Vorig jaar, tijdens de Week Tegen Racisme, zou theatercollectief Our Footsteps hun voorstelling spelen in Pakhuis De Zwijger in Amsterdam. Helaas kon de voorstelling niet plaatsvinden vanwege de coronamaatregelen. Our Footsteps is een performance collectief waarin de meeste performers nieuwkomers zijn. Dit is het eerste theaterinitiatief in Nederland waarbij mensen met een vluchtachtergrond zelf de inhoud van de performance bepalen zonder vooraf door de regisseur bedachte situaties of teksten.
Lange tijd kwam het collectief door corona niet samen en waren er geen voorstellingen. Het was voor iedereen een moeilijk tijd, maar extra moeilijk voor mensen die in asielcentra verblijven en zich vergeten voelen door de maatschappij, geen of zwak internet hebben. Of voor zij die zonder papieren van de ene naar de andere locatie trekken. Juist in deze tijden komen racisme en ongelijkheid meer dan ooit bloot te liggen. Toch is Our Footsteps dit jaar terug met een nieuwe voorstelling tijdens de Week Tegen Racisme die dit jaar online door zal gaan.
Ze willen in hun nieuwe, poëtische performance Footsteps Against Racism opnieuw een boodschap brengen over de absurditeit van grenzen. Het is een voorstelling over geopolitiek, over herinneringen en over dolfijnen die mensen op de vlucht door de Middellandse Zee begeleiden. Hun stemmen tegen onderdrukking en discriminatie zullen opnieuw hoorbaar zijn. Over de harde realiteit en een gedroomde, betere wereld. Het is een performance die laat zien dat er een andere wereld bestaat, een wereld vol solidariteit en menselijkheid. Hoe kan een theatercollectief als Our Footsteps met een voorstelling als deze bijdragen aan zo’n wereld? Ik sprak hierover met Roberto Bacchilega, de artistiek leider van dit collectief.
In januari 2019 ontmoette ik Roberto voor het eerst op een solidariteitsbijeenkomst voor nieuwkomers in Amsterdam. Een rustige, intelligente verschijning, met een witte baard en twinkelende ogen. Ik had toen nog geen enkel idee dat ik de dag erna zelf zou gaan deelnemen aan zijn theaterworkshops en me er het hele volgende jaar vol overgave in zou storten.
Is theater altijd al een belangrijk deel van jouw leven geweest?
Ik ben in de jaren zeventig in Italië met theater begonnen. In die tijd vormde theater maken vaak een onderdeel van activisme. We deden dat als vriendengroep. Ik was toen nog jong, pas zestien. We kregen een beetje begeleiding daarin van een wat oudere vriend. Tot mijn vijfentwintigste heb ik met die groep theater gemaakt en daarna ben ik naar Nederland vertrokken. Inmiddels woon ik nu voor meer dan de helft van mijn leven in Nederland. De eerste jaren na mijn aankomst heb ik niets met theater gedaan. Ik moest overleven: werk zien te vinden, rond zien te komen. Een jaar of twintig geleden ben ik opnieuw met theater begonnen. Onafhankelijk theater. Dat wil zeggen onafhankelijk van instellingen, overheden en hun subsidies.
Hoe ben je begonnen met dit multiculturele theater?
Ik denk dat dat gewoon gebeurde. Het gebeurde omdat ik het echt wilde en omdat het een duidelijk onderdeel was van mijn traject in het leven. Soms ben je je daar niet eens bewust van. Zeker in het begin niet. Maar later besef je dat wat er gebeurt een onderdeel is van dat pad.
Zo begon ik een aantal jaren geleden met meertalig theater. Twee of drie kleine poëtische performances in verschillende talen. Ik heb daarvan geleerd hoe rijk het is om te werken in een multiculturele context met multiculturele artiesten en in verschillende talen, in vergelijking met monocultureel, eentalig theater. Hoeveel je kunt leren van elkaar.
En waarom specifiek met performers met een vluchtachtergrond?
Ik liep al een aantal jaren met dat idee. Deze inspiratie kreeg ik ten eerste omdat ik nog geen performances door mensen met vluchtachtergrond had gezien in Nederland. Misschien bestond het wel ergens en was ik me er niet bewust van. Maar ik kende het in elk geval niet in Nederland. Ik vond het daarom hard nodig om zoiets op te starten. Ten tweede kreeg ik deze inspiratie doordat ik zag en volgde wat mijn oude theatergroep in Italië deed. Ik zag hen jarenlang allerlei soorten theater maken, van straattheater tot klassiek theater, maar vooral maatschappelijk theater. Dat laatste betekent dat zij werken met groepen mensen met een migratieachtergrond en met sans papiers. Dat soort theater zag ik ook voor me. Ik wist alleen nog niet hoe. Dat werd plots duidelijk toen ik naar de solidariteitsavonden voor nieuwkomers in Amsterdam ging. En in januari 2019 zijn we met de eerste theaterworkshops begonnen.
Hoe heeft het theatercollectief toen verder vorm gekregen?
De groep is organisch ontstaan. En dat is nu na al die tijd nog steeds een beetje de aard van de groep. Er is nu een groep met een echte kern, maar die blijft open voor nieuwe mensen. Op die manier kunnen we ook nieuwe vluchtelingen verwelkomen. En soms gaan er mensen weg. Omdat ze ergens anders in Nederland een verblijfsplek toegewezen krijgen en soms, dat is jammer genoeg ook al gebeurd, omdat ze Nederland uitgezet worden omdat hun asielaanvraag niet goedgekeurd werd.
Kun je iets zeggen over het karakter van dit theater?
Het theater dat wij maken is geen theater in de engste zin van het woord. Er is namelijk geen script en niemand speelt een rol. Je speelt geen Oedipus, Electra of Macbeth. Dat ben je niet en dat hoef je ook niet te zijn. Je speelt jezelf. Of eigenlijk een abstractie van jezelf. Wat wij doen zou je een symbolische, abstracte zelfrepresentatie kunnen noemen, van een moment of momenten in je leven. Het idee van zelfrepresentatie is in de groep ontstaan. Ik geloof namelijk in een immanente vorm van theater. Hiermee bedoel ik eenheid, zonder dualisme. Er is dus in onze performances geen splitsing tussen 'ik', 'jij', 'jij en jij', 'ik en jij'. En immanent betekent ook - tenminste in mijn interpretatie - dat het gaat om iets waarbij je een urgentie voelt om actie te ondernemen. In dit geval een bottom-up proces waarin improvisatie een belangrijk element is voor de uiteindelijke theatrale actie. Ik zou ook niet op een andere manier willen werken. Ik wil niet zeggen tegen iemand met migratie roots of een vluchtachtergrond met belangrijke ervaringen en eigen verhalen: 'Hier is je tekst. Dit moet je tegen de volgende keer leren.' Waarom zou je dit soort dingen van bovenaf moeten bepalen? Nee, dat is niet nodig. Daarom werken we met deze methode.
Is het anders om met deze groep te werken dan met mainstream performers zonder vluchtachtergrond?
Wat ik heb geleerd van werken met mensen met een vluchtachtergrond is dat de bereidheid om aan de voorstelling te werken ongelooflijk is, ondanks dat er soms gebrek is aan ervaring. Om ervoor te gaan, om het echt te doen. Soms onvoorwaardelijk, op een manier waarop iemand die zich een professional noemt dat niet doet. De frisheid. Die niet-mentale benadering. En in een jaar tijd is de groep enorm gegroeid. In de eerste plaats als mensen, iedereen in de groep is bijna familie van elkaar geworden. Maar ook artistiek gezien. Een vriendin die na een half jaar opnieuw een voorstelling van deze groep zag zei: ‘Je hebt geen idee hoe deze mensen zijn gegroeid, wat voor stappen ze hebben gemaakt.' Dat is heel goed om te horen want soms, als je erin zit, dan zie je dat niet.
Wat voor rol speelt dit theater in de antiracistische context?
Er zijn verschillende lagen van racisme te zien in de cultuursector, zoals culturele instellingen, musea en ook theater. Er is het racisme tegenover hier geboren mensen met Surinaamse, Antilliaanse of Marokkaanse roots. Maar er is ook een steeds groter wordende groep nieuwkomers - mensen met een vluchtachtergrond zijn daar een deel van - die vaak in alle discussies over racisme zelfs helemaal niet voorkomen. Die vaak helemaal buitengesloten worden uit de maatschappij en de creatieve initiatieven in de maatschappij. De beperking van de taal is dan vaak een smoes die gebruikt wordt om deze mensen buiten te houden. In de kunsten worden de projecten van nieuwkomers vaak niet eens overwogen bij een aanvraag of sollicitatie. Zonder te weten wie deze persoon is en zonder te denken: 'Zal ik daar eens in gaan investeren? Zal ik dat eens een keer proberen?’ Altijd dat op safe spelen. Culturele instellingen doen dat ook vaak. Die willen zeker weten dat ze publiek krijgen. Ze willen zeker weten dat de voorgestelde voorstelling een publiekstrekker is. Dat is zo vermoeiend en ook zo saai en voorspelbaar. Our Footsteps geeft ruimte aan nieuwkomers om zichzelf en hun creativiteit te ontplooien zodat zij hopelijk in de toekomst in nog meer voorstellingen zullen spelen. Het collectief probeert als groep zo divers mogelijk te zijn, dat is tenminste een streven.
Is activisme door middel van theaterperformances anders dan andere soorten van activisme?
Ik zie theater - of eigenlijk in het algemeen de kunsten - als een middel om bepaalde narratieven over de wereld naar voren te laten komen. We moeten niet vergeten dat mainstream cultuurmakers en mainstream media ook hun narratief hebben. En die narratieven zijn, zelfs als dat niet zo lijkt, altijd politiek. Het is dus heel belangrijk dat we steeds weer een alternatief verhaal blijven vertellen, dat ook gelinkt is aan een antiracistische, politieke visie op de wereld en de maatschappij. Our Footsteps en de performances die we geven zijn dus een product. Een artistiek product. Ik wil eigenlijk dat lelijke woord niet gebruiken. Maar de manier waarop je tot dat product komt, dus het creatieve proces, kun je op een exploitatieve manier doen, op op een andere manier. In het theater dat wij maken doe je mee omdat je er plezier aan beleeft, omdat je de behoefte hebt om deel te nemen, omdat dit een manier is om je creativiteit te uiten, om je stem te laten horen. Ik heb soms een beetje de arrogantie om te zeggen dat wij theater en activisme doen. Maar activisme heeft in werkelijkheid natuurlijk vele betekenissen en vormen.
Wat zijn de belangrijkste uitdagingen van dit soort van theater en activisme?
De grootste uitdaging is de energie, de motivatie, de urgentie vinden om de groep te blijven ondersteunen en verder te gaan. Een groep die bij elkaar is, niet omdat wij mensen casten omdat we toevallig een vrouw nodig hebben of een musicus voor een productie, maar omdat mensen uit zichzelf bij deze groep komen en bij deze groep willen blijven. Het maken van een nieuwe voorstelling is ook niet alleen een leuk maar soms ook frustrerend proces. Het is vooral voor mensen zonder papieren niet gemakkelijk om langdurig bij de groep te blijven om te creëren en repeteren, omdat zij vaak nergens aanspraak op kunnen maken en nauwelijks rechten hebben. Zij hebben vaak zoveel andere zaken aan hun hoofd en zoveel problemen in het dagelijks leven zoals het gedwongen van plek naar plek moeten trekken. Daardoor hebben zij vaak weinig ruimte in hun hoofd en in hun leven om deel te kunnen nemen aan theater. Het is dus een grote uitdaging om te blijven groeien als groep, om inclusief te blijven en om duurzaam te zijn.
De nieuwe voorstelling van Our Footsteps zal op 19 maart van 20u30 tot 21u30 hier online te zien zijn bij de Week Tegen Racisme in Pakhuis De Zwijger.
Over de auteur:
Karin Schuitema studeerde archeologie van het Midden-Oosten en deed onderzoek in onder andere Syrië, Egypte en Turkije. Haar onderzoek kwam steeds meer op het snijvlak van geschiedenis, antropologie en politiek te liggen. Zo voerde zij etnografisch en stedelijk onderzoek uit in Istanbul en werkte zij als onderzoeker in conflictstudies op Cyprus. Zowel in deze landen als in Nederland was zij op zowel persoonlijk als op onderzoeksvlak betrokken bij het thema migratie. Visueel beeld, met name fotografie, is vaak een belangrijk onderdeel van haar werk en onderzoek.