"‘Feministe’ is geen scheldwoord!" [Interview met Lindah Nyirenda]

Wondermooie poëzie en vlijmscherpe inhoudelijke boodschappen: met haar spoken word performance liet Lindah Nyirenda een diepe indruk na. Zoveel indruk, dat ik een hele namiddag gretig aan haar lippen hing en haar aan het woord liet over feminisme, racisme en de kracht van poëzie.
"‘Feministe’ is geen scheldwoord!" [Interview met L

Maar het is vaak net als bij racisme: het zijn de mensen die er niet door getroffen worden die het hardste roepen, en zeggen dat er geen probleem is.

 

Wondermooie poëzie, een warme stem en vlijmscherpe inhoudelijke boodschappen: met haar spoken word performance op Stand & Deliver (26/11/2014) liet Lindah Nyirenda een diepe indruk na. Zoveel indruk, dat ik een hele namiddag gretig aan haar lippen hing en haar aan het woord liet over feminisme, racisme en de kracht van poëzie. Lindah Nyirenda: een intelligente dame met een felle mening.

 

Geëngageerde woordkunstenares

Je schrijft al heel wat jaren, maar je bent je teksten pas later beginnen voordragen. Waarom schrijf je, en wanneer kwam de beslissing om je teksten ook te brengen?

Ik schrijf al teksten sinds ik dertien was dus ik was het gewend om via poëzie mijn gedachten een plaats te geven. Mijn ouders zijn afkomstig uit Zambia, en zijn naar België gekomen toen ik drie was. Ze hebben mij een klassieke Afrikaanse opvoeding gegeven: een autoritaire opvoeding waarin onderdanigheid en hiërarchie een grote rol speelden. Ik zag bij mijn vrienden dat het ook anders kon, en ben me er tegen beginnen afzetten. Ik wilde meer dialoog, maar het was moeilijk. Ik was heel gesloten als tiener, en ben die agressie een tijd lang tegen mezelf gaan richten door zelfverminking. Mijn psycholoog raadde me toen aan om die agressie te veruitwendigen door een dagboek bij te houden, en op die manier ben ik ook veel meer emotionele dingen beginnen schrijven. Het heeft me ook geholpen om mondiger te worden. Tegelijk volgde ik een basisopleiding in het volwassenen onderwijs voor muziek/samenzang en gitaar, woordkunst/drama en improvisatietheater, en ook dat heeft me geholpen om expressiever te worden.

 

Komt de nood om te schrijven naar aanleiding van specifieke gebeurtenissen?

Ik heb altijd interesse gehad voor de actualiteit, maar soms zijn gebeurtenissen moeilijk te verwerken. Een voorbeeld is de situatie in Oost-Congo een tijd geleden, met Laurent Nkunda en het seksueel geweld tegen vrouwen. Er kwam toen een item op het journaal waarbij getoond werd hoe een rebel was gegrepen, en hoe de mensen daarbij riepen “straks eten we hart” –letterlijk. Ze hebben die man toen gedood, de camera was boven het lichaam gericht. Na dat nieuwsbericht heb ik twee dagen gehuild. Daar is dan een eerste versie van het gedicht “Dove of war” uitgekomen. ‘Nkunda’ betekent trouwens ‘duif’, wat een vredessymbool is terwijl Laurent Nkunda een militair leider is... Ik heb die tekst achteraf herwerkt, en hij blijft heel actueel. Kijk maar naar IS, de oorlog in Syrië, …

Via de berichten die op sociale media worden gedeeld, worden we vaker visueel geconfronteerd met de gruwelijkheden. En dat is ook nodig; het schudt ons wakker. Maar 90% van wat je ziet op internet is uiteindelijk onzin. Terwijl al die gruwelijkheden plaatsvinden, zitten mensen kattenvideo’s te bekijken of plaatsen ze selfies. Vaak blíjven we ook graag onwetend. Ergens is dat begrijpelijk, maar de balans zit heel scheef.

 

Specifiek met betrekking tot Stand & Deliver van 26/11: opmerkelijk die avond was dat er twee zwarte vrouwen onder de vier performers waren (deze vier én de presentatrice waren overigens allemaal vrouwen). Was dit uitzonderlijk, of is deze diversiteit een typisch kenmerk van de wereld van poetry slam en spoken word ?

Dat viel me ook op. Voor mij is het nog maar de derde keer dat ik optrad. Toen ik vorige keer in de Hotsy Totsy optrad, waren er verder alleen mannen. Ik had toen wel de indruk dat zij sneller op het podium durfden; vrouwen zijn onzekerder.

Spoken Word is iets dat origineel een grote traditie heeft bij de zwarte gemeenschappen. Denk maar aan hip hop, maar ook aan het belang van de retoriek en de poëtische kracht van de speeches van iemand als Martin Luther King. Je hebt niet veel nodig voor een performance; een verhoging en een publiek volstaan.

 

Je tekst “dove of war” is een kritiek op de sociale media en met “Art Niveau” pleit je voor ietsje meer verdraagzaamheid –je teksten hebben een inhoudelijke boodschap. Is het belangrijk voor jou dat poëzie (en bij uitbreiding de kunsten) over meer dan liefde gaat? Of moet kunst zich beperken tot louter entertainment, zoals Pierre Rondas zich liet ontvallen in DS op 24/10, en trekt het artistieke veld haar mond best niet open over politieke kwesties?

Als kunstenaar, en ook als mens, ben je vrij. Je hebt recht op een mening! Ik ben ook actief op twitter en facebook, en heb er veel reacties op de dingen die ik post. Bijvoorbeeld over mijn posts over Zwarte Piet komt veel kritiek, en zolang mensen openstaan om op een respectvolle discussie te voeren vind ik dat niet erg. Maar mensen moeten ophouden met te doen alsof alles oke is en alsof er geen probleem is! Het is paternalistisch om te stellen dat zij het wel beter zullen weten in onze plaats.

Mensen doen alsof ik het kinderfeest wil afschaffen, maar dat is niet zo! Het moet wel een feest zijn voor álle kinderen. Ook de reactie dat “wij maar gelukkig moeten zijn met ‘hun’ cultuur en traditie, of dat we anders terug naar ‘ons eigen land’ moeten”, krijg ik vaak. Terwijl de traditie van Sinterklaas in de loop der jaren natuurlijk heel wat veranderd is. Aanvankelijk was het bijvoorbeeld een feest waarop in het geheim cadeaus werden gegeven aan arme gezinnen (vandaar nog steeds het ‘stiekeme’ element). Vandaag de dag is het een commercieel feest geworden. Die verandering is er toch ook gekomen, waarom kunnen er dan geen veranderingen bij de pieten komen?

Vrouwelijke woordkunstenares

Mythische vrouwen spelen vaak een rol in je teksten (dan denk ik bijvoorbeeld aan “Ballad of Lilith” en “Ballad of Ororo”), en in “Introduction” pende je met “Why do you want to see my tits so fast?/ I’m not about to give it up no matter how he begs, I’m just spreading my love, not my legs” enkele stevige zinnen neer over vrouwelijkheid. Zou je jezelf omschrijven als feministe?

Tegenwoordig zijn mensen bang om zich feminist(e) te noemen vanwege de negatieve connotatie. Maar van oorsprong was deze radicale afzetting tegen het systeem en tegen het schoonheidsideaal nodig om gehoord te worden. ‘Feministe’ is geen scheldwoord! Feminisme pleit voor een gelijke behandeling tussen mannen en vrouwen. Er zijn natuurlijk verschillende types feministes, sommigen willen zich afzetten tegen alles wat vrouwelijk is. Ze willen lijken op mannen, maar als we alles van het andere geslacht overnemen, is dat dan gelijkheid? Je moet zelf kunnen invullen wat vrouwelijkheid voor je betekent.

Momenteel is er een beweging bezig in de modewereld, genaamd “the big chop”. Vrouwen met Afrikaans haar willen af van hun extensies en willen terug naar hun natuurlijke haartooi. “The big chop” verwijst dan naar het afknippen van het behandeld haar. Op die manier wordt het schoonheidsideaal verbreed. Ook worden er nieuwe designs gemaakt met Afrikaanse prints in hedendaagse kledij. Design en mode volgen dus niet langer het eenzijdige Westerse schoonheidsideaal; men werkt met de eigen uiterlijke kenmerken.

Ook woensdag, op Stand & Deliver, werd ik aangesproken door maar liefst drie vrouwen over mijn teksten. Het leeft echt wel bij mensen! Maar het is vaak net als bij racisme: het zijn de mensen die er niet door getroffen worden die het hardste roepen, en zeggen dat er geen probleem is. Iemand heeft me ooit gecontacteerd over een van mijn feministische teksten. Hij stelde dat er toch geen probleem was, na alles wat er nu bereikt is en wat er mogelijk is. Maar mensen zijn soms blind, kijk naar alle huidige discussies over het salaris. Kijk ook naar de documentaire Femme de la rue; lastiggevallen worden is schering en inslag! Terwijl het ook verkeerd is om te zeggen dat het alleen allochtonen zijn -iederéén heeft ooit al wel opmerkingen of handtastelijkheden gehad. Ik heb twee jaar fulltime in de horeca gewerkt, en ook daar spelen zich veel toestanden af. Mannen maken vaker promoties, en dat geldt ook voor andere bedrijven. Vaak heersen er vooroordelen over vrouwen, en als allochtone vrouw is dat nog erger! We moeten dus van ons afbijten: als een probleem zich voordoet, moeten we het adresseren en er iets aan doen, want als we onze mond niet opentrekken, verandert er niets!

We zien seksisme trouwens ook in taal: ik ben heel hard tegen het gebruik van het woord ‘meisje’. Het is een woord dat kan slaan op peuters, maar het wordt evengoed gebruikt voor jonge vrouwen van in de twintig! Dat gaat niemand doen met ‘jongen’; het verkleinwoord zit al in het woord ‘meisje’. Ook in het Frans stoor ik me aan de ‘ils’ en ‘elles’. Vanaf het moment dat er één man in een groep zit -zelfs al is de meerderheid vrouwen- moeten we toch ‘ils’ gebruiken. Mannen voelen zich beledigd als we dan ‘elles’ gebruiken, maar wij dan? Hoe moeten wij ons dan voelen?

 

In religie is het ook een fenomeen dat vrouwen vaak een lagere positie hebben, in de katholieke traditie stond dit ook in functie van de eigen agenda. Kijk maar naar het oorspronkelijke Hebreeuwse scheppingsverhaal: een figuur als Lilith, die opkwam voor zichzelf en wegliep van Adam, wordt in de katholieke traditie verzwegen. Toen Lilith was weggelopen van Adam, maakte God een nieuwe vrouw voor Adam: Eva. Dit keer werd ze gecreëerd uit zijn rib, ten teken van de onderdanigheid. Dit is de versie die we horen in de katholieke traditie. Mensen zijn altijd bang geweest van vrouwen met een mening.

Mijn ouders hebben me vroeger altijd laten kiezen wat geloof betreft, en ik ben daar heel blij om. Ik ben altijd naar katholieke scholen geweest, maar die waren heel open. Ik ken de Bijbel, en deze kennis is ook belangrijk in de Westerse gemeenschap. De Westerse geschiedenis is vaak gestuurd door mensen die de Bijbel ter hand namen. Mensen hebben het geloof altijd gemanipuleerd om andere mensen te misleiden; mensen die niet de kans hebben gehad om kritisch te leren nadenken.

Ik hecht wel degelijk veel waarde aan Jezus van Nazareth, maar op een andere manier: ik vind hem belangrijk als filosoof. Hij startte een beweging die niet meer steunde op de wraakelementen in het juridische systeem, en hij wilde meer discussies, meer dialoog. Jezus was zijn tijd ver vooruit. Kinderen waren voor hem belangrijk: zij zijn immers de toekomst; vrouwen dienen met respect behandeld te worden en zijn even belangrijk als mannen, zieken en armen dienen verzorgd in plaats van verstoten te worden enzovoort... Hij was de eerste socialist of feminist [lacht]. Maar hij was een man, een man met visie en empathie, maar een gewone sterveling.

Ik ben echt fan van mythes met sterke vrouwen. Mythes zijn belangrijk, want van jongs af aan spiegelen we ons aan mythische figuren. In plaats van de mythes over de prinses die gered moet worden, word ik aangetrokken door sterke vrouwelijke figuren in de verhalen. Misschien komt het door mijn moeder en mijn oma’s. Mijn beide oma’s zijn gescheiden, één oma zelfs twee keer! Ze zijn ook verbaal heel sterk, dus misschien heb ik het via mijn familie wel meegekregen [lacht].

 

Recent laaide de discussie over de combinatie vrouw-kinderen-werk-huishouden weer op. Heb jij hierover als moeder een mening?

Ik volg die debatten heel hard. De laatste tijd is het echt tot een clash gekomen! Ik vind dat iedereen het recht heeft om zijn of haar eigen leven in te vullen zoals hij/zij wil. Ik heb een zoontje en heb er heel bewust voor gekozen om de eerste twee jaar thuis te blijven om borstvoeding te kunnen geven, zonder uitkering.  Na mijn laatste werkcontract tijdens mijn zwangerschap had ik er wel recht op, maar na twee maanden heb ik die stopgezet, want ik vond het absurd om te solliciteren met een bolle buik en na mijn bevalling wist ik toch dat ik liever borstvoeding wilde geven zolang hij nog niet naar de peuterklas ging. Ik kon het niet opbrengen om vals te solliciteren gewoon om een uitkering te behouden. Daarom heb ik mij na twee maanden uitgeschreven als werkzoekende bij de VDAB. Nu hij binnenkort naar de kleuterschool gaat, wil ik terug werken -maar niet full time. Ik heb natuurlijk ook wel het geluk om dat te kunnen doen; niet elk gezin kan dat financieel aan.

Er zou veel meer flexibiliteit moeten komen voor ouders; vaak hebben ouders het gevoel dat ze óf moeten thuisblijven, óf fulltime moeten werken. Alsof er geen tussenoplossing is. Maar wat is twee jaar tijd nu op een hele werkloopbaan? Ik heb nog genoeg tijd om te werken! Ouderschapsverlof zou ook moeten worden uitgebreid naar vaders. Ouders zetten een geheel nieuw persoontje op de wereld en zouden de vrijheid moeten krijgen om dat mensje de beste start te geven dat het verdient in een veilige, vertrouwde omgeving. Het is onze plicht als maatschappij om te investeren in nieuwe mensjes en hen te omringen met de nodige liefde. En liefde vraagt tijd. Ik ken geen enkele ouder die niet wat meer tijd zou willen doorbrengen met de kinderen, want als je meer tijd hebt, kan je je dagelijkse stress wat beperken en op een rustige manier met je kinderen omgaan.

 

Zwarte woordkunstenares

Op “stand & deliver” vroeg de presentatrice van waar je kwam. “Zambia” antwoordde je. “Neenee!” verduidelijkte de presentatrice, “van waar in België ben je?” Opmerkelijk was dit, want veel mensen van ander origine geven aan dat het vaak net omgekeerd gaat (zie bv. Olivia Rutazibwa in deze TED Talkop 2:40).

[lacht] Het is iets waar ik me bij heb neergelegd. Vroeger zei ik altijd dat ik uit Roeselare kwam. Maar mensen zíen natuurlijk dat ik andere roots heb, en het is op zich niet slecht bedoeld als ze dat vragen, het komt eerder uit interesse. Ik ben er ook trots op! Ik heb veel vrienden en familie uit Zambia. Mensen zijn trots op hun afkomst, zonder zich daardoor af te zetten tegen de Westerse maatschappij. Ik probeer de positieve dingen uit de cultuur van Zambia en die van België te combineren.

Mijn vader komt bijvoorbeeld uit een heel autoritaire gemeenschap. Respect is er heel belangrijk. Als kind ben je dan vaak een soort loopjongen of loopmeisje, bijvoorbeeld om een glas water te halen. Bij het brengen moet je dan ook knielen, en in verhouding moeten vrouwen vaker knielen (al moeten mannen ook voor hun schoonmoeder knielen). Dat vind ik storend, en daar heb ik me vanaf dat ik twaalf was, tegen afgezet. Mijn vader respecteert dat nu wel, hij heeft me ook nooit proberen te koppelen aan een Afrikaanse man. Wat in België dan wel ontbreekt, is respect -voornamelijk bij jongeren. In Zambia zouden ze nooit neerbuigend mogen doen tegen ouderen want dat zou een grote oneer betekenen.

 

Kom je in aanraking met racisme in het dagdagelijkse leven? Gaat dit dan om bewuste of onbewuste vormen van racisme? (Is het overigens zinvol om een onderscheid te maken tussen “bewust” en “onbewust” racisme?)

Er is sowieso veel racisme, en het onderscheid bewust en onbewust is daarin wel belangrijk. In mijn tienerjaren zat ik altijd direct op mijn paard, want ik was al onzeker. Maar vaak zeggen mensen iets dat eigenlijk niet kwetsend bedoeld is, en dat is oke want dan is het bespreekbaar. Als mensen bewust provoceren, bijvoorbeeld door te schelden, dan is dat vaak een projectie van hun eigen frustraties. Ze reageren zich af omwille van hun eigen mislukkingen en zoeken een zondebok. Een vriendin van me heeft een kind met een Nigeriaanse vader, en op straat riep een oudere man het kind toe: “vuile negerbaby, ga terug naar je eigen land!”. Het was duidelijk dat hij een issue had, anders houden mensen zich niet met zoiets bezig.

Online kunnen mensen natuurlijk anoniem allerlei uitspraken doen… Op Twitter heb ik net iemand gerapporteerd die had geschreven “keer terug naar uw boom!”. Ik schreef hem terug dat we biologisch gezien allemaal één ras zijn, en dat we dus samen konden terugkeren naar onze boom [lacht]. Onze huidskleur en beenderstructuur is anders, maar dit zijn slechts oppervlakkige dingen! Vaak wordt huidskleur dan ook geassocieerd met een cultuur, en word je op basis daarvan in hokjes gestopt. Maar dat klopt natuurlijk niet! Ik kreeg bijvoorbeeld opmerkingen dat ik voor een zwarte niet genoeg naar hip hop luister… “Where is your blackness?” vroegen ze me, terwijl ik ook veel van klassieke muziek houd.

Mensen luisteren ook niet echt naar wat je zegt, ze zien alleen ‘de Afrikaanse vrouw’, met een lijstje kenmerken waarvan niet kan worden afgeweken. Dat heb ik al vaak meegemaakt. Op voorhand hebben mensen dan al besloten dat ik geen Nederlands spreek, want ik ben Afrikaans. Als ik dan in het Nederlands antwoord, blijven ze toch Engels tegen me spreken, of stellen ze vragen óver mij aan de persoon naast mij. In die zin wil ik met mijn poëzie ook een rol spelen: ik breng zowel Engelse als Nederlandse teksten en wil mensen een ander beeld geven dan dat van ‘de’ typische zwarte vrouw. Vaak krijg ik daarbij de opmerking dat ik toch zo goed Nederlands kan –terwijl ik linguïste ben!

Vooroordelen werken natuurlijk ook omgekeerd. Ik was een keer uitgenodigd om op te treden op een plek waar alleen blank publiek zou zitten. Een vriendin van me raadde me het af, omdat ze me niet zouden waarderen. Maar dat is natuurlijk fout, ik wil net wél gaan. Het is stom om altijd op te treden voor alleen gelijkgezinden. Je moet net die anderen bereiken!

 

In januari is Lindah te zien in Stemschot (Afsnis), en maandag 2 februari treedt ze op in de Hotsy Totsy. Momenteel schrijft ze ook een roman en een kinderboek.

 

Dit stuk maakt deel uit van het dossier Gender & Diversiteit, een dossier dat tot stand komt door een samenwerking tussen Ella vzw, VOK en Kif Kif