Ze kunnen wel zeggen dat individuele personen hun kansen niet grijpen, maar zolang er systematische uitsluiting a la blanc bleu belge op de arbeidsmarkt, in het onderwijs en op de woningmarkt bestaat is dat discours zo hypocriet als maar kan zijn.
Onlangs publiceerde het Minderhedenforum een onderzoek dat uitwijst
dat er nog steeds te weinig allochtonen in de politiek zijn.
Kif Kif ging op bezoek bij de leading ladies van de Vlaamse politieke partijen
met een migratieachtergrond en bevroeg hen naar hun ervaringen in de Belgische politiek.
Hoe zijn zij in de politiek beland?
Vinden zij dat onze parlementen wat meer kleur/vrouwelijk geweld nodig hebben?
Waar liggen volgens hen de uitdagingen van de multiculturele samenleving?
Hoe kijken zij uit naar de verkiezingen van 2014? Lees het hele dossier hier op Kif Kif
Kif Kif: Hoe bent u in de politiek verzeild geraakt?
Almaci: Dat is een vraag die heel veel terugkomt. Ik ben als militant begonnen. Ik was op mijn zestien jaar heel fel bezig met de natuur en met de planeet, ik was lid van WWF, Greenpeace, de plaatselijke milieubeweging, ik was actief in de jeugdbeweging, scouts, jeugdverenigingen, jeugdhuis… Tussen mijn 16 en 20 ben ik heel actief bezig geweest met die zaken en op een bepaald moment waren er de lokale verkiezingen. Ik was toen 21 jaar en ik moest voor de eerste keer gaan stemmen, want ik was toen net genaturaliseerd. Agalev bestond toen nog niet en toen zijn wij aangesproken geweest vanuit de partij met de suggestie om samen een afdeling op te richten.
Wij gingen ervan uit nooit verkozen te worden. Ik ben dan lijsttrekker geworden, omdat ik bekend was door mijn activiteiten bij het jeugdhuis. Dus niet omwille van het allochtone aspect. Ik werd toen verkozen en tot onze grote verbazing hebben we met die lijst een, net geen twee, zetels gehaald. Dat was een gigantische verrassing. En zo ben ik eigenlijk de professionele politiek ingerold, maar eigenlijk was dat engagement er altijd al.
Ik ben bij Agalev terecht gekomen omwille van mijn ecologisch gedachtegoed, maar mocht hun standpunt rond diversiteit mij niet gelegen hebben dan had ik dat ook niet gedaan. Dan ben ik actief geworden in de regiovergadering en de nationale politieke raad en heb ik zoetjesaan mee aan het programma geschreven. Daarna werd ik bij Jong Groen de allereerste jongerenvoorzitter van allochtone origine. Voor mij was dat ook niet belangrijk, maar dat stond toen in de krant. Ik heb een politiek engagement en de kleur die ik heb, maakt daarbij niet uit. Maar ik ben er dus in gerold vanuit een jeugdengagement en als ik nu morgen niet meer verkozen zou zijn, dan zou ik dat engagement op dat niveau wel terug opnemen. Ik heb van een heel intens engagement mijn beroep kunnen maken en als dat beroep er morgen niet meer is, dan is dat vuur niet weg.
Kif Kif: Het beeld van velen over allochtone politici is dat zij niet bezig zijn met de (eigen) gemeenschap en over het algemeen weinig bekwaam zijn, zeker de vorige generatie. Wat vindt u daarvan?
Almaci: De eerste generatie heeft een hele moeilijke taak gehad. Ze werden amper begeleid vanuit de partijen, maar hun aanwezigheid stond goed en bracht een stuk stemmen met zich mee. Die eerste generatie moest maar zelf de weg vinden. Ze werden verwacht om heel erg aanwezig te zijn in de gemeenschap, maar eigenlijk is dat de eeuwige spanning voor een politicus, om aanwezig te zijn in het veld, want mensen zien u graag, maar eigenlijk is er ook massa’s weinig zichtbaar werk dat er moet gebeuren in commissies. Dat maakt dat het niet altijd zo evident is om overal te zijn. Voor heel veel allochtone gemeenschappen is een politicus vaak hun aanspreekpersoon voor individuele problemen, waarvan men verwacht dat je hen daarmee kunt helpen.
Mensen hebben een heel vertekend beeld van wat politici kunnen. Dat heeft veel te maken met wat er vroeger aan hen beloofd is geweest of nog altijd beloofd wordt door sommigen en ik ga daar tegen in. Persoonlijk neem ik niemand iets kwalijk, de taak die we hebben is een heel moeilijke, maar als je ziet dat er heel wat misverstanden bestaan, dan vind ik dat het aan deze generatie is om op politiek vlak een soort gids te zijn. Maar je moet duidelijk maken wat een politicus is en wat kan en wat mag. En die politicus moet ook aan een bredere gemeenschap een verhaal vertellen en zich niet alleen maar richten tot een gemeenschap. Het is uiteraard ook belangrijk dat de politicus bepaalde ideeën verdedigt die in lijn liggen met het gedachtegoed van de partij en niet het omgekeerde begint te verkondigen dan datgene waar zijn partij voor staat.
Kif Kif: Hoe staat het vandaag met de begeleiding van jonge, beginnende politici?
Almaci: Ik denk dat begeleiding ontzettend belangrijk is. In de korte carrière die ik heb gehad, zeven jaar, heb ik er heel veel zien komen en gaan die meteen opgebrand zijn en niet begeleid worden, ook niet door een partij. Red het maar zelf eens, het is een heel harde stiel voor iedereen. In het verschroeiende tempo waarop vandaag aan politiek wordt gedaan is er vaak ook niet veel marge om te investeren in jonge mensen van welke achtergrond dan ook. Je ziet toch wel dat people management niet altijd optimaal is bij partijen, zeker bij categorieën van nieuwkomers en jongeren. En uiteindelijk moet iedereen het zelf doen. Het is dus een verhaal van een sterke wederzijdse verantwoordelijkheid. Niemand redt het op zijn eentje, maar in deze job moet je wel keihard werken en je dossiers studeren.
Je ziet bijvoorbeeld vaak dat de jongeren eerst in een kabinet komen en daar ervaring opdoen, of dat iemand hen onder zijn hoede neemt in de partij en dat die dan doorgroeien in het parlement. Maar heel veel allochtonen komen uit het niets op een lijst en zo in het parlement. Ik heb ervaring opgedaan door jarenlang als militant in de partijen aanwezig te zijn. Ik ben zelf ook heel assertief geweest en ik heb zelf ook vaak gebeld naar hooggeplaatste mensen met vragen. Een van de zaken die ik jongeren vertel, is dat ze al hun vragen gewoon moeten stellen. Als je een vraag hebt, hoe onnozel die ook klinkt, bel dan gewoon even en als ik niet direct opneem dan bel ik wel terug en dat werkt. En dan speel je kort op de bal. Zulke zaken zijn een enorme drempel en dat besef je zelf niet altijd. Ik heb eigenlijk een heel geleidelijk parcours afgelegd waarbij ik heel wat mensen heb leren kennen en ook te pas en te onpas mensen heb lastig gevallen met mijn vragen. Het is belangrijk dat je de kans krijgt om daarin mee te leren. Bovendien ging mijn traject parallel met mijn studies en met mijn academische carrière. Ik ben hoogopgeleid en dat hele parlement bestaat niet toevallig uit mensen die quasi allemaal zeer hoog opgeleid zijn.
Kif Kif: Diversiteit in de zin van opleiding, het is al jaren zo dat het in de politiek steeds gaat om hoogopgeleiden. Hoe sta je daar zelf tegenover?
Almaci: Simpel: Dat is een vertekening van de realiteit. De samenleving bestaat niet alleen maar uit hoogopgeleide mensen die liefst nog een doctoraat hebben of professor zijn. Dus het streefdoel is dat de mix die er in de samenleving is, zoveel mogelijk terugkomt in het parlement. Een heel groot probleem daarbij is dat je er heel lang over doet vooraleer je het politieke spel, de ongeschreven regels, door hebt. Als je dan laagopgeleid bent en je komt in zo’n omgeving terecht, dan is dat een gigantische stap en wat dat betreft is er zeer weinig overgang of begeleiding, wat het niet zo evident maakt om je weg te vinden in het parlement.
Ik denk dat partijen ook aandacht moeten besteden aan het goed begeleiden van mensen die niet het klassieke hoogopgeleide profiel hebben. Ervaring uit het werkveld en de realiteit ontbreekt vaak tijdens debatten, die allemaal wel heel academisch zijn. Bovendien zit je met mensen die allemaal een zeer groot inkomen hebben of allemaal een echtgenoot hebben die thuis voor de kinderen zorgt. Dan is het heel leuk om te debatteren over de combinatie arbeid en gezin en het beperken van uitkeringen in de tijd, maar wat betekent dat dan in de realiteit voor mensen die daarmee geconfronteerd worden? Als je die ervaring niet hebt dan is dat ook zeer moeilijk om iets in te brengen in dat debat. Daarbij zeg ik niet dat het gigantisch problematisch is, maar het is ook wel een feit dat er in het parlement meer aandacht is voor de combinatie arbeid en gezin sinds er meer vrouwen zijn. Het brengt andere perspectieven met zich mee.
Kif Kif: We zien bij de vorming van kieslijsten vaak dat allochtonen worden aangetrokken als stemkanonnen, maar zij krijgen zelden of nooit verkiesbare plaatsen in het Vlaams parlement. Ik schat dat het gaat om 6 parlementsleden op 124 met een migratieachtergrond.
Almaci: Dat is het resultaat als je niet veel wisselwerking hebt tussen de partijen en specifieke groepen minderheden en hun netwerken; en als het gewicht van deze laatsten niet altijd even ernstig wordt genomen. Blijkbaar is er bij heel veel partijen een aparte kamer voor allochtonen die ‘bediend’ moeten worden door allochtone vertegenwoordigers, en zijn de deuren naar andere kamers van die partij niet echt zo open zijn.
Kris Peeters komt uit Unizo en is nu minister-president en die vertegenwoordigt heel wat gemeenschappen, en hij wordt eigenlijk niet meer vastgepind op zijn Unizo-achtergrond. Allochtone politici daarentegen worden enorm teruggeworpen op hun identiteit, wat hen een stuk opsluit in hun parlementaire werk en dat beperkt hen ook. Maar ze worden natuurlijk niet verkozen door allochtonen alleen. Je ziet dat in heel veel partijen de allochtonen zich bezig houden met thema’s van asiel, migratie, en culturele minderheden. Op zich is er zeker niks mis mee dat die belangenbehartiging er is. Het wordt een probleem als je daarin opgesloten wordt en als je daarin vastzit en je niet meer kunt uitbreken. Allochtone politici worden direct ter verantwoording geroepen als er ergens in het Midden-Oosten of ten velde een incident is of geraadpleegd als ervaring-expert als men meer wil weten over iets religie-gebonden, zoals de ramadan. Ik heb echter zelden meegemaakt dat een gelovige politicus als pakweg Koen Geens gevraagd wordt een interview te geven over zijn geloof, en daarbij zijn mening te geven over de uitlatingen van de paus, de conservatieve christenen in Amerika die homoseksualiteit des duivels vinden etcetera. Ik vind ook niet dat dat hoeft. Maar wij krijgen die vragen dus wel.
Ik heb mijn voorzorgen genomen: wat ik uiteindelijk heb gedaan toen ik startte in het parlement is radicale keuzes maken om niet bezig te zijn met de klassieke thema’s als asiel en migratie, maar wel om mij als fractieleider bezig te houden met begrotingen en financiën. De eerste jaren was dat goed voor mij, je leert bij door het te doen. En het helpt je uit het klassieke verwachtingspatroon te breken. Maar als er onzin wordt verkocht over allochtonen in het onderwijs, als er onzin wordt verkocht over racisme, dan laat ik mijn stem evengoed horen. Maar dus zeker niet alleen daarover. In het begin van mijn carrière als politica heb ik dat gevaar gezien en ik ben een andere weg ingegaan, en dat heeft gewerkt voor mij. Iedereen zal zo zijn eigen ding wat moeten doen. Maar dat is echt wel een valkuil.
Kif Kif: Bent u tevreden over de diversiteit binnen uw eigen partij?
Almaci: Nu wel ja, maar alles kan beter. Ik heb de voorbije jaren heel wat nieuw talent proberen binnen te loodsen, om diversiteit binnen de partij te verhogen. We hebben ook binnen de partij een debat gehad over hoe we dat structureel kunnen aanpakken. Er is nu ook een structurele werking voor aandacht voor diversiteit aan de basis en talentspotting. Ik heb er in Antwerpen serieus mijn schouders onder gezet, maar ik merk dat het de afgelopen jaren zeker zijn vruchten heeft afgeworpen en dat is een gigantische inspanning, maar het loont. Ik denk dat onze Antwerpse lijst waarschijnlijk de meest diverse was, ook wat betreft seksuele geaardheid, leeftijd, geslacht. Dat laatste is sowieso wettelijk verplicht, maar dat was toch wel een hele mooie mix en ik ben daar wel fier op.
Er waren ook mensen bij die niet hoogopgeleid waren en ongelooflijke hooggeschoolde vluchtelingen, buiten het klassieke beeld van Turken en Marokkanen. Want mensen die denken aan immigranten, denken altijd aan Turken en Marokkanen, maar de samenleving is zo superdivers en ook die andere groepen zijn belangrijk. Waar nu bijvoorbeeld zeer weinig aandacht voor is, is de zwart-Afrikaanse gemeenschap en de Latijns-Amerikaanse gemeenschap. Op straat zie je de diversiteit en die weerspiegeling moet ook in de lijsten komen en in het parlement.
Kif Kif: Door de quota zien we ook de vervrouwelijking van de parlementen, op tien jaar tijd een verdubbeling: in het federale parlement 32% en in het Vlaamse parlement 36%. Hoe staat u daar tegenover, is dit nog steeds te weinig?
Almaci: Ideaal zou het 50/50 zijn. Vrouwen maken net iets meer uit van het gemiddelde in de samenleving en alles heeft te maken met wie je als kop bovenaan zet en je ziet vaak dat het eerst een man is en dan een vrouw. En dan is er ook nog de bedrijfscultuur van zo’n politiek bedrijf. Wij hebben hier bijvoorbeeld geen crèche en je ziet toch vaak en dat blijkt ook uit de statistieken dat jonge vrouwen het vaakst voor de kinderen zorgen. En ik doe daar geen waardeoordeel over, maar het is direct duidelijk dat het een en het ander combineren zeer moeilijk is voor zeer veel vrouwelijke collega’s. Je ziet direct het verschil tussen het verwachtingspatroon ten aanzien van vrouwen en ten aanzien van mannen. Je ziet ook dat het parlement nog zeer patriarchaal georganiseerd is en een politieke job is ook geen nine-to-fivejob. Ik klaag daar niet over, maar dat maakt natuurlijk dat als je als partij aantrekkelijk wilt zijn voor vrouwen of voor mannen die een stuk van de gezinstaak op zich wil nemen dat dat toch niet zo evident is. Dat betekent dat je opvang moet voorzien voor tijdens vergaderingen. De eeuwige vraag waar elk vrouwelijk parlementslid mee wordt geconfronteerd is de combinatie arbeid – gezin: hoe doe je dat? Er is nauwelijks een mannelijk parlementslid dat die vraag krijgt. Dat toont waar de maatschappelijke gevoeligheid ligt ten aanzien van vrouwen. De aanwezigheid van vrouwen is wel erg belangrijk, om bepaalde issues naar voren te kunnen brengen waar anderen niet bij stil staan.
Kif Kif: We zien dus dat de quota voor meer vrouwen hebben gezorgd in onze machtscentra, is dat ook een oplossing om meer allochtonen in de politiek te krijgen?
Almaci: Quota voor allochtonen? Ik zou daar ernstig over moeten nadenken, want de vraag is: welke plek op de lijst zouden ze moeten krijgen? Bij de quota voor vrouwen is het wettelijk verplicht om mee aan de top van de lijst te staan. Ik vind het belangrijk dat je als partij slimme streefcijfers opzet om die kleur te verwezenlijken in uw lijsten. En als parlement mogen we wel eens een oefening doen daarrond om te zien in hoeverre dat zinvol is voor een parlement en welke vorm dat kan aannemen. Ik ben er zelf nog niet helemaal uit, ik zeg dat eerlijk, ik wil niet terug naar de situatie van alibi-allochtoon. Ik geloof dat we die fase voorbij zijn, maar hoe je dan specifiek in die richting moet streven? Dat komt door hardwerkende mensen met talent te zoeken, op te leiden en te begeleiden. Ik wil echt niet belanden in een situatie waar allochtonen allemaal onderaan de lijst belanden door quota. Ik geloof in een procesmatige benadering en daarbij zijn slimme streefcijfers zeer belangrijk, zoals het streven naar een bepaald percentage allochtonen op een lijst, met een verkiesbare plaats, en dat moet er bij, anders is het een slang in het water.
Kif Kif: In september lanceerden verschillende organisaties een campagne tegen discriminatie op de werkvloer, huisvestingsmarkt... Dat gebeurt niet alleen in België, maar het gaat wel achteruit in vergelijking met de buurlanden. Hoe komt dit en waarom wordt dit niet aangepakt, waarom is het draagvlak hiervoor verminderd?
Almaci: Dat is een zeer terechte vraag, het draagvlak is verminderd. Dat komt door het nieuwe politiek correcte denken dat vandaag dicteert dat allochtonen gepamperd worden. En dit soort discours wordt volgehouden ongeacht wat de cijfers aantonen. Er wordt niet meer gekeken naar de sociaal-economische situatie, naar de statistieken, naar overdonderend wetenschappelijk bewijs, er wordt niet meer gekeken naar wat rapporten zeggen. Het gaat nu om flagrant zeggen dat het om persoonlijk falen gaat, dat allochtonen de kansen maar moeten grijpen en dat is het nieuwe politiek correcte discours. Op die manier wordt een afbouw gelegitimeerd van de integratiesector en van bestaande emancipatie-initiatieven. En er wordt enkel nog aan inburgering gedaan waarbij zij zich aan ons moeten aanpassen en alleen zij nog een inspanning moeten leveren. Dus de inspanning vanuit de overheid, waar tot de deur wordt gezegd dat er kansen worden geboden, wel, uit alle feiten blijkt dat dat veruit onvoldoende is.
Dus het discours staat haaks op wat de feiten tonen. Als ik dan het bestuursakkoord zie en de beleidsplanning van de Vlaamse regering, dan zie ik elke keer dat je individueel bestraft wordt als je niet voldoet aan een aantal voorwaarden, voornamelijk wat betreft taalkennis, en dat er nauwelijks inspanningen zijn op beleidsvlak om racisme en discriminatie aan te pakken. Bij discriminatie op de arbeidsmarkt zeggen ze: we zullen sensibiliseren, maar de tijd van sensibiliseren is voorbij en men weigert dat te aanvaarden. Ze kunnen wel zeggen dat individuele personen hun kansen niet grijpen, maar zolang er systematische uitsluiting a la blanc bleu belge op de arbeidsmarkt, in het onderwijs en op de woningmarkt bestaat is dat discours zo hypocriet als maar kan zijn.
Er is geen beleid vandaag, niet van praktijktesten, niet van anti-discriminatieclausules. Tegen structurele achterstelling is het enige antwoord de individuele verantwoordelijkheid. Het is vandaag de realiteit dat we zitten te debatteren of mensen anoniem moeten kunnen solliciteren of niet. Dat debat op zich is het sterkste bewijs dat discriminatie op basis van etniciteit wel degelijk bestaat. Als je moet zitten nadenken of je een dergelijke maatregel gaat introduceren, die opnieuw remedieert op niveau van het individu, dan zeg je eigenlijk: we leggen ons erbij neer dat discriminatie en racisme bestaan en dat we er niet in slagen om dat terug te dringen. We zijn er nooit in geslaagd om op structureel niveau effectieve maatregelen tegen uitsluiting uit te werken.
Kif Kif: Ook het huidige maatschappelijke klimaat zit tegen.
Almaci: Natuurlijk, we zitten in crisistijden en mensen zijn onzeker en weten niet wat de toekomst zal brengen. Het is crisis voor iedereen en het is ieder voor zich. Wie daarbinnen begint te praten over discriminatie en racisme is algauw een zeur. De culturalisering van het debat zit ook overal, en voorbije jaren heeft me dat enorm gestoord. het meest recente voorbeeld is dat van de Blokkendoos. Een tragisch verhaal, waar alleen maar verliezers zijn, niet in het minst de kinderen zelf. Net zoals in eerdere zaken in Frankrijk en Oude Pekela in Nederland – waar overigens ministers en academici zich mengden, - liepen ook hier de emoties hoog op. Als het over kinderen gaat zijn we allemaal zeer snel emotioneel. Maar in de commentaren werd het vaker wel dan niet een mini-clash of civilisations waar de wederzijdse vooroordelen heen en weer vlogen: het discours alsof alle Vlamingen zouden pedofielen en racisten zouden zijn en alle allochtonen zouden hysterische mensen zijn waar niet mee te praten valt en die weigeren hun kinderen seksuele opvoeding te laten volgen. Maar ga eens naar die school, daar werken ook allochtone leerkrachten en dan denk ik: waar zijn we mee bezig als we elkaar altijd opsluiten in culturele blokken en doen alsof iedereen een chip in zijn of haar kop heeft waardoor ze allemaal hetzelfde kuddegedrag vertonen?
We slagen er niet meer in om te kijken naar het individu, we kijken alleen in culturele blokken en dat begint mij langs twee kanten gigantisch te ergeren. Het wordt ook hopeloos om op die manier samen een samenleving uit te bouwen. Die kinderen moeten wel samen een toekomst opbouwen, maar die horen alleen maar cliché’s over hun achtergrond in elk debat. Culturalisering is het nieuwe racisme en het wordt ook door veel allochtone groepen gebruikt als tegenaanval. Ik stel mij daar echt vragen bij, waar gaat dat naartoe? Het sluipt echt overal in.
Kif Kif: Wat zijn voor Groen de belangrijkste thema’s naar volgend jaar toe, laten we het houden op de federale verkiezingen?
Almaci: Een echte hervorming van financiën en de banken, dat is mijn eigen thema. Maar vooral ook een hervorming van de economie en de creatie van jobs: het is daar waar de mensen van wakker liggen. Op dit moment zorgt de economische situatie en de hoge loonlast ervoor dat heel weinig mensen die laaggeschoold zijn nog aan een job geraken en ook uit de markt worden geprezen. Mensen willen weten of hun loon morgen nog zal volstaan om de facturen van elektriciteit en hun woning te betalen. Ik geloof oprecht dat we minder belastingen moeten heffen op arbeid en meer op vermogen om zo de belastingen eerlijker te verdelen. Ik geloof ook dat we volop moeten inzetten op hernieuwbare energie en isolatie om onze energiefactuur op termijn betaalbaar te houden. Ook de vele wachtlijsten voor sociale woningen, voor een plek op een school, voor aangepaste opvang voor een gehandicapte in de zorg… zijn belangrijke aandachtspunten. Het is daar dat heel veel mensen uitvallen in onze samenleving: het vinden van een job is al niet gemakkelijk, maar probeer daarna maar eens te gaan werken als je geen créche vind, of geen plaats op school. En dan hebben we het nog niet eens gehad over de manier waaropo we het watervalsysteem willen aanpakken. Ik denk dat heel veel kiezers daarvan wakker liggen.
Kif Kif: Er is veel te doen om de zoveelste verkiezingen in 2014, naar uw mening, denkt u dat we op een breekpunt staan in de geschiedenis van ons land?
Almaci: Ik denk dat dat breekpunt er bij de vorige staatshervorming al was. Waarom zeggen mensen dat het een breekpunt is? Omdat het nu of nooit is voor de N-VA en de drie traditionele partijen. So what, bij de vorige verkiezingen was het ook nu of nooit. Mag het nog ergens over gaan? Het interesseert mij veel meer om te weten welke richting we uitgaan welke keuzes we inhoudelijk gaan maken. De Wever en de N-VA zijn tot treurens toe strijd aan het voeren tegen Di Rupo, de premier die De Wever nota bene zelf in het zadel heeft geholpen. Het was hij die hem de sleutel van wetstraat 16 heeft aangeboden. Stop met die onzin en zeg waar het inhoudelijk om gaat. Wil je het land splitsen of niet? Uiteraard wel, en ondertussen misbruiken ze hun beleidsdeelname in Antwerpen om een potje te armworstelen met Di Rupo. Ze vergeten ondertussen wel dat armoedebestrijding, onderwijs en sociaal wonen, een paar van de meest heikele problemen in de stad, allemaal vallen onder Vlaamse bevoegdheid. Ik denk dat mensen snakken naar een echt verhaal en het groene verhaal staat sterk. We moeten ons best doen om dat beter te verkopen, maar ik ben niet bereid om de grote populistische weg op te gaan zoals sommige andere partijen dat wel doen. En dan denk ik ook oprecht dat sommige partijen terug moeten gaan nadenken over hun kleur en waar zij voor staan. CD&v, Sp.a en open VLD zijn vandaag allemaal vooral erg grijs en inwisselbaar.
Kif Kif: Heeft u nog enkele tips voor toekomstige politici met een migratieachtergrond?
Almaci: Ik denk dat een van mijn beste adviezen aan mensen die beginnen is: zorg dat je differentieert en dat is ontzettend moeilijk, maar durf ook hulp vragen. Mislukken is geen drama, tegenwoordig mag je niet falen, maar ik ben er grote voorstander van om mensen liever te laten proberen, zelfs al betekent dat falen zodanig dat ze op het einde van die vier jaar bijgeleerd hebben en ergens staan. Anders word je zo voorzichtig dat je niets durft en op het einde ook nauwelijks iets hebt. Dit is een ontzettend harde stiel op menselijk vlak, dus zoek gewoon mensen die u op emotioneel vlak kunnen ondersteunen. Breek uit uw carcan en zie waar de valkuilen liggen en probeer daarover na te denken en er oplossingen voor te vinden. Overleg veel met anderen: je kan leren van hun perspectieven. Kiezers verwachten veel, en terecht. Misschien zal je een aantal mensen teleurstellen, maar hou vol, leg uit waarom je de dingen doet zoals je ze doet en werk verder. Ik geloof op lange termijn dat dat echt rendeert en dat mensen dat waarderen. Maar boven alles: blijf vooral jezelf.
[Redactie: Nassira Miki]
>>> Lees in dezelfde reeks ook het interview met Khadija Zamouri (Open Vld), Yasmine Kherbache (Sp.a) en Nahima Lanjri (CD&V)