De directeur speelt vals

Na een onthullende reportage in Koppen gisteren over een wankel inschrijfsysteem bij scholen in Brussel en Antwerpen, schrijft Débora Votquenne - een van de maaksters van deze reportage - haar verhaal. Ongelijke onderwijskansen in Vlaanderen?
De directeur speelt vals

In welke mate zijn scholen vandaag een weerspiegeling van onze maatschappij en in welke mate zullen ze dat ooit zijn?

 

Een aantal jaren geleden verhuisden we naar Brussel. Toen we voor ons zoontje van 3 op zoek gingen naar een gepaste school, werd snel duidelijk dat het systeem niets voorziet voor jonge verhuizende gezinnen. We kregen alleen te horen dat we te laat waren. Veel verder dan een “sorry volzet” kwamen we niet. Nog meer choquerend was het toen een van de scholen ons achteruit op de wachtlijst liet gaan in plaats van vooruit. Van de eerste plaats gingen we naar de tweede en in juni kregen we een kort mailtje waarin stond dat we in september toch niet welkom waren.

We zijn nu een aantal jaren verder. Het capaciteitsprobleem is er alleen maar groter op geworden, het inschrijvingssysteem complexer. Maar alle regels ten spijt is er nog altijd misbruik en favoritisme. Als journalist ben ik me gaan verdiepen in de complexe materie van aanmeldingsprocedures en van gelijke onderwijskansen. Het sluitstuk van het onderzoek is de inschrijving van ons zeer welgestelde (fictieve) kind. Door undercover te gaan, leggen we op beeld vast hoe ons elitaire kindje vlotjes 80 anderen voorsteekt op de wachtlijst. Gesjoemel met de inschrijvingen? Het kan. Want het systeem voorziet zo goed als geen sancties voor vals spelende directeurs.

Het beleid van gelijke onderwijskansen van de Vlaamse regering is er om iedereen een gelijke toegang te geven tot zijn of haar voorkeurschool. De strenge inschrijvings- en voorrangsregels moeten er ook voor zorgen dat directies hun persoonlijke voorkeur voor een bepaald profiel van leerling niet kunnen doordrukken. Naast de strikte voorrangsregels voor bepaalde groepen is ook de afstand van thuis tot de school doorslaggevend bij het bepalen wie er nu wel en niet in de school van voorkeur binnen mag.

Maar hoe strikt worden deze inschrijvingsregels eigenlijk nageleefd? We deden de test.

Undercover bij de directeur

2 weken voor de aanvang van het nieuwe schooljaar bellen we een dertigtal scholen die als volzet geregistreerd staan. We doen ons voor als modale Vlaming, net verhuisd en op zoek naar een plekje voor ons kind. Maar helaas, geen plaats in de herberg. In een volgende fase doen we ons voor als een rijke familie die vanuit Dubaï terug naar België komt en - opnieuw - een plaats zoekt voor zijn kind. Het merendeel van de scholen hield ook nu de deur dicht. Er waren gefrustreerde directeurs die boos vertelden over de strenge inschrijvingsregels. En dan waren er de ‘creatievelingen’…

Bij deze laatste categorie slagen we erin om op minder dan twee weken voor het begin van het schooljaar onze zoon in te schrijven! Het zijn telkens hoog aangeschreven scholen, die met lange wachtlijsten zitten. Het zijn scholen die aangeven dat ze volzet zijn en die de deur strak dicht hielden toen we ze als gewone sterveling om een plaatsje vroegen.

Elk systeem heeft zijn achilleshiel natuurlijk. En het doel van onze reportage is ook helemaal niet om het hele beleid af te kraken, verre van. Ik ben ervan overtuigd dat het een ingenieus systeem is dat al veel onrecht kon voorkomen. Maar de vraag die zich hier vooral stelt is, hoe utopisch is de gedachte die erachter schuilt? In welke mate zijn scholen vandaag een weerspiegeling van onze maatschappij en in welke mate zullen ze dat ooit zijn?

Leve de buurtschool

Wanneer ouders hun school van voorkeur toebedeeld krijgen, geldt als een van de doorslaggevende parameters de afstand van school tot thuis. Zo stimuleert de overheid de ouder om te kiezen voor de buurtschool. Maar wat met concentratiebuurten? In welke mate valt die sociale mix in zo’n buurtschool überhaupt te realiseren? In de Marokkaanse buurt zitten op de buurtschool Marokkaanse kinderen. En omgekeerd geldt net hetzelfde. In de residentiële wijken buiten de stad mag je als directeur de gelijke onderwijskansen nog zo hoog inschatten, een divers publiek ga je daar niet vinden. Want kansarmen wonen nu eenmaal niet in villa’s. Het is de samenstelling van onze buurten met zowel rijke als arme getto’s die de achilleshiel van het systeem vormt.

“Geef het tijd”, zegt een directeur dan, “op korte termijn is er misschien nog geen resultaat, maar dat komt nog”. Goed, laat ons wachten. Maar waarop? Op minder getto’s? Op meer sociale mix , zowel in rijke als in arme buurten? Wachten tot de jonge middenklasse gezinnen een huis kopen in de opkomende buurten en ook hun kinderen naar de buurtschool van Borgerhout of Anderlecht sturen? Misschien. Projecten als School in Zicht of Samen naar School in de Buurt doen daar hard hun best voor. Maar het hele systeem werkt deze beweging nu net tegen.

Ik leg het even uit: zoals ik ook zelf mocht ervaren is het systeem onverbiddelijk voor verhuizers met kinderen. Meer nog, heb je kleuters rondlopen… verhuis dan vooral niet want als je te laat bent om je aan te melden en in te schrijven, zal je als ouder vrede moeten nemen met de overschotjes. De vrije plaats is dan te nemen of te laten, ook al sta je helemaal niet achter het pedagogische project of bevindt de school zich aan de andere kant van de stad.

“Het spijt me mevrouw” kreeg ik zelf ooit te horen toen ik naar Brussel verhuisde “er zijn gewoon te weinig scholen. En de periode waarop u uw voorrang kan laten gelden, is al lang afgesloten”. Daar moet je het als ouder dan maar mee stellen. Toen vrienden vroegen in welk type school we uiteindelijk plaats vonden, moest ik het antwoord schuldig blijven. Ik was al blij dat we plaats hadden. Vrij onderwijs, gemeenschapsonderwijs, …? Een luxeprobleem! En dan komt de vrije schoolkeuze in het gedrang.

Couleur café in uniform

De stadsscholen die vroeger resoluut voor de witte elite gingen, die worden met dit systeem wel verplicht om hun publiek te diversifiëren. Ook zij moeten nu meer buurtschool worden. Kijk naar de klasfoto’s van wat vroeger de meest prestigieuze stadsscholen waren: diversiteit en stijve schooluniformen gaan vandaag wel samen. 20 jaar geleden was dat minder vanzelfsprekend.

Maar ook hier moeten we nuanceren want ondanks de verplichte sociale mix gaat de inschrijving soms nog à la tête du client. Door subtiele ontrading filteren veel schooldirecties er toch de kansrijkere kinderen uit. En dat weten we van de schooldirecties zelf. Ziet de school de leerling niet zitten dan verplicht die het kind om bijvoorbeeld een jaartje lager te beginnen want “uw kind gaat hier anders niet meekunnen. Bent u nog geïnteresseerd?” De rijke ouder krijgt de rode loper bij het schoolbezoek, de (kans)arme komt met moeite over de drempel. En wie wil er nu zijn kind sturen naar een school die aangeeft dat je er eigenlijk niet welkom bent? Probleem opgelost. De regels werden nageleefd, maar sympathiek is het allerminst.

Dus opnieuw; werkt het systeem? Ja, nee, misschien ….maar vooral: als de goeie wil er is. Want, zo vertelde de voorzitter van het Commissie inzake Leerlingenrechten ons, scholen worden eigenlijk niet gesanctioneerd als ze de regels niet naleven. Als blijkt dat een directie het ene kind voortrekt op het andere en die ouders dienen klacht in, dan kan in het ergste geval de school verplicht worden om het afgekeurde kind toch in te schrijven.

Dus, ik vat het even samen, er zijn honderdduizend regels om elk kind een eerlijke kans op goed onderwijs te geven. De knapste universitaire koppen hebben jaar na jaar het systeem verfijnd en de achterpoortjes gesloten. Maar lap je als directie het hele beleid dan toch aan je laars? Dan riskeer je eigenlijk zo goed als niets.

Ik ben geboren met een gezonde portie positivisme, en wens daar ook in dit opiniestuk mee te eindigen. Dat er in onze test maar zo weinig directeurs ons als rijke, elitaire ouders voortrokken, zegt zeker iets over het systeem. Maar, gezien de valsspeler toch niet gesanctioneerd wordt, zegt het waarschijnlijk nog meer over de directies die hun maatschappelijke taak ter harte nemen en het spel correct willen spelen.

 

>>> Débora Votquenne is journaliste en maakte samen met An Berger de Koppen reportage De Directeur Speelt Vals. Débora geeft ook al enkele jaren de basisworkshops Journalistiek van Kif Kif

>>>> Bekijk hier de uitzending van Terzake waar Débora Votquenne gisteren te gast was 

>>>>> De reportage zelf kan je hier herbekijken