Over ‘Hoe ik talent voor het leven kreeg’ van Rodaan Al Galidi

Rodaan Al Galidi is een van die stemmen die je gewoon méér zou moeten horen, niet alleen in romanvorm, maar ook in het publieke debat. In afwachting van zijn verhalenbundel 'Duizend-en-één-nachtmerries', is er een paperbackversie van zijn roman 'Hoe ik talent voor het leven kreeg'.
Over ‘Hoe ik talent voor het leven kreeg’ van Rodaa

Een nette leugen blijkt meer voordelen te hebben dan een rommelige waarheid, zo leert Al Galidi onder meer.

 

Rodaan Al Galidi is een van die stemmen die je gewoon méér zou moeten horen, niet alleen in romanvorm, maar ook in het publieke debat.

Een van de ambities van de Irakese schrijver en dichter is om Nobelprijswinnaar te worden. Een behoorlijk grote ambitie, die misschien wel eens een keer ingevuld geraakt. Al Galidi is een lefgozer, die niet alleen naam maakt als dichter, maar met titels als 'De autist en de postduif' (2011), 'Bloesemtocht' (2014) en het recent verschenen 'Hoe ik talent voor het leven kreeg' (2016) nu ook als romanschrijver helemaal ontbolstert.

In 'Hoe ik talent voor het leven kreeg' put Al Galidi uit zijn eigen ervaringen als asielzoeker. Daarin beschrijft hij onder meer hoe hij Irak onder het Hoessein regime ontvluchtte voor Nederland. In de hoop op een uitweg en op een nieuwe toekomst. Waarom net Nederland, zou je je kunnen afvragen, waarom niet een ander land? Wel, gewoon omdat het lot hem daar bracht.

Het schrijven van 'Hoe ik talent voor het leven kreeg' nam veel tijd in beslag, zo laat Al Galidi verstaan bij de introductie van deze roman. Ook al omdat het zo'n lastig en gevoelig onderwerp is. Aan de kern van dit boek ligt de vraag van een vriend. Hoe was het nu écht bij zijn aankomst in Nederland? Wat maakte hij écht mee? Wat ging er allemaal door hem heen? Het begon met een heel klein hoofdstukje, maar dat werden er al gauw wat meer. En zo kreeg dit boek stilaan zijn huidige vorm.

De moeilijkheden worden al vanaf de eerste bladzijden beschreven. Meteen kom je als lezer in de denkwereld van Semmier Karim, een schuilnaam uiteraard, terecht: was het nu elf februari om negen uur of elf uur op negen februari dat hij aankwam op de luchthaven van Schiphol? Dergelijke ogenschijnlijke details kunnen het verschil maken, zo beseft Semmier.

En zo leert hij al snel dat hier in dit land oprecht de waarheid vertellen zo zijn risico's heeft. Een nette leugen blijkt meer voordelen te hebben dan de rommelige waarheid, zo leert Al Galidi onder meer. Het is niet de enige les die hij leert, ook het verschil tussen een omafiets en een vrouwenfiets komt bijvoorbeeld aan bod. Net als de boze en aggressieve behandeling die hem te beurt valt: "Jij bent immers hier om antwoorden te geven en niet om vragen te stellen". Dat illustreert treffend hoe er met asielzoekers omgegaan wordt: de macht ligt volledig in de handen van de andere partij en zij worden maar zelden echt betrokken bij beslissingen die hen aangaan.

In Al Galidi's boek gaat het om een portret van binnen uit. Hoe ervaart een asielzoeker de ‘polderbureacratie’? Hoe ervaart hij het leven in een asielcentrum en hoe gaat hij daarmee om? Het wordt allemaal haarfijn beschreven. Al Galidi, die een dichterlijke, poëtische vertelstem heeft, gaat niet voorbij aan essentiële vraagstukken, zoals onder meer de taalbarrière. Maar hij gaat verder dan dat alleen: zo schuwt hij evenmin zwaardere thematieken als verwonding, verbranding en zelfmoord. Die tonen aan dat deze roman een erg rauwe, ongefilterde blik is op het leven in een asielcentrum.

Een van de grote sterktes van het boek is de nuance die Al Galidi aanbrengt. Net als de manier waarop hij een minder aangenaam hoofdstuk uit zijn leven uitspit en daarbij speelt met contrasten: zo is er duidelijk een portie humor aanwezig, al heeft die soms een bitter en gitzwart randje. Die zwarte humor is slechts een overlevingsstrategie, een van de tools om de vaak erg donkere realiteit aan te kunnen. Daarom ook is deze roman aanbevolen leesmateriaal voor iedereen die (on)rechtstreeks met asielzoekers te maken heeft.

‘Hoe ik talent voor het leven kreeg’ leest ontzéttend vlot. Bovendien zorgt Al Galidi ervoor dat hij via het personage Semmier Kariem een aantal relevante kwesties rond inburgering, taal en ‘polderdemocratie’ kan aankaarten. Toch staat er voorin een waarschuwing te lezen: het boek is “fictie voor iemand die het niet kan geloven, maar non-fictie voor iemand die ervoor open staat”. Hij laat die keuze helemaal aan de lezer over.

Verschillende jaren duurde het in zijn eigen situatie eer het allemaal in orde kwam. Helaas geen uitzondering, zo leert de realiteit. Sommigen worden moe, anderen (half) gek, nog anderen verliezen geheel of volledig de hoop en zien het helemaal niet meer zitten. Kortom: een mentale uitputtingsslag van jewelste die bittere realiteit is in de asielcentra.

Toch mogen we de hoop niet verliezen, stelt Galidi en kunnen we alleen maar moedig vooruit kijken. Misschien is de belangrijkste levensles die de auteur hier neerzet wel het overwinnen van de eigen angsten en onzekerheden. De publicatie van dit boek is een erg grote overwinning voor Al Galidi, een mijlpaal in diens eigen leven. Een hoofdstuk dat hij eindelijk definitief heeft kunnen afsluiten.

Inmiddels is hij geslaagd voor zijn inburgeringstoets, waarvoor hij zakte na de prestigieuze Literatuurprijs van de Europese Unie gewonnen te hebben. Momenteel werkt Al Galidi aan de voorbereiding van de opvolger van dit boek, dat in 2018 zal verschijnen onder de titel ‘Het Verre Noorden’. En eind dit jaar komt er eerst nog een verhalenbundel ‘Duizend-en-een-nachtmerries’ uit via uitgeverij Jürgen Maas.

Rodaan Al Galidi – Hoe ik talent voor het leven kreeg. Uitgeverij Jürgen Maas, Amsterdam. 472 blz. € 24,95.

 

Al Galidi stelt op vrijdag 10 november zijn nieuwe verhalenbundel voor in Bibliotheek Permeke.

Op maandag 13 november staat hij naast o.a. Jeroen Olyslaegers, Warda El-Kaddouri en Bruno De Wever op het podium van De Roma voor de viering van 30 jaar Vredescentrum.