Partijprogramma's doorgelicht: Open VLD

Naar aanleiding van de verkiezingen op 26 mei, analyseert Kif Kif alle partijprogramma’s. We bekijken telkens welke visie de partijen naar voor schuiven rond het samenleven in de hedendaagse culturele superdiversiteit en welke concrete beleidsvoorstellen ze doen inzake de strijd tegen racisme.

Door: Kif Kif - 22/05/2019 - 07:00

Het meest opvallende facet van het Open VLD-partijprogramma is het feit dat er nergens opsommingen te vinden zijn van beleidsvoorstellen. Hier en daar worden enkele concretere aanzetten gegeven, maar over het algemeen blijft het allemaal beperkt tot een reeks visieteksten over uiteenlopende thema’s. In de inleiding van het programma verantwoord men dat als volgt: “Open Vld wil vanuit een heldere en duidelijke visie vertrekken en niet met een onoverzichtelijke catalogus met duizend-en-één voorstelletjes komen. Ons kompas bij onderhandelingen en beslissingen zijn vijf duidelijke principes waaraan beslissingen en standpunten van Open Vld moeten voldoen: vrijheid is onze basiswaarde, vooruitgang is ons doel, verantwoordelijkheid is onze opdracht, optimisme is onze ingesteldheid, open is onze blik op de wereld.”

In het onderdeel “diversiteit en samenleven” van het hoofdstuk “een land dat kansen geeft die iedereen kan grijpen”, kan men dan nagaan hoe men dit vertaalt naar onderwerpen als racisme en discriminatie: “Omdat elke mens gelijkwaardig is, strijden we tegen iedere vorm van discriminatie of uitsluiting op basis van gender, afkomst, leeftijd, seksuele geaardheid, handicap, levensbeschouwing of welke andere grond dan ook. (…) [Er is geen plaats voor] racisme en discriminatie. Niet op straat, niet op de werkvloer, niet op de huurmarkt. Nergens. Discriminatie is antiliberaal. (…) Het stigmatiseert, kwetst en – vooral – het ontneemt mensen kansen om vooruit te gaan. (…) Voor ons liberalen telt niet je afkomst. Voor ons telt enkel je toekomst.” Er worden echter weinig diepgaande aanzetten gegeven om dat soort ideeën ook werkelijk in de praktijk toe te passen.

Concrete beleidsvoorstellen

Wie er dan toch naar op zoek gaat, stelt interessant genoeg vast dat praktijktesten één van de weinige concrete voorstellen vormen rond de aanpak van racisme en discriminatie. Al stellen ze meteen wel stringente voorwaarden: “Open Vld kiest daarbij voor een tweesporenbeleid: preventie en sensibilisering enerzijds, controle en handhaving anderzijds.”

Wat dat eerste spoor betreft wil de partij “discriminatiegevoelige sectoren voluit de kans geven om via een strikte zelfregulering discriminatie tegen de gaan. Zij kunnen en moeten sectorale gedragscodes, positieve acties of diversiteitsplannen uitwerken.” Dat is ondertussen echter al zo vaak gebeurd dat we effectiviteit daarvan ten stelligste kunnen betwijfelen.

Er worden weinig diepgaande aanzetten gegeven om de vooropgestelde ideeën ook werkelijk in de praktijk toe te passen.

Omwille van het tweede spoor voegt Open VLD er echter aan toe: “we vragen wel resultaten. Als die er niet of onvoldoende zijn, geven we ook inspectiediensten meer armslag om zowel pro-actief als re-actief op te treden, door gebruik te maken van datamining of gerichte praktijktesten.” Begrijpelijkerwijs willen ze wel dat daartoe strikte richtlijnen opgesteld worden door het parket en willen ze bekijken wat de huidige eerste schoorvoetende pogingen met praktijktesten van overheidswege zullen opleveren om het systeem te evalueren en verbeteren.

Naast dit pleidooi voor praktijktesten is er ook een heel kort bureaucratisch voorstel om antidiscriminatieclausules toe te voegen aan overheidsopdrachten, naar analogie met sociale en milieuclausules. Over een ‘tweede spoor’ van controle en sancties op die clausules, wordt dan weer niet gesproken.

Het enige andere relatief concrete voorstel om racisme en discriminatie tegen te gaan, is maatschappelijke segregatie doorbreken: “Al te vaak leven we naast elkaar in plaats van met elkaar. Elk in zijn eigen gemeenschap of groep. (…) Dat is nefast. Het leidt tot wederzijds onbegrip en onbehagen. (…) Daarom moedigen we mensen aan om samen te leven. Om hun kinderen naar dezelfde scholen of jeugdbewegingen te sturen. Om samen te sporten in één sportclub. Om dezelfde werkvloer te delen.” Maar concreter dan dat wordt het niet. Vanuit de nadruk op individuele vrijheid wil men dat zeker ook niet verplichten. Het blijft dus slechts bij ‘aanmoedigen’.

Een beperkte individualistische visie op diversiteit

Het hoeft natuurlijk niet te verwonderen dat een partij als Open VLD in haar kijk op diversiteit op de eerste plaats vanuit het individu vertrekt: “We wijzen het denken dat mensen reduceert tot één identiteit, af. De identiteit van mensen is gelaagd. Iedereen bepaalt zelf zijn of haar eigen identiteit. Je kan hier zijn wie je wil, zeggen wat je wil, worden wat je wil.”

Vandaaruit staat de partij in eerste instantie ook positief ten opzichte van de culturele diversiteit in de samenleving: “Al die unieke mensen bij elkaar maken een diverse samenleving. (…) Wij vinden diversiteit een troef, omdat de combinatie van verschillende inzichten tot vooruitgang leidt. Samenleven in diversiteit is de realiteit van de 21e eeuw.”

Maar het is niet al individuele vrijheden dat de klok slaat. Er zijn ook randvoorwaarden voor Open VLD: “[De maatschappelijke diversiteit] biedt nieuwe mogelijkheden, maar vraagt ook inspanningen van iedereen. Opdat diversiteit alle beloftes kan inlossen, moet iedereen een inspanning leveren. Daarbij verdedigen we steeds de basisprincipes van de Verlichting. Inburgeren en emanciperen zijn sleutelwoorden, voor oude én nieuwe burgers.”

Over emancipatie van “oude burgers” wordt er verder echter niet gesproken. Wel gaat er veel concrete aandacht naar de integratie van nieuwkomers. Op dat vlak wil men de wachtlijsten voor de inburgeringscursussen wegwerken, wil men inburgeringstrajecten koppelen aan het begeleiden naar een job en wil men extra “burgerschapslessen” in te voeren om nog meer aandacht te besteden aan het bijbrengen van “onze” waarden en normen.

Stuk voor stuk mooie principes. Alleen is het bijzonder opvallend welk lijstje van "onze" waarden en normen achterwege gelaten worden.

Het siert de Open VLD dat ze – in tegenstelling tot sommige andere partijen – ook een meer gestoffeerde poging doet om te verduidelijk wat ze met de waarden en normen bedoelt: “We maken een onderscheid tussen fundamentele waarden enerzijds en tradities en gewoonten anderzijds. Over de eerste valt niet te onderhandelen, over de andere staan we steeds open voor dialoog en gaan we op een redelijke manier om met vragen tot aanpassing, waarbij vrijheid en openheid steeds onze leidraden zijn.” En wat valt dan precies onder de eerste categorie? Dat zijn “de individuele vrijheid, scheiding tussen kerk en staat, de gelijkheid van man en vrouw, de vrijheid van meningsuiting, democratische besluitvorming, de rechtstaat en de voorrang van de wet op religieuze regels.”

Stuk voor stuk mooie principes natuurlijk. Alleen is het bijzonder opvallend welk lijstje van onze waarden en normen achterwege gelaten worden. Om maar enkele parallelle voorbeelden te noemen: de gelijkheid van elke burger, vrijheid van godsdienst, democratische participatie, de welvaartsstaat en de voorrang van medemenselijkheid op legalisme. Zo wordt duidelijk dat Open VLD in het gangbare rechten-en-plichten-discours de nadruk in het geval van “nieuwe burgers” op de plichten, begrenzing en controle legt terwijl men in het geval van “oude burgers” vooral de nadruk op individuele rechten en vrijheden legt.

Conclusie

Dat een partij als Open VLD vooral vanuit individuele vrijheid vertrekt in haar visie op diversiteit, zal niemand verwonderen. Ze gaat daar ook relatief consequent mee om: de diversiteit wordt als iets positief gezien omdat openheid voor diversiteit betekent dat iedereen zichzelf mag zijn. Het wordt alleen wat problematisch wanneer blijkt dat die individuele vrijheid van sommigen (zoals nieuwkomers) wat minder vanzelfsprekend is dan die van anderen.

Een louter individualistisch perspectief negeert de structurele kanten van samenlevingsproblemen zoals racisme.

Daarenboven negeert een louter individualistisch perspectief de structurele kanten van samenlevingsproblemen zoals racisme. Daardoor blijft Open VLD al te zeer hangen in het idee dat het probleem zich beperkt tot ‘enkelingen’ die ‘niet genoeg open staan voor anderen’. Men erkent dus niet dat het om bredere patronen gaat die op een systematische manier achtergestelde groepen creëren.

Als gevolg daarvan doet Open VLD ook quasi geen voorstellen die tot structurele veranderingen kunnen leiden. Enkel praktijktesten vonden wel hun weg naar het programma (en dan slechts als een voorzichtig tweede spoor naast – nog maar eens – ‘sensibilisering’ en ‘zelfregulering’). Over etnisch profileren wordt niet gesproken en het debat rond het verbod op het dragen van religieuze kentekens wordt volledig uit de weg gegaan. Laat staan dat men ingaat op een concreet punt zoals het afschaffen van de zogeheten ‘deportatiewet’ of dieperliggende maatschappelijke kwesties zoals het ‘dekoloniseren van de geesten’. De vele voorstellen die het antiracistisch middenveld al jaren naar voor schuift, worden dus grotendeels genegeerd.



Bijlage Grootte
Openvld-verkiezingsprogramma2019.pdf 285.22 KB