het niet aan hem ligt
En het zijn niet enkel kinderen. Vorige week gingen we een drankje bestellen aan een bar. De man achter de toog maakte een paar vreemde moppen die ons ongemakkelijk deden voelen. Toen mijn zoon niet reageerde, vroeg de barman verbaasd of hij wel Nederlands kon. Op geen enkel moment stelde hij zijn eigen gedrag in vraag. Met een wrang gevoel gingen we terug naar onze plaats.
Ik kan mijn zoon niet beschermen tegen de idiotie van anderen. Ik kan hem wel weerbaarder maken door erover te praten en hem te leren dat het niet aan hem ligt. Enkel zo kunnen we de cirkel van onmacht doorbreken en de vrijheid ervaren om te zijn wie we echt zijn.
----
Dit artikel ontving een eervolle vermelding van de jury bij Kif Kif-schrijfwedstrijd 'Het Vrije Woord', en verscheen eerder in de eerste editie van Kif Kif-zine 'Het Vrije Woord'. Ook werd het gepubliceerd door Sociaal.net.
Over de auteur:
Ann werkt in de gezondheidszorg en is mede-oprichter van Untold Asian Stories, een platform dat Vlamingen met Aziatische roots een stem geeft in onze diverse samenleving. Ze houdt ervan om mensen op een positieve manier te verbinden en is steeds op zoek naar manieren om dat te realiseren.