“Stalin is de middag, de volwassenheid van mensen en volkeren”, zong de dichter - vandaag zou hij door Gwendolyn Rutten, Rik Torfs, Bart De Wever en Maarten Boudry worden aangevallen.
Het gebeurde met Steve Biko in Cry Freedom, met Nelson Mandela in Goodbye Bafana, met Saigō Takamori in The Last Samurai en die films vormen zeker geen uitzondering: het verhaal van een grote ‘andere’ werd al vaker verteld vanuit het standpunt van een minder belangrijke westerling. Uit vrees de westerse kijker niet genoeg aan te spreken, uit vrees dat de westerse kijker zich niet zou herkennen in het hoofdpersonage… daar zijn narratologische verklaringen voor. Maar ook gevolgen, uiteraard: we worden er in zulke gevallen aan herinnerd dat het verhaal van de andere, hoe groot ook, ondergeschikt is aan dat van de westerling, hoe klein ook.
Zo ook vertelde Il Postino het verhaal van de verbanning van de Chileense dichter Pablo Neruda in Capri, door de ogen van een eenvoudige postbode wiens leven geraakt wordt door de poëzie. Een prachtige manier om de grootheid van Neruda’s woorden tastbaar te maken, maar het is alleszins niet het verhaal van Neruda. De Chileense filmmaker Pablo Larraín vangt nu met Neruda die lacune op. Op zijn manier, weliswaar, want Neruda oogt meer als een anti-biopic dan als een waarheidsgetrouw verhaal. Maar als je weet hoe eigenzinnig de dichter was, lijkt die dichterlijke vrijheid meer op een hommage dan op een parodie.
Neruda inspireerde minnaars uit alle contreien, maar hij was ook een recalcitrante communist. “Stalin is de middag, de volwassenheid van mensen en volkeren”, zong de dichter - vandaag zou hij door Gwendolyn Rutten, Rik Torfs, Bart De Wever en Maarten Boudry worden aangevallen. Larraín, op zijn beurt, heeft van de afrekening met de macht zijn visitekaartje gemaakt. Hij kan kunst maken met de lelijkste dingen. Grauwe maar fascinerende films zoals Tony Manero en El Club zijn van zijn hand. Maar tegelijkertijd ook toegankelijkere vertellingen zoals NO, over het Chileense referendum tegen Augusto Pinochet. Met Neruda verkent Larraín ander terrein, één vol met surreële contradicties. En dat lijkt niet eens een ongepaste manier om de beroemde vlucht uit Chili weer te geven, te paard door de bergen van Los Andes, richting Argentinië.
We leren Neruda kennen als een decadente en schaamteloze applausverslaafde die van zijn faam zijn beroep heeft gemaakt. Als een anti-held die in de Senaat een volk vertegenwoordigt waar hij amper contact mee lijkt te hebben. De tragedie van de linkse elite, herken je meteen, de tegenstrijdigheid van het salonsocialisme. Neruda is een bikkelharde politieke film. Poëzie is daar een vehikel voor. Net zoals poëzie voor Neruda een vehikel was.
Neruda is een fascinerende politiethriller met een dichter in de hoofdrol. De film wordt verteld door, Óscar Peluchonneu (Gael García Bernal), directeur van de Chileense onderzoekspolitie tijdens de ambt van president Gabriel González Videla, verantwoordelijk voor de achtervolging van communisten bij het begin van de Koude Oorlog. De opdracht is simpel: Peluchonneau moet Neruda uitschakelen. Binnen het kader van de wet, dat wel. En dat resulteert in een origineel kat-en-muisspel, een film noir over een strijder die zich nooit echt moest bewijzen. In die zin is de film een enorme fictie. Een filmisch eerbetoon niet alleen aan de auteur, maar ook aan de mindere literaire genres. De film verbeeldt ook de omstandigheden waarin het verboden Canto General het licht zou zien: concentratiekampen in de woestijn, achtervolging van dissidenten, de ware gruwel van de ‘strijd’ tegen het communisme.
De film straalt geraffineerd sarcasme uit, heerlijke haat. Visueel doet de verfilming ons meer dan eens aan Hitchcock denken: scherp clair-obscur en geprojecteerde straten in de achtergrond van autobestuurders die doen alsof ze rijden. Zo ook de muziek van Federico Jusid, een spannende combinatie van Henri Dutilleux en John Williams. Neruda (in een veelzijdige vertolking van Luis Gnecco) wandelt door de straten als een dikke Christus. Hij bevrijdt de armen van hun spirituele pijnen met een omhelzing, met een gedicht, beschermd door de onschendbaarheid van de internationale faam.
“Het enige wat ik van u vraag is een beetje nederigheid”, zegt Jara, een jongeman die belast wordt met Neruda’s veiligheid wanneer de dichter moest onderduiken. En dat vat het goed samen: na de harde kritiek van Larraín op de rechtse dictatuur, is het nu tijd om de contradicties van het arrogante links van toen in beeld te brengen, met al hun morele superioriteit en wereldvreemdheid.
Neruda is een fictie zoals die geschreven had kunnen worden door de dichter, met knipogen naar meerdere Latijns-Amerikaanse schrijvers. Dat is de grootse ambitie van Larraín. En die ambitie levert een uniek resultaat op dat ongelooflijk boeiend begint en op een bijna magische manier twee uur lang de demonen van de verveling weet te bestrijden.
Neruda, van Pablo Larraín, vanaf 04.01 in de bioscoop.