Wie is 'de boze witte man'? Hij is in elk geval niet enkel een man, en zijn boosheid is niet louter economisch te verklaren.
Een nieuw type mens is ten tonele verschenen: de boze witte man. De boze figuur die uit de boot van de globalisering viel. De witte arbeider die zijn job zag vertrekken naar het buitenland en daarom kwaad is op de politieke elite. De man die het niet meer neemt met de betutteling van de rijken en die daarom gemakkelijk ten prooi valt aan populisten zoals Trump.
Deze boze witte man biedt volgens velen de heldere verklaring voor het feit dat Trump en niet Hillary vorige week ingezworen werd als nieuwe president van de VS. Het lijkt zelfs zo voor zich te spreken dat verschillende cartoons in De Morgen hem reeds afbeeldden: een kaal hoofd, een norse blik en een pint in de hand.
Maar bestaat die boze witte man wel echt? Biedt hij werkelijk de verklaring voor de politieke processen van de laatste maanden? En wordt hij wel degelijk enkel door financieel-economische frustratie gedreven?
Een aantal elementen lijken sommige schijnbare evidenties in elk geval tegen te spreken.
Op de eerste plaats waren het uiteraard niet enkel mannen die voor Trump stemden. Op maandag verscheen eveneens in De Morgen een uitgebreid artikel over het feit dat Trump ook op een behoorlijk percentage vrouwelijke stemmers kon rekenen.
Wanneer in dat artikel gezocht wordt naar mogelijke verklaringen biedt het verschillende mogelijkheden van ‘geïnternaliseerd seksisme’ tot ‘partijloyauteit’. Het zal zeker een gedeeltelijke verklaring bieden. Maar eigenaardig genoeg bleek ‘racisme’ niet in dat lijstje gedeeltelijke verklaringen opgenomen te worden. Een statistiek die extra in de verf werd gezet, liet er nochtans weinig twijfel over bestaan: 53 procent van de blanke vrouwen stemde voor Trump, van de zwarte vrouwenstemde 4 procent en bij latina’s lag dit percentage op 25 procent.” Neen, vrouwen stemden inderdaad niet met hun vagina (zoals het artikel kopte), maar blijkbaar wel in grote mate met hun huidskleur.
Gelijkaardige patronen kan je ook zonder problemen onder mannelijke Trump-stemmers vaststellen. De gerenommeerde journalist Mehdi Hasan maakte dat reeds uitvoerig duidelijk tijdens één van zijn Upfront Reality Checks (die we vanuit Kif Kif ondertitelden en dat je ook nog eens onderaan dit artikel vindt): “Een studie stelde vast dat de gemakkelijkste manier om te achterhalen of iemand Trump of Hillary steunde het antwoord was op de vraag of Obama een moslim is. Dat bleek accurater dan hen vragen of ze republikeinen waren. (…) Andere studies toonden een sterke relatie aan tussen racisme tegenover zwarten en steun voor Trump. Trump aanhangers gaan beduidend sneller Afro-Amerikanen omschrijven als crimineel, niet intelligent, lui en gewelddadig. Ze zijn er beduidend meer van overtuigd dat kleurlingen witte jobs afpakken. En de meerderheid onder hen zegt dat zwarten minder geëvolueerd zijn dan witten.”
Ook de economische frustratie van de Trump stemmer vraag op dat vlak om nuance. Want indien deze werkelijk zo’n sluitende verklaring biedt, dan kan men zich afvragen waarom dezelfde economische frustratie niet nog sterker doorweegt bij gekleurde mannen en vrouwen. Op financieel-economisch vlak vaak staan zij er immers vaak veel slechter voor dan hun witte tegenhangers – net zoals migranten in ons eigen land 3 tot 5 keer meer kans hebben om onder de armoedegrens te leven.
Worden we dus werkelijk louter geconfronteerd met een greep naar de macht van ‘de boze witte man’ die kwaad is omdat zijn job geoutsourced werd? Hij is in elk geval niet enkel een man, en zijn boosheid is niet louter economisch te verklaren. Hij zal ook niet louter bier drinken, nors kijken of kaalhoofdig zijn. En zijn ‘witheid’ is misschien wel van groter belang dan de meeste analyses doen uitschijnen.