Koranische Bomen

Onderwijzer ben ik niet. Mijn ervaring met omgaan met kinderen blijft bij mijn voormalige rol bij de scouting als Akela, de leider van de Dappere Welpen van Damascus. Nu, dertig jaar na datum, sta ik hier voor een klas vol Ahmads, Mohammads, Fatimas en Khadija’s.
Koranische Bomen

Een slecht woord dat u aan een ander richt
Is schadelijk zaad in stinkende aarde.

 

Het is een koude zaterdagochtend in de Vlaamse Kempen. De kinderen van de moskee zitten peperend maar braaf naar mij te staren. Voor één dag moet ik de plots ziek geworden meester vervangen.

Onderwijzer ben ik niet. Mijn ervaring met omgaan met kinderen blijft bij mijn voormalige rol bij de scouting als Akela, de leider van de Dappere Welpen van Damascus. Nu, dertig jaar na datum, sta ik hier voor een klas vol Ahmads, Mohammads, Fatimas en Khadija’s. Ik haal talrijke keurenpotloden en tekenpapier uit mijn tovertas.

“We gaan tekenen!”, roep ik enthousiast.

De kinderen gaan in de weer, springen alle kanten op en verdelen de kleurpotloden en het tekenpapier op hun manier. Zij duwen en trekken aan elkaar en aan alles wat vast en los staat in de kleine leslokaal. Half scheef belanden ze terug van hun veertig seconden uitspatting en zitten ze, alweer met de brave grote ogen, naar mij te staren. “Wat moeten we tekenen?”, was de vraag.

Ehm, “teken eens een boom uit je dromen”. Of zij de opdracht begrepen of niet, doet niet ter zake. Het is zoals het is. Nu sta ik zelf te staren naar een schouwspel van menselijke activiteit, kleine handen stoeien met kleuren en toveren hun boompjes.

De kinderen tekenen in stilte maar ik hoor ze stiekem trekken aan de touwtjes van hun herinneringen, de sporen van een voorbijvliegend idee volgen en hun verbeelding uitpersen met een frons. Ik zie aan hun gezichten hoe hun prille gedachten razendsnel ontkiemen, wortel schieten, en zich wonderbaarlijk omtoveren van een takje van een hersenspinsel tot een boom dat staat. Kleine Mohammeds en Fatima’s blijken een gigantisch rijke fantasie te herbergen.

Trots onthullen ze hun toverschatten aan de rest van de klas.

De ene Fatima tekent een olijfboom. Ze heeft deze boom eerder gezien bij oma Hafida in Marokko. “Maar deze is mooier, meneer, deze heeft echte lichten”. Op papier zie ik geen lichten en niets dat erop lijkt maar wat ze zegt klopt volledig. Ik zie hoe de talrijke olijven schitteren in haar ogen.

“En wat is dat?”, vraag ik. “Sneeuw, meneer.”
“Prachtig”,zeg ik. Ik voel de rilling van de sneeuwsfeer, de bomen met de lichtjes en het hart van deze Fatima uit de Kempen. ik word er stil van..

De andere Fatima tekent een palmboom overgetekend van de reclamebord van het zonnebankstudio aan de overkant van de moskee.
“Heb je een palmboom in het echt gezien, Fatima?”
“Neen, maar een palmboom is wel Marokkaans, meneer.” Fatima blijkt naderhand nog nooit in Marokko te zijn geweest. Mijn vader had me het verhaal van de palmboom in de koran voorgelezen.

Mamadu tekent een Boabab en Mohammed tekent een rode eikenboom met eekhoorntje erbij.

Het is een koude zaterdagmiddag. Ik neem de bus terug naar huis. De bomen van mijn moskeekinderen groeien in mijn hoofd uit tot een weelderige jungle. Ik kijk uit het raam. De schoonheid van de stoute onschuld in de ogen van de kinderen vermengt zich met de hardheid van het leven in de stad.

De bus rijdt door een doorsnee Vlaamse straat. Volgens mij heb ik al honderden malen door deze straat gereden. Nu valt mij extra op dat ieder huis anders is. Niet alleen in hoogte en breedte. Betonen bouwsels wisselen de schouwspel af met stijlvolle Jugendstil en Art Deco-paleisjes. Ik knip de liefelijke bomen uit mijn geheugen en plak ze op de realiteit van de stad. De rest van de rit geniet ik van de multiculturele spiritualiteit van het plaatje. Ik moet mijn moeder bellen.

Het is een koude zaterdagavond. Aan de andere kant van de werelden neemt mijn moeder op. “Mam, ken je een verhaal van een palmboom in de Koran?” Moeders antwoorden de vragen van hun kinderen ook als ze niet weten waar de vraag vandaan ineens komt:

De koranische boom van Maria
(Geïnspireerd door hoofdstuk Maria 19:23 en verder).

Onder een palmboom zit Maria
Haar weeën kondigen een geboorte aan
Pijnlijke voorbode voor een pijnlijke weg
“Was ik maar dood en omhuld door de mantel der vergetelheid”.
“Wees niet bedroefd” wordt haar toegeroepen.
God heeft een beek aan uwe voeten doen stromen

Zachtjes schudden aan de stevige stam
sappige jonge dadels zullen er tot u nedervallen

Eet, en drink. Kom tot rust en wees gerust
Zeg tegen mensen die je vragen
Ik heb den Barmhartige een vasten toegewijd, zodat ik dezen dag volstrekt niet tot een mens spreken zal.

Mijn moeder vastte veel en zei weinig. Zij vertelde me dat zwijgen voor Maria, moeder van Jezus, een vorm van vasten was. "Alle vrome vrouwen vasten" zegt mijn moeder. Mijn moeder heeft zelfs het vasten van “de Olijven en Vijgen” bedacht.

De Koranische bomen van het Veilig Thuisland
(Geïnspireerd door de vijg 95: 1 tot 8)

Bij de vijgen en Olijven
Bij de berg Sinaï
Bij dit grond der veiligheid:

De mens in de schoonste gedaante
Door God is geschapen

De groten der aarde zijn die het goede doen:
veiligheid en vrede onvoorwaardelijk geven
In vrede en veiligheid
en onvoorwaardelijke beloning
zullen ze verkeren
Dat is pas de dag des oordeels
Je hoeft ze dus niet te loochenen:

De groten der aarde die onveiligheid op aarde zaaien
Zijn de kleinste van de kleinsten

Ziehier de wijsheid
En zie:
Wie is de wijze rechter?

Mijn moeder vast al jaren regelmatig. Bij zonsondergang eet ze vijgen en olijven. Zij kijkt naar de bergen van Damascus en droomt van veiligheid.

De koranische Olijfboom
(Geïnspireerd door Hoofdstuk Het Licht 24: 35)

Hemel en Aarde hebben één licht
Dat licht is hun schepper zelf

Het licht van God lijkt op een schitterende lamp
In de schoot van een nis

Dat lamp is opgestald in het hart van een Kristal.
Het kristal schittert net als een stralende brandende ster dat gevoed wordt met olie van gezegende olijfboom;
Een boom uit een andere dementie
buiten wat je kent aan westen of oosten

De olie straalt uit zichzelf ook zou er geen vlam aan pas komen.
Licht op licht.
Zijn Licht en de jouwe.

Wellicht krijg een mens ook licht

De Koranische boom van goedheid
(Geïnspireerd door Hoofdstuk Abraham 14:25-26)

Maak een verstandig mens blij
Met een woord van dankbaarheid
Dan vertrouw je een goede aarde,
Het goede zaad.

Uw woord groeit uit tot een boom van goedheid.

Een slecht woord dat u aan een ander richt
Is schadelijk zaad in stinkende aarde.
Dat woord groeit uit tot een doornstrook van verderf en vergif."

“Hoe is het met de bomen in Damascus mam?”
“Mijn zoon, Ik hoop dat je tot een boom van goedheid groeit” waren de laatste woorden van mijn moeder. De lijn was verbroken.

Mijn moeder zit nu nog onder een jasmijnboom midden in de Arabische lente dat soms kogels als stuifmeel heeft.

Tot een andere verhaal blijven alle bomen van alle kinderen vastend en wachtend op alle vrije zwaluwen.