Met de machtsovername van de Taliban in Afghanistan is ook de burka terug van nooit echt weggeweest. In de reacties op de pijlsnelle comeback van de gewapende fundamentalisten ging de aandacht plotsklaps naar het lot van de Afghaanse vrouwen, en dan vooral hun vestimentaire lot: beelden van de gekende lichtblauwe burka gingen de wereld rond.
Het sluieren van vrouwengezichten is een gebruik dat dateert van voor het ontstaan van de Islam en kan teruggevonden worden in Joodse, Christelijke en oud-Griekse tradities. Via de Arabische veroveringstochten in het Midden-Oosten kwam het gebruik terecht in sommige Islamitische milieus. Tegenwoordig is het merendeel van de Islamitische rechtsgeleerden - uitgezonderd dus onder andere de Taliban - van mening dat het bedekken van het gezicht geen religieuze plicht is voor vrouwen.
Tijdens de vorige regeerperiode van de Taliban, tussen 1992 en 2002, werden vrouwen verplicht om de burka te dragen. In een persconferentie die werd gegeven naar aanleiding van hun recente machtsovername deden de woordvoerders van de Taliban hun uiterste best om duidelijk te maken dat ze het deze keer anders willen aanpakken, en hun wreedaardige en vrouwonvriendelijke praktijken achter zich willen laten. Burkas worden niet langer verplicht, de hoofddoek wel.
Het idee dat de westerse militaire aanwezigheid emanciperend werkt voor vrouwen is een mythe; in het vredesakkoord dat de Amerikanen bij hun terugtrekking onderhandelden werd met geen woord gerept over vrouwenrechten
De Taliban beseft dat de burka-kwestie belangrijk is voor de verderzetting van hun bewind. De militaire interventies van het westen in het Midden-Oosten werden in het verleden al meermaals verantwoord door te verwijzen naar vrouwenrechten. De burka, die door de Taliban gebruikt werden om vrouwen om onzichtbaar te maken in het openbare leven, was daarbij een geschenk uit de hemel. First lady Laura Bush sprak in 2001, bij de militaire intrede van de VS in Afghanistan, de Amerikaanse bevolking toe over het lot van de Afghaanse vrouwen: “The fight against terrorism is also a fight for the rights and dignity of women. In America, next week brings Thanksgiving. After the events of the last few months, we'll be holding our families even closer. And we will be especially thankful for all the blessings of American life. I hope Americans will join our family in working to ensure that dignity and opportunity will be secured for all the women and children of Afghanistan.”
Ook deze keer dus staat de situatie van de Afghaanse vrouwen centraal in hoe het westen zich positioneert. Het verschijnsel waarbij vrouwenrechten geïnstrumentaliseerd worden voor westers imperialisme werd al beschreven door feministische denkers zoals Leila Ahmed en Saba Mahmood. Het idee dat de westerse militaire aanwezigheid emanciperend werkt voor vrouwen is immers een mythe. Ter illustratie: in het vredesakkoord dat de Amerikanen bij hun terugtrekking onderhandelden werd met geen woord gerept over vrouwenrechten. Meer dan 80% van het geld dat de Amerikanen investeerden in de Afghaanse bezetting kwam terecht op de bankrekeningen van de Amerikaanse oorlogsindustrie, niet bij Afghaanse vrouwen.
In zijn pogingen om de Taliban te verslaan werkte het Amerikaanse leger ook nauw samen met Afghaanse krijgsheren (‘warlords’), die in hun geweld en onderdrukking naar vrouwen en andere kwetsbare groepen niet moeten onderdoen voor hun tegenstanders.Velen onder hen kwamen terecht in de regering. Samia Walid van de Revolutionary Association of Women of Afghanistan (RAWA), de oudste Afghaanse feministische organisatie, zegt hierover het volgende in een interview uit 2019:
“The US invaded Afghanistan under the pretext of ‘women rights’ but the only thing it brought on our women in the past eighteen years is violence, murder, sexual violence, suicide and self-immolation, and other misfortunes. The US brought to power the most vicious enemies of Afghan women, the Islamic fundamentalists, and committed an unforgivable treachery against our suffering women. This has been its tactic for the past four decades. By nurturing Jihadi, Taliban and ISIS which are all Islamic fundamentalist elements and not just murderous criminals, but misogynists as well, the US has practically oppressed our women.”
Afghaanse vrouwen organiseren zich actief in het verzet tegen onderdrukking, inclusief buitenlandse militaire inmenging
Het beeld dat we de laatste dagen te zien kregen van de Afghaanse vrouw was die van een vrouw die bibberend onder haar burka de komst van de Taliban afwacht. In het beste geval slaagt ze er nog in om een hulpkreet uit te sturen naar de westerse media. Het tegendeel is echter ook waar: Afghaanse vrouwen organiseren zich actief in het verzet tegen onderdrukking, inclusief buitenlandse militaire inmenging. Dat we er niet in slagen om die vrouwen in beeld te brengen zegt veel over ons: ze passen niet in ons beeld van de onderdrukte hulpeloze Afghaanse, en ze hebben weinig goeds te zeggen over onze militaire aanwezigheid - net op het moment dat westen erg zijn best doet om hun nederlaag te verwerken door hun verwoestende daden wit te wassen.
Maar Afghaanse vrouwen blijven niet bij de pakken zitten. Volgens Yifat Susskind, directeur van MADRE, een internationale vrouwenrechtenorganisatie, ‘staat er een kickass netwerk van klaar met vluchtroutes en ondersteuning voor vrouwenrechtenactivisten die risico lopen om op de kill-list van de Taliban te staan’. Een route van vluchthuizen - Susskind spreekt van een soort underground railroad - voor vrouwen die het land niet kunnen verlaten. Ze verzekert ons dat ‘in tegenstelling tot Amerikaanse berichtgeving, Afghaanse vrouwen zich niet allemaal verschuilen thuis, maar zich actief en succesvol organiseren op dit moment. Plannen zijn in de maak voor clandestiene ziekenhuizen en scholen. Daarbij wordt gebruik gemaakt van de strategieën van vrouwen die in de jaren ‘90 underground werkten, maar ook de ervaringen van vrouwen die verzet organiseerden tegen ISIS.’
Zoals historica Farah Bazzi (Stanford University) terecht opmerkt in een vlijmscherp opiniestuk: Afghaanse vrouwen moeten niet gered worden, maar verdienen wel onze steun. De propagande die we de laatste weken over ons heen krijgen, inclusief de boerkabeelden en de foto’s van Amerikaanse militairen met Afghaanse baby’s op de arm, lijken er op gericht om ons dat te doen vergeten.
Over de auteur:
Nina Henkens studeerde af als sociologe en onderzoeksjournalist en werkte verschillende jaren als beleidsmedewerker rond kinderen en jongeren in maatschappelijk kwetsbare situaties. Als algemene coördinator van Kif Kif is ze verantwoordelijk voor het dagelijks reilen en zeilen van de organisatie. Haar expertisedomeinen zijn de leefwereld van jongeren in de marge en de spanning tussen mensenrechten, veiligheid en discriminatie.