Ze worden nooit aan het woord gelaten en komen veelal enkel in het nieuws bij hongerstakingen, criminele feiten of wanneer een ‘witte’ school/omgeving protesteert bij uitprocedering.
Weinig onderwerpen doen zoveel stof opwaaien als asiel en migratie. In de Griekse oudheid betekende het woord ‘asylon’, toevluchtsoord, vaak een tempel waar vluchtelingen bescherming genoten en niet onder dwang mochten ‘verwijderd’ worden. Doorheen de eeuwen, en heel wat oorlogen die eraan kleefden later, evolueerde het asielrecht tot wat we vandaag kennen als artikel 14 (1) van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens: 'Een ieder heeft het recht in andere landen asiel te vragen en te genieten tegen vervolging.' Hoewel het een internationaal bindend verdrag is, kiest elk land hoe het het recht op asiel wenst in te vullen. In België is het asielbeleid steevast een maatschappelijke en politieke discussie die de gemoederen hoog doet oplaaien. De vluchtelingenstroom wordt gezien als een anonieme massa die rijkdom opslorpt en voor overlast zorgt. Niet verwonderlijk dat politieke partijen het aan banden leggen van die stroom naar voor schuiven om stemmen te ronselen en inspelen op de angst van mensen die migratie zien als bedreiging voor hun leefwereld. De stemmen van asielzoekers worden hierbij zelden gehoord. Nic Balthazar schreef er een boek over en bewerkte het tot een theatervoorstelling. ‘Neeland’ is het verhaal van een jongeman die moest vluchten voor een oorlog.
Een tafel en een stoel. Op de stoel zit de jongeman met tranen in de ogen te trillen. Op de vloer liggen zakken, uitpuilend met kleren, verspreid. Er worden vragen op hem afgevuurd. Op het scherm achter hem zie je twee blanke mannen en een vrouw geprojecteerd. ‘Spreek je Nederlands?’ Ja, hij spreekt Nederlands, maar hij noemt het ‘nee-lands’ omdat hij overal ‘nee’ te horen krijgt. Zijn verhaal krijgt vorm en gezichten. Gezichten die er niet meer zijn, gezichten die nog komen moeten. Verdriet om de dood van geliefden, tranen van geluk voor iets dat groeit uit liefde. Hij wil werken, hij is sterk. We zijn getuige van iemand die wil overleven en toekomstdromen heeft. “Neeland” is naast een reisverhaal ook een liefdesverhaal, liefde voor het leven. Er hangt een warme, aanstekelijke naïviteit rond het personage dat Soufiane Chilah neerpoot, een voelbare wanhoop wanneer hij zich probeert uit te drukken en groeiende frustratie wanneer hij zijn ‘authenticiteit’ als vluchteling moet bewijzen bij mensen die hem zien als nummer en misschien al over zijn lot beslist hebben. Het is in het begin wat wennen aan het, gespeelde, accent dat hij gebruikt, maar het verhaal is meeslepend genoeg zodat het uiteindelijk niet ging storen. De muziek van Melike Tarhan meandert als wierook langs de vertelling en werkt als een troostende schouder voor iemand die zich in de schaduwen van onze samenleving bevindt. Aan de rand van een maatschappij die hem liever opgesloten of teruggestuurd ziet dan een kans te geven om bij te dragen tot de verrijking ervan.
Het belangrijkste wapen van discriminatie en racisme is depersonalisering. “Asielzoekers, illegalen, migranten, allochtonen, ...” Naamloos kannonenvoer dat teruggeschoten moet worden naar land van herkomst. Ze worden nooit aan het woord gelaten en komen veelal enkel in het nieuws bij hongerstakingen, criminele feiten of wanneer een ‘witte’ school/omgeving protesteert bij uitprocedering. Nic Baltazhar kon onmogelijk de immens complexe problematiek rond het asielbeleid in een uurtje vertellen, maar hij en Soufiane brachten wel een heel persoonlijke ervaring en maakten het tastbaar.
“Neeland” is een herinnering aan onze (on)menselijkheid en een waardig toevluchtsoord, weg van het gewelddadige discours rond migratie dat nog steeds door onze contreien raast.