We werkten om buffalo's te kunnen dragen, we hadden die zelfs in verschillende kleuren

Beste Mohammed, Mohammed, en Mario alias Mohammed, Een van jullie vroeg mij om iets over hem te schrijven. Hij was teleurgesteld omdat ik nog nooit iets over hem had geschreven. "Wat kan ik nu over jou vertellen?", vroeg ik
We werkten om buffalo's te kunnen dragen, we hadden die

We hadden stijl, jawel, we waren sexy mothafuckers die de straat als onze persoonlijke catwalk zagen.

 

Beste Mohammed, Mohammed, en Mario alias Mohammed,

Een van jullie vroeg mij om iets over hem te schrijven. Hij was teleurgesteld omdat ik nog nooit iets over hem had geschreven.

"Wat kan ik nu over jou vertellen?", vroeg ik.

"Je kunt zoveel dingen over mij zeggen. Maak anders een beetje reclame voor mij. Je weet toch dat ik acteur ben? Zeg dat ik binnenkort een belangrijke rol in een film heb. Zeg ook dat die gast van Rundskop niets is in vergelijking met mij. Maak mij gewoon niet belachelijk en vertel geen dingen die haram zijn. Want de laatste tijd begin je toch streken te krijgen. Praat anders wat over vroeger, over de goede tijden en geef mij de hoofdrol in je tekst. Ik ben namelijk interessant. Dan schrijf je eindelijk eens een goeie column en niet meer van die saaie shit. Gij weet."

Wat moet ik nu zeggen? We waren een clubje dat graag rondhing. Je moest proper zijn op jezelf. Je moest kunnen voetballen en er thuis van langs krijgen met de riem. Om aan geld te raken, wasten we af in restaurants, plantten prei en plukten bloemkolen bij een boer. We werkten om buffalo's te kunnen dragen. Jawel, we hadden die zelfs in verschillende kleuren. Een van de Mohameds droeg buffalo's onder een te strakke short. Hij vond dat die schoenen zijn geschoren benen mooi accentueerden.

We droegen ook voetbalshirts met reclame op en we gingen de deur niet uit zonder de Chicano-jeans met veel te brede pijpen. We hadden lange haren, die we in het gelid hielden met een soort lijm die naar kokos stonk. Ook al zagen we bruin, we kropen zo vaak onder de zonnebank dat we oranje zagen en het leek alsof we ons dagelijks met Fanta wasten. We hadden stijl, jawel, we waren sexy mothafuckers die de straat als onze persoonlijke catwalk zagen.

We groeiden op in een dorp waar de knapste, slimste en grappigste personen rondliepen. We gingen er naar boerenbondfuiven waar we in een hoekje wat uit de hoogte deden. Omdat we daar zo in een hoekje zaten, dachten de andere fuifbeesten dat we de lokale drugsbaronnen waren. Maar het enige wat we ooit dealden, waren Snickers en Mars op het speelpleintje.

We geloofden niet in school; letters bezorgden ons koppijn. Bovendien waren we ervan overtuigd dat we profvoetballer zouden worden. Niet bij Lokeren, Gent of Beerschot. Het zou op zijn minst A.C. Milan of Barcelona zijn, maar met Ajax was Mario die zich het liefst met Mohammed laat aanspreken ook tevreden. Moest dat niet lukken, konden we nog altijd rapper worden. We kenden zelfs meer rapteksten dan koranverzen uit het hoofd. Geloof mij, we kenden heel wat koranverzen uit het hoofd.

Aan de ene kant wilden we er overal bij horen en aan de andere kant weer niet. Kritische gedachten bleven voorlopig nog ergens in ons hoofd zweven.

We wilden schapen met stijl zijn die elkaars dromen volgden en perfect konden functioneren in wat we de clash der beschavingen noemden. Misschien werd er wel te veel van ons verwacht en hielp de verbeelding ons aan de realiteit te ontsnappen. En je mag zeggen wat je wilt, die buffalo's zaten verdomd goed.

Vriendelijke groet,

Fikry El Azzouzi