Reflecties over terreur: Zwevend tussen wanhoop en hoop

Mijn thuisland, België, en haar hoofdstad Brussel – eens zo beroemd als het politiek symbool voor een verenigd Europa, maar nu blijkbaar sensationeel herdoopt tot de wereldhoofdstad van Jihadisme – is in de handen van het leger, om verdere uitbarstingen van terreur te voorkomen.
Reflecties over terreur: Zwevend tussen wanhoop en hoop

Terwijl ik de laatste hand leg aan dit stuk, is mijn thuisland, België, en haar hoofdstad Brussel – eens zo beroemd als het politiek symbool voor een verenigd Europa, maar nu blijkbaar sensationeel herdoopt tot de wereldhoofdstad van Jihadisme – in de handen van het leger, om verdere uitbarstingen van terreur te voorkomen.

 

Op vrijdagavond 13 november 2015 was ik, ter voorbereiding van een bezoek van de Afro-Amerikaanse politieke activiste en filosofe Angela Davis aan de University of California, Santa Cruz, naarstig bezig aan essay over het Amerikaanse school-to-prison pipeline fenomeen en de daaraan verbonden strijd voor de implementatie van wat Davis een abolition democracy – of een politiek project dat naar echte bevrijding en substantiële vrijheid van en voor iedereen streeft – noemt, tot het onverwachte gebeurde…

Terwijl ik op ware transcontinentale wijze met een Parijse vriend aan het chatten was, dook plots namelijk het gezicht van de Franse president François Hollande op – vergezeld van een onheilspellende headline. Blijkbaar had de terreur toegeslagen in Parijs, de Europese Lichtstad. Eens het baken van de westerse Verlichting en moderniteit, maar nu, misschien wel meer dan ooit, een stad van Ontkenning, gebouwd op de donkere, onderdrukte en bewust vergeten fundamenten van Westers imperialisme en kolonialisme.

Hoewel ik na enkele jaren als PhD-studente in de VS redelijk ontheemd ben en mijn band met Europa alsmaar minder innig wordt – het virus van Amerikaans exceptionalisme heeft me misschien wel meer in mijn grip dan ik zelf besef – werd ik me meteen gewaar van de zwaarte, de brutaliteit, en de onontkoombare verwevenheid van het hier- en nu-zijn van deze gebeurtenissen.

Ik was – en ben uiteraard nog steeds – in shock en walg van het feit dat sommige individuen zich – al dan niet gebrainwasht – tot zulke verachtelijke daden kunnen overgaan. Maar de Franse en de Europese politieke antwoorden die al snel volgden, maakten me nog verbolgener en radelozer…

Te midden van deze contrasterende doch niet uit elkaar te halen gevoelens van wanhoop, ongeloof, en walging – bijna tastbare, corporale affecties die overigens niet alleen opdoemden naar aanleiding van de horror waarmee Parijs net geconfronteerd was, maar ook ontstonden door de overduidelijke Amerikaans-Eurocentrische focus van het neoliberale globale media-apparaat, dat steeds de tendens blijkt te hebben om gelijksoortige gebeurtenissen op sensationele wijze te belichten en te beklemtonen, terwijl de pure – en vaak ook constante en immer dreigende – terreur waar andere minder fortuinlijke bevolkingen elke dag mee geconfronteerd worden, aan diens aandacht ontsnapt – ontstond er toch een sprankeltje hoop. En dan niet het type naïeve, utopische, bijna vervreemdende hoop – aangezien één enkel media-event en de politieke (re)acties die het uitlokt, nooit de kracht zal hebben om eeuwen van brute pijn, ongelijkheid en onrechtvaardigheid aan te kaarten en te corrigeren – maar eerder een soort van efemere hoop; een kortstondig gevoel dat ons plots overvalt, met wat geluk een emotionele impact teweegbrengt of zelfs een permanente indruk nalaat, en dan z’n reis weer gewoon verderzet.

Helaas nam de politieke realiteit het alweer gauw over: Onmiddellijk na de aanslagen, koos president Hollande er (strategisch of geheel bewust?) voor om in te zetten op een post-9/11 militaire en nationalistische retoriek, terwijl hij terloops vermeldde dat de grenzen van Frankrijk meteen gesloten zouden worden. Frankrijk riep dus de noodtoestand uit, wat, gezien vanuit een defensief-politiek strategisch perspectief geheel en al logisch is, maar ons daarnaast ook iets vertelt over de enorm problematische oog om oog en tand om tand-logica waar Hollande aan ten prooi viel. Waarschuwende aan ‘de Terroristen’ (een overigens vaak gehanteerde essentialistische categorie van desubjectivering en Anders-zijn die bijna nooit voor witte mannelijke daders gebruikt wordt) – die Hollande overigens niet letterlijk bestempelde als in Frankrijk geboren moslims en burgers, maar dit door middel van de  kracht van de suggestie wel intendeerde – dat Frankrijk “een natie is die weet hoe zichzelf te verdedigen, weet hoe zijn manschappen te mobiliseren, en, nogmaals in staat zal zijn de terroristen te verslaan,”[1] leek Hollande net dat tikkeltje meer op Poetin dan op de sociaalbewuste socialistische president die hij beweert te zijn. Het niet-zo-socialistische, veralgemenende, en op uitsluiting gerichte politieke oorlogsdiscours van Hollande past geheel en al bij de momenteel populaire logica van het xenofobische Fort Europa – een logica die zich helaas al objectief heeft verwerkelijkt, zoals de vluchtelingencrisis ons recentelijk toonde.

Het is nu ongeveer een week later, en ik bevind me nog steeds ergens tussen wanhoop & hoop, en hoop & wanhoop – emoties die voor mij op één of andere manier niet langer van mekaar gescheiden kunnen worden, en elkaar constant lijken af te wisselen.

Geografisch ontheemd en ontworteld, blijf ik maar – tegen de traditie van het wijsgerige denken in – zoeken naar één allesomvattend antwoord of oplossing voor zaken die zo diep vervat zijn in ons existentieel in-de-wereld-zijn dat ik tegelijkertijd goed besef dat één, twee, of zelf duizenden antwoorden de overvloed aan crises waar we nu in deze postmoderne tijden mee geconfronteerd worden, nooit volledig zullen helpen oplossen. Aan de ene kant lijkt de mensheid immers voorgeprogrammeerd om eeuwig te hervallen in defaitisme, het gebruik van polariserende vertogen, en processen van het Anders-maken-dan, discriminatie, en zelfs oorlog en volledige vernietiging. Maar, aan de andere kant, zijn er naast deze existentiële beslommeringen en besognes, gelukkig ook momenten dat we onze al-te-menselijke conditie en zijn kunnen overstijgen door te geloven in de kracht of het potentieel van hoop, verandering en transformatie. In deze al te zeldzame momenten en ontwapenende ontmoetingen, worden fenomenen zoals geïnstitutionaliseerd racisme, de overvloed aan onrechtvaardigheden en transnationale en intergenerationele structuren van ongelijkheid en armoede, decennia van geweld, exploitatie en barbarij, getranscendeerd in één – helaas vaak al te kortstondig – moment van unificatie en gedeeld begrip.

Terwijl ik de laatste hand leg aan dit stuk, is mijn thuisland, België, en haar hoofdstad Brussel – eens zo beroemd als het politiek symbool voor een verenigd Europa, maar nu blijkbaar sensationeel herdoopt tot de wereldhoofdstad van Jihadisme – in de handen van het leger, om verdere uitbarstingen van terreur te voorkomen. Brussel is in complete militaire lockdown, volledig afgesloten van de buitenwereld, en is zo gereduceerd tot een ware spookstad. Een lege stad, doch één gevuld met angst voor wat komen zal.

Enkel de snelle en strategisch geplaatste voetstappen van marcherende soldaten weerklinken in de straten van Brussel, gepaard gaande met de visuele horror van tanks en militairen die klaar staan om ten oorlog te trekken, en langzaam maar zeker de niet-fysieke kracht van de dialoog lijken te vervangen. En dit alles terwijl de media er verrassend genoeg in stilte naar staan te kijken. In stilte, of net vol verwondering, ziekelijk en heimelijk gefascineerd door het oorlogsspektakel dat zich ontvouwt? Een schouwspel dat ons terugvoert naar een andere tijd, een ander vluchtig en vluchtend moment in de wereldgeschiedenis, dat ons nog steeds – maar misschien niet vaak genoeg – in onze dromen overvalt en doet opschrikken, ook al vond het meer dan zeventig jaar geleden plaats…

Moeten we deze spoken uit het verleden wel de kans geven om zich opnieuw te kunnen materialiseren en verwezenlijken? De angst door en voor terreur heeft klaarblijkelijk alles overgenomen. En dit onbehagen achtervolgt en determineert ons bestaan en onze toekomst nog maar eens…wachtend op een menselijk – en hopelijk humaan – ingrijpen…


De oorspronkelijk Engelstalige tekst valt te raadplegen via deze link.

 

 

[1]Eigen vertaling van de speech van Hollande vlak na de aanvallen. Zie Le Huffington Post, “François Hollande décrète l’état d’urgence et appelle la France au ‘sang froid face à la terreur’,” 13 november 2015. Online geraadpleegd op 13/11/2015 (http://www.huffingtonpost.fr/2015/11/13/francois-hollande-etat-urgence-france-sang-froid-terreur_n_8559926.html).