'Allochtone vrouwen komen minder bedreigend over in de politiek dan allochtone mannen'

'Ik heb in het verleden ook gepleit voor praktijktesten, ik hoop dat dat punt terug op de agenda kan komen. Uit onderzoeken blijkt dat bij aanwerving nog heel wat discriminatie gebeurt.' Youssef Kobo sprak voor Kif Kif met Nahima Lanjri (CD&V)

Onlangs publiceerde het Minderhedenforum een onderzoek dat uitwijst
dat er nog steeds te weinig allochtonen in de politiek zijn.
Kif Kif ging op bezoek bij de leading ladies van de Vlaamse politieke partijen
met een migratieachtergrond en bevroeg hen naar hun ervaringen in de Belgische politiek.

Hoe zijn zij in de politiek beland?
Vinden zij dat onze parlementen wat meer kleur/vrouwelijk geweld nodig hebben?
Waar liggen volgens hen de uitdagingen van de multiculturele samenleving?
Hoe kijken zij uit naar de verkiezingen van 2014? Lees het hele dossier hier op Kif Kif 

 

Hoe bent u in de politiek verzeild geraakt?

Als jongere had ik nooit gedacht ik in de politiek zou gaan. Ik was de eerste thuis die hoger onderwijs heeft gedaan. Ik ben voor vertaler-tolk gaan studeren aan de KVH hier in Antwerpen. Toen was ik niet echt bezig met politiek. Het was rond dezelfde periode dat het Vlaams Blok voor het eerst opgang maakte. “Jullie zijn gastarbeiders, wanneer het werk gedaan is moeten jullie terug.” Ik vond dat zeer eigenaardig. Zeer confronterend.

Nadat ik afstudeerde ben ik gaan les geven. Op dat moment kregen we de eerste Zwarte Zondag in oktober 1992. Toen was er consternatie alom. Ik ben destijds op een oproep ingegaan om een bijeenkomst bij te wonen waar besloten werd om hier actie tegen te ondernemen. Na verschillende bijeenkomsten beslisten we uiteindelijk om een vereniging op te richten genaamd VIP (Vereniging voor Integratie en Participatie).

De gedachte achter VIP was dat alles draait rond participatie. We zeiden; het loopt mis omdat mensen niet kunnen participeren op alle vlakken van de samenleving. Vanuit die vereniging hebben wij verschillende initiatieven genomen. Zoals vormingen geven over de rechten van de vrouw, over het belang van onderwijs, etc. We hebben destijds ook vaak overlegd met politieke partijen. Die ons bevroegen over onze standpunten en voorstellen. Later werd me gevraagd om op het kabinet van Wivina Demeester te komen werken. Na verschillende gesprekken met de kabinetschef en later met de minister heb ik uiteindelijk toegehapt. Zo ben ik dus in de politiek beland.

In de eerste legislatuur heb ik mij bezig gehouden met integratiebeleid, armoedebestrijding en gelijke kansen, later heb ik mij onder meer ook toespitst op werk en begroting. In 1994 ben ik voor het eerst opgekomen voor de verkiezingen en verkozen geraakt. Ik heb 18 jaar in de Antwerpse gemeenteraad gezeteld en nu in de districtsraad. In 2003 ben ik dan opgekomen voor de Kamer en sindsdien zetel ik in het parlement waar ik me bezighoud met asiel & migratie en sociale zaken. Dat laatste is een ruim thema, het heeft betrekking op sociale zekerheid, kinderbijslag, pensioenen, werkloosheid, invaliditeit, …

 

Waarom zijn er zo weinig verkozen allochtonen?

De eerste generatie had nog een beetje de mentaliteit van het land van herkomst waar men zich om verschillende reden afzijdig hield van de politiek. Ze hadden ook geen stemrecht, wij hadden vroeger ook niet echt een cultuur van politieke interesse. Destijds was er ook een zekere terughoudendheid van de politieke partijen. Ook enkele andere slechte ervaringen hebben een rol gespeeld, zoals bijvoorbeeld bij de vorige gemeenteraadsverkiezingen (in Antwerpen) waar allochtone politici bij de SP.a werden gepasseerd voor een mandaat ten voordele van Robert Voorhamme, ook al hadden zij een beter resultaat.

De drempel is voor sommigen te groot en er is ook te weinig begeleiding. Het heeft ook te maken met het feit dat er nog te weinig allochtonen doorstromen naar het hoger onderwijs. Hoe je het ook draait of keert, de meeste mensen in de politiek hebben hogere studies gedaan. Wat natuurlijk niet wil zeggen dat je zonder niet kan slagen in de politiek, denk maar bijvoorbeeld aan Steve Stevaert. Er is nog veel werk aan de winkel, maar wij zijn daar in onze partij mee bezig.


Het is opvallend dat vooral allochtone vrouwen er in slagen door te breken in de politiek, heeft u hier een verklaring voor?

Het ligt vooral aan de negatieve perceptie die er heerst over allochtone mannen. Vrouwen komen minder bedreigend over in de politiek. Sympathieker, zeker migrantenvrouwen, wij hebben er wel voor moeten vechten. Er hangt helaas een heel negatief beeld over onze mannen. Dat beeld moeten wij doorbreken. Dat begint langzaam te veranderen, steeds meer allochtone mannen slagen er in om een carrière te maken in de politiek. Denk maar aan Saïd El Khadraoui of Hamid Riffi.

 

Het aantal vrouwen in het Vlaams en het Federaal Parlement schommelt rond 30-35%, vindt u dit genoeg?

Neen, het is nog niet genoeg. De samenleving bestaat voor de helft uit mannen en de helft uit vrouwen. Dus de politiek zou paritair samengesteld moeten zijn. Ik ben blij met de wetten die daarvoor gezorgd hebben, dat de lijsten voor de helft met vrouwen moeten gevuld worden. Nu moet je alleen ook nog maar zorgen dat vrouwen ook op een goede plaats staan op de lijst. Het zou nog beter zijn als we de lijsten zouden ritsen. Wij zijn al een goed eind opgeschoven, maar ik denk niet dat je nu al mag zeggen dat we er al zijn.


De stijging van het aantal vrouwelijke parlementsleden is er gekomen dankzij dwingende maatregelen bij de lijstvorming, denkt u dat hierin ook een oplossing schuilt om meer kleur in het parlement te krijgen?

Dwingende maatregelen zoals quota zijn niet populair, maar soms noodzakelijk. Wat ik belangrijker vind dan quota zijn de slimme streefcijfers. Stel nu dat je uitgaat van 7%, want dat is het aantal allochtonen (niet-Belgen) in Vlaanderen. Dan ga je met quota in elke gemeente en in elke sector en elk bedrijf 7% allochtonen aannemen. Zelfs als die niet voldoen. Wat niemand wil, ook de allochtonen zelf niet, zij willen op hun kunnen aangeproken worden, niet op hun kleur. En ook als er in die gemeente 30% allochtonen wonen, ga je maar 7% moeten halen. In Antwerpen zou dat bijvoorbeeld leiden tot een ondervertegenwoordiging van mensen van allochtone origine omdat er daar veel meer allochtonen wonen dan die 7%. Dat is dus de enge definitie van quota. Met slimme streefcijfers daarentegen ga je rekening houden met verschillen die er zijn. Dat is verstandiger omdat je bijvoorbeeld niet in elke gemeente eenzelfde percentage allochtonen hebt. Je moet dat streefcijfer aanpassen aan de specifieke gemeenten en sectoren. Je moet in je streefcijfer ook rekening houden met een brede definitie, zoals bijvoorbeeld de VDAB die hanteert en dus niet alleen afgaan op het percentage niet-Belgen.

Ik pleit voor slimme, maar wel dwingende streefcijfers. Pas toe of leg uit. We moeten weg van dat vrijblijvende, we hebben dat jaren geprobeerd met allerlei diversiteitsplannen en dergelijke. Dat werkt niet, nu moeten we voor dwingende maatregelen gaan.

Tot slot, ik ben ook van mening dat je als overheid het goede voorbeeld moet geven. Je moet het ook zelf eerst doen. Ik ben blij dat ik daar jaren geleden in de gemeenteraad een voorstel voor heb uitgewerkt. Daardoor halen we nu bij de stad (Antwerpen) iets meer dan 11%. Dat is nog niet genoeg, maar al wel een enorme vooruitgang al je het vergelijkt met het cijfer waarmee we vertrokken zijn.


Er is weinig animo om discriminatie op de arbeidsvloer, huisvestingsmarkt en in onderwijs aan te pakken, hoe komt dit volgens u?

We hebben binnenkort een nieuw interfederaal centrum. Met die nieuwe structuur kunnen we beter tegemoet komen aan de bevoegdheidsverdeling die er is. Ik hoop dan ook dat er dan echt vooruitgang wordt geboekt in de aanpak van discriminatie. Ik heb in het verleden ook gepleit voor praktijktesten, ik hoop dat dat punt terug op de agenda kan komen. Uit onderzoeken blijkt dat bij aanwerving nog heel wat discriminatie gebeurt. Als men dat kan bewijzen kan het Centrum voor Gelijke Kansen en Racismebestrijding tussenkomen en kan het tot een veroordeling komen, denk maar aan de zaak Feryn. Discriminatie moet meer een aandachtspunt worden in plaats van steeds gebanaliseerd te worden.

 

Wat zijn voor uw partij de belangrijkste thema’s die aan bod moeten komen in de aanloop naar de verkiezingen van volgend jaar?

Wij gaan moeten inzetten op een sociaal economische herstelregering. Wij komen uit een wereldwijde financieel economische crisis waarvan de gevolgen zich bij ons iets later doen voelen. De werkeloosheid is toegenomen, zeker onder jongeren. We moeten inzetten op werkgelegenheid, lastenverlagingen om de werkloosheid aanpakken. Op het Vlaamse niveau moeten we ook de mensen activeren vanuit de werkloosheid, inzetten op innovatie en de onderwijshervorming in goede banen leiden. Hetzelfde geldt voor de recente staatshervorming.

De economie en het onderwijs staan voor mij centraal. Met de economie zijn wij aan het dweilen met de kraan open, die kraan open is het onderwijs. Er worden hele generaties gecreëerd die zonder diploma de school verlaten – in Antwerpen is dat zelfs 1 op 3 jongeren - en daardoor minder kansen krijgen, waar we achteraf dan moeten remediëren. Daarom pleit ik ook voor preventie. Zorg gewoon dat onze jongeren met een kwalificatie afstuderen. Ik zeg niet dat alle jongeren hoger onderwijs moeten volgen. Ik pleit wel voor een kwalificatieplicht. We moeten ook mogelijkheden bieden voor zij die daar moeilijkheden mee hebben en ze een opleiding op de arbeidsvloer geven.

 

Er is veel te doen rond de zoveelste moeder aller verkiezingen, denkt u dat we op een breekpunt staan in de geschiedenis van ons land?

Elke verkiezing wordt aangekondigd als de moeder aller verkiezingen. Ik relativeer dat, het is wel natuurlijk de eerste keer dat alle verkiezingen samenvallen. Ik denk niet dat de doorsnee burger daar zo zwaar aan tilt. We hebben nu wel alles in kannen en kruiken gegoten met de laatste staatshervorming. En nu moet dat ook allemaal op het terrein uitgevoerd worden. Er zijn andere partijen die de valste stelling poneren dat de verkiezingen draaien om een voorzetting van de regering Di Rupo. Het zwaartepunt van de bevoegdheden ligt nu bij de deelstaten, laat ons daar nu het beste van maken. De economische crisis en de gevolgen daarvan zoals werkloosheid en armoede verdienen onze volle aandacht, in plaats van ons verder te gaan bezighouden met het verschuiven van bevoegdheden en creëren van nieuwe structuren.
 

 

>>> Lees in dezelfde reeks ook het interview met Khadija Zamouri (Open Vld), het interview met Meyrem Almaci (Groen) en Zuhal Demir (N-VA)