In de film leest men tussen de lijnen door de geschiedenis van Algerije, haar burgeroorlogen, de kolonisatie, de toestand waarin Algerije is achtergelaten en de manier waarop er wordt neergekeken op Algerije.
Timgad, ook gekend als het Pompeï van Noord-Afrika en beschermd door UNESCO als Werelderfgoed, staat centraal in deze prettige familiefilm. Het verhaal begint als een sprookje waarbij op de bijzondere nacht van 4 december 1996 12 kinderen geboren worden in Timgad, 11 jongens en 1 meisje. Later zullen de jongens een voetbalploeg vormen: de Juventus van Timgad. Ze hopen de grote finale van een Algerijnse jeugdvoetbaltoernooi in het Velodroomstadium te Marseille te winnen. Een echte kans om Timgad weer te laten schitteren.
Hiervoor zou een professionele coach wel wonderen doen en het toeval wilt dat er net een archeoloog (Mounir Margoum) om er opgraafwerken te doen met een voetbalverleden. De archeoloog met de koosnaam: de ingenieur van de stenen wordt gepromoveerd tot de coach van de Juventus van Timgad. Hij had vroeger nog meegespeeld in Le bataillon de Joinville naast bekende namen, wat hem the golden ticket maakt om de beker binnen te halen.
Fabrice Benchaouche, regisseur van de film, heeft er een hoopgevende feel good movie van gemaakt. We worden geconfronteerd met de geschiedenis van Algerije en de Franse visie op het land wordt in humoristische one-liners uit de doeken gedaan.
Het werd een film vol couleur locale in de dialogen en de humor. In de beelden ontdekken we de geërfde realistische armoede die in Algerije nog zichtbaar aanwezig is. En toch luidt de film: Alles is mogelijk, zelfs een voetbalploeg uit een klein dorpje kan een beker winnen in een legendarisch stadion waar vele grote namen hun sporen na lieten.
We zien er de kinderen les krijgen in een klein dorpsschooltje die doet denken aan het schooltje in Little House on the Prairie. De jongeren voetballen zonder schoenen. Ze zijn immers te arm om deftige voetbalschoenen te kopen. De waarden die een klein dorpje typeren worden zichtbaar: de ‘dorpsliefde’ die er voor zorgt dat iedereen elkaar kent en helpt. Al is er ook de kleine rotte appel, die door onze Belgische Mourade Zeguendi wordt vertolkt. Hij symboliseert de Gargamel van het dorp.
Opvallend is ook de belangrijke rol van de vrouw in de film, dat fel contrasteert met het steeds weer terugkerende vooroordeel dat vrouwen minder zijn in ogen van Arabieren.
In de film leest men tussen de lijnen door de geschiedenis van Algerije, haar burgeroorlogen, de kolonisatie, de toestand waarin Algerije is achtergelaten en de manier waarop er wordt neergekeken op Algerije. Hier en daar krijgt men ook een uiting van de wijze waarop Arabieren niet akkoord gaan met terroristen die in naam van hun geloof moorden. Het is en blijft een relevante boodschap is.
Een gevoelige film dus die anno 2016 op een voorzichtige manier de verweven geschiedenis van Algerije en Frankrijk aanraakt.