De politieke verantwoordelijkheid blijft uit beeld, net zoals de collectieve, structurele en historische dimensies van racisme in Vlaanderen.
Het is een open deur intrappen: Vlaanderen kan niet om met het structureel racisme. Dat maakt de berichtgeving en duiding over de racistische reacties op de dood van Ramzi, een jonge landgenoot nogmaals heel duidelijk. Racisme wordt in onze samenleving gezien als iets uitzonderlijk. Iets eigen aan een kleine groep van individuen. Dat racisme echter een structureel probleem is, wordt doorgaans in alle toonaarden ontkend. Racisme heet dan 'relatief' te zijn. Dalende cijfers in de aangifte van racisme wordt dan nogal snel gelezen als ‘we zijn toleranter geworden’ in de laatste decennia. Niets lijkt die lezing echter te bevestigen.
Er is een traditie in ons land om racisme te begrijpen als iets eigen aan het individu. Men is dan racist of men is het niet. Dat racisme wordt dan herkend als expliciet racisme, zoals we nu zagen op de Facebookpagina van de Vlaamse Verdedigingsliga. Racisme wordt maar herkend als racisme als het zich in deze vorm voordoet. En dan zijn politici er als de kippen bij om hun morele verantwoording te uiten. Om op te roepen dat er nog werk is aan 'onze inclusieve samenleving', om de Vlaamse vlag te redden en te stellen, zoals Francken doet, dat ‘zijn partij’ daar niets mee van doen heeft. Francken beschrijft die commentaarschrijvers, net zoals Gatz als ‘ziek’. Racisme, wordt zo een soort psychische gestoordheid, die dan individueel moet beholpen worden.
De nieuwsuitzending van de VRT (2/08/2016) kan hier gelden als voorbeeld. De totale uitzending verbeeldt Vlaanderen als een samenleving die racisme collectief moreel veroordeelt. Het probleem situeert zich dus niet in ‘onze samenleving’, maar in die ‘ziekelijke’ individuen. We zien het nu wel opduiken, niet omdat dit ‘normaal’ is, maar omdat zij - die ziekelijke individuen - toegang hebben tot hun eigen media. De interventie van Loobuyck in hetzelfde journaal vat die denkpiste mooi samen. Dergelijk racisme is ‘een zaak van angst, simplismen en wordt aangevuurd door sociale media’. We krijgen een eenstemmig discours te horen dat racisme neerzet als een individuele psychische aandoening.
De politieke verantwoordelijkheid blijft uit beeld, net zoals de collectieve, structurele en historische dimensies van racisme in Vlaanderen. We hoeven nochtans niet veel moeite te doen om uitspraken van onze politici, journalisten en academici te vinden over ‘de moslims’, over ‘vreemdelingen’ en ‘de migranten’ (en de daarbij horende subthema’s) als bedreigingen voor onze samenleving. We hoeven niet veel moeite te doen om uitspraken te lezen als ‘racisme is relatief’, over ‘de bedreigende natuur van de islam’ en het feit dat we zoveel mogelijk migranten moeten stoppen aan onze grenzen. Dat we ‘onze waarden moeten verdedigen’ tegen hen. Dat we hen moeten beschaven en integreren. En nu doen alsof al die vormen van elite racisme geen impact hebben. Om nu de handen in onschuld te wassen en een morele veroordeling uit te spreken is net iets te makkelijk.
Het zou onze elite sieren om eens de hand in eigen boezem te steken. Racisme is een structureel probleem in Vlaanderen, en het is heus geen fenomeen van de marge alleen, het wordt al bijna 3 decennia aangewakkerd in de elite vertogen van dit land. Het is dan ook fout te denken dat racisme zich beperkt tot de lage klassen. Het is door en door verweven met structuren in onze samenleving. Het is een oude boodschap, maar ze is belangrijk. Racisme is een ideologie, het is dus veeleer een collectief dan een individueel gegeven. Mochten we dat inzicht nu eens aan boord hijsen, dan kunnen we eindelijk een stap in de goede richting zetten, naar een democratie waar gelijkheid geen loos concept is.
Dat vereist dat we bereid zijn om werkelijk inzicht te verwerven in hoe racisme werkt als ideologie. Om ons even in te leven in het leven van de slachtoffers van racisme. Om het individuele te overstijgen en te kijken naar de structurele en collectieve dimensie van racisme. Om in te zien hoe racisme de structuur van onze samenleving bepaalt en dus om in te zien hoe racisme de democratie ondergraaft. Racisme is dagelijkse kost, het beperkt zich niet tot sociale media en uitzonderlijke situaties. Dat niet willen zien, is een zaak van onwil. We hebben in ons landje geen gebrek aan gedegen onderzoek en onderzoekers inzake racisme, waarom dit niet eens ten gelden maken.
Het is hoog tijd dat we het humanisme terug laten spreken in de debatten over diversiteit en migratie, in plaats van het homogeen nationalisme. Want die debatten zijn de grote productieve krachten van racisme in onze samenleving. En het zou ons sieren, dat we eens een krachtdadig antiracismebeleid opzetten in plaats van goedkope morele veroordelingen uit te spreken. Dat zou van moed getuigen. De rest is goedkope symboolpolitiek waar best niet te veel geloof aan kan gehecht worden.
Ico Maly is docent Nieuwe media en politieke (Tilburg University) en hoofdredacteur van Diggit Magazine.