Wat we nu dagelijks ervaren is niet minder dan science fiction, pure toekomst.
“Star Trek was an attempt to say that humanity will reach maturity and wisdom on the day that it begins not just to tolerate, but take a special delight in differences in ideas and differences in life forms. […] If we cannot learn to actually enjoy those small differences, to take a positive delight in those small differences between our own kind, here on this planet, then we do not deserve to go out into space and meet the diversity that is almost certainly out there.”
Gene Roddenberry, Star Trek creator.
(GENERAL SPOILER ALERT!)
Net zoals Christopher Nolan’s The Dark Knight Rises zich afspeelt met de Occupy beweging als decor en Bryan Singer’s X-Men over het Amerikaanse minderhedendebat handelt, gaat de jongste aflevering van de Star Trek franchise, op zijn Hollywoods weliswaar, over actuele thema’s. De openingsscène van J.J. Abrams’ Star Trek: Into Darkness illustreert niks minder dan het ontstaan van een religie. Ik had nootjes en frisdrank bij, mijn GSM had ik al op stil gezet, ik was klaar om te genieten van hersenloos entertainment. Maar met zo’n opening had ik geen andere optie dan mijn notitieboekje naar boven te halen.
Met religie als achtergrond (dankzij de openingsscene) is het kwestie van een paar minuutjes om, in het kader van de gesimplificeerde infotainment-visie van de actualiteit, duidelijk te maken waar de film over gaat: terrorisme. The stardate is 2259.55 en een mysterieuze man met de uitstraling van een geestelijke leider vindt een manier om een officier te overtuigen om een zelfmoordaanslag te plegen in hartje Londen. Het zou dus naïef zijn om deze aflevering van een van de meest iconische sci-fi reeksen niet te nemen als een parallel met de recente geschiedenis van onze planeet.
Where no man has gone before
Star Trek volgt sinds 1966 de avonturen van Captain Kirk en de bemanning van de USS Enterprise, een ruimteschip met de exploratie van het universum als primaire doelstelling. Hoewel de opdracht van de Enterprise vreedzaam is, zien ze zichzelf af en toe betrokken in, tja, interplanetaire conflicten. En gezien de wereld op dat moment zodanig geëvolueerd is dat geweld tot het verleden van de aarde behoort, komen ze altijd in conflict met, ehum, aliens. Over de eventuele kolonialistische, paternalistische of anticommunistische/bipolaire ondertoon van de oorspronkelijke serie zal ik me niet uitspreken. In Star Trek: Into Darkness worden Kirk en Spock gevraagd om de terroristische aanslag te verklaren en op die manier wordt de USS Enterprise voor één keer betrokken in een operatie van een militaire aard: de mysterieuze misdadiger bevindt zich volgens de intelligentsia in de vijandige planeet van de Klingons en moet geëlimineerd worden.
Tot zover kunnen we zonder enige moeite Bin Laden en het Midden-Oosten herkennen en lijkt de missie van de Enterprise verdacht veel op het plot van Kathryn Bigelow’s portret van de jacht op Al Qaeda, Zero Dark Thirty. Maar de beslissing van Kirk om Khan, de terrorist (die trouwens ook een ex-agent is van het geheime dienst, of zoiets) niet te vermoorden, vertaalt zich in het eerste waardeoordeel van de film over de actualiteit: waar Christopher Nolan kiest voor Politie, Law & Order en het systeem -- met een portret van de Occupy beweging als een vernietigende vorm van anarchie-- en Kathryn Bigelow kiest voor de afstandelijke en zogezegd “objectieve” weergave van onaanvaardbare folterpraktijken, kiest J.J. Abrams voor de moralistische houding tegen de controversiële drone-executies van vermoedelijke terroristen door de Amerikaanse veiligheidsdiensten in het buitenland.
Het is daarom dat we meer te weten krijgen over Khan Noonien Singh, een GGO-mens uit het verleden die gewekt werd uit zijn cryoslaap om de USS Vengeance (een zwaar bewapend oorlogsschip) te ontwikkelen, ter voorbereiding van een eventuele oorlog met de Klingons. Ondertussen eet ik verder van mijn nootjes en drink ik verder van mijn frisdrank, want de film begint te lijken op wat ik in eerste instantie kwam kijken.
The wrath of Khan
Een van de meest onbegrijpelijke reacties waarvan ik ooit gehoord heb was die van een allicht kleine minderheid Amerikanen op de tsunami van Fukushima. “Karma” klonk het onder de hardnekkige rednecks: 70 jaar later waren er nog een paar idioten die een tsunami zagen als een straf voor de aanval op Pearl Harbour. Misschien was ik daarom niet helemaal verbaasd toen de USS Vengeance, meer dan 10 jaar na de ineenstorting van de Twin Towers, zich met Khan aan boord tegen de futuristische skyline van San Francisco richtte. Een aantal Amerikanen zullen niet snel voorbij Nine Eleven kunnen kijken, vrees ik.
De film eindigt met een antioorlogs-retoriek en een gigantische plot hole, want niemand weet waarom de aarde zich ineens geen zorgen meer moet maken over een intergalactisch confict na de dodelijke operatie in het land van de Klingons. Maar dat gebeurt vaker met zulke ingewikkelde verhaallijnen.
Ik verlaat de zaal en laat mijn vinger glijden over het scherm van mijn GSM en ik begrijp dat we vandaag in een realiteit leven die ondenkbaar was toen Star Trek voor het eerst uitgezonden werd. Wat we nu dagelijks ervaren is niet minder dan science fiction, pure toekomst.
En in de toekomst waarin we nu leven hadden we verwacht dat we de vrede al lang zouden hebben bereikt. Dat we tegen vandaag onze diversiteit al gingen kunnen begrijpen en omarmen, en dat we op die manier klaar konden staan om de diversiteit van het universum te verkennen.
Maar helaas, het is ons niet gelukt, want zowel vrede en omarming van onze diversiteit lijken concepten te zijn die nog bij het domein van de science fiction horen, in de duistere geschiedenis van de mensheid.