‘Niemand weet wat radicalisering inhoudt’ [Interview met Prof. Rik Coolsaet - Ugent]

Rik Coolsaet is hoogleraar Internationale Betrekkingen aan de UGent, Midden-Oostenexpert, lid van European Network of Experts on Radicalisation (ENER) en auteur van het boek Jihadi Terrorism and the Radicalisation Challenge. De ideale gesprekspartner voor een interview over radicalisering en de IS.
‘Niemand weet wat radicalisering inhoudt’ [Intervie

Politieke radicalisering is dus geen enkel probleem, ik vind dat het er te weinig is. Ik vind het bijvoorbeeld jammer dat er niet veel meer mensen naar de website van Kif Kif gaan, want jullie zijn ook politiek radicaal.

 

Rik Coolsaet is hoogleraar Internationale Betrekkingen aan de Universiteit Gent, Midden-Oostenexpert, lid van European Network of Experts on Radicalisation (ENER) en auteur van het boek Jihadi Terrorism and the Radicalisation Challenge. De ideale gesprekspartner dus voor een interview over radicalisering en de Islamitische Staat (IS).

 

Omwille van zijn enorme kennis van zaken is een gesprek met Coolsaet over deze materie tamelijk overweldigend. Hij overloopt probleemloos de tegenstelling tussen IS en Al Qaeda, de internationale banden van IS, de leegte van het begrip ‘radicalisering’, de wenselijkheid van het preventiebeleid en nog veel meer. Beginnen doet hij met een razendsnel overzicht van de geschiedenis van de IS. “De oorsprong van IS ligt in de Amerikaanse invasie van Irak in 2003”, aldus Coolsaet. “Die invasie heeft geleid tot iets wat daarvoor niet kon bestaan onder het bewind van Sadam Hussein, namelijk de opkomst van een aantal terreurbewegingen. Eén van de gruwelijkste jihadische terreurorganisaties die opgericht werden als reactie op de invasie, was gekend onder de naam Al Qaeda Irak; dat was de voorloper van IS”.

 

Kif Kif: Hoe kon die beweging ontstaan?

 

Coolsaet: “Die beweging werd opgericht door Zarkawi, een straatboef uit Jordanië. De beweging illustreert hoe er in een chaotische situatie, waarin er geen bestuursvormen of regeringen meer zijn, allerlei soorten geweldtrends ontstaan. De Verenigde Staten zijn niet alleen verantwoordelijk voor de invasie in Irak, maar ook voor het wegnemen van het enige dat onder Sadam Hussein dat land bij elkaar hield: de Ba’athpartij. Achteraf beseften de Amerikanen dat ze daarmee een grote fout hadden gemaakt. Door het wegvallen van de Ba’athpartij is er een vacuüm ontstaan en is het land in een chaos terechtgekomen. Het is in een dergelijke situatie dat bewegingen zoals die van Zarkawi succes kunnen hebben.

 

Zarkawi heeft zichzelf uitgeroepen tot de leider van Al Qaeda in Irak. Dat gebeurde doelbewust om in de concurrentie met andere verzetsgroepen gebruik te kunnen maken van het aureool van Osama Bin Laden. Deze concurrentie ging vooral over het aantrekken van Irakezen en buitenlandse strijders. Van in het begin heeft deze beweging, weliswaar onder de naam Al Qaeda, nooit geaccepteerd onder het bevel van Bin Laden te vallen. Bin Laden heeft dan ook herhaaldelijk openlijk kritiek geuit op de beweging van Zarkawi, omdat die zich weigerde in te schrijven in de mondiale strategie van Al Qaeda en omdat Zarkawi uit was op een strijd tussen sjiieten en soennieten, wat niet de bedoeling was van Bin Laden.

 

Ter verduidelijking: Zarkawi was van oordeel dat de grote vijand niet alleen de ongelovigen waren, maar ook de sjiieten. Hij heeft van bij het begin alles gedaan om het conflict in Irak om te vormen tot een intra-moslimconflict. Hij wou de soennieten rond zich verzamelen door een historische vijand te poneren, namelijk de sjiieten. Dat past helemaal niet in de strategie van Bin Laden. Men zegt soms dat Al Baghdadi (leider ISIS) pas onlangs door Al Zawahiri (leider Al Qaeda) uit Al Qaeda is gekegeld, maar eigenlijk was de voorloper van Al Baghdadi al een historische rivaal van Bin Laden.

 

In 2006 is Zarkawi dan gedood en in 2007 zijn de soennitische stammen in opstand gekomen tegen wat nog overbleef van die beweging, die bijna ten dode was opgeschreven. In 2011 werd er echter uit de restanten van die beweging in Syrië Al Nusra opgericht. Dat gebeurde naar aanleiding van de beginnende burgeroorlog in Syrië. In 2013 heeft de leider van ISIS, de opvolger van de beweging van Zarkawi, besloten om Al Nusra en ISIS te laten samensmelten, maar Al Nusra weigerde. Al Nusra riep de bemiddeling in van Al Zawahiri maar Al Baghdadi weigerde naar Al Zawahiri te luisteren, net als zijn voorganger Zarkawi weigerde te luisteren naar Al Qaeda. Dat is de oorsprong geweest van de strijd tussen Al Nusra en ISIS. Vanaf januari 2014 volgde de snelle opmars van ISIS, die startte met de verovering van Fallujah en in snel tempo verdergezet werd door heel Irak.”

 

Kif Kif: Waarom is de opmars van ISIS zoveel sterker geweest dan die van andere verzetsbewegingen?

 

Coolsaet: “Dan kwam doordat zij zich als een parasiet hebben gedragen ten opzichte van de andere verzetsbewegingen in Syrië. Ze hebben met andere woorden heel lang geen gevechten geleverd met het Syrische leger, ze hebben er enkel de gebieden ingepalmd die al bevrijd waren door andere verzetsbewegingen. Ze hebben hun terugvalbasissen in Syrië veroverd ten koste van al-Nusra en de andere verzetsbewegingen en ze zijn dan in staat geweest om onafhankelijke milities aan te trekken met de belofte van wapens en geld, een aantal van die strijders krijgen ook een maandloon. Terwijl andere groepen het Syrische leger bevochten waren zij structuren aan het installeren in hun veroverde gebieden, grond aan het exploiteren, belastingen aan het innen, en zo verder. Dat zorgde ervoor dat zij olievoorraden hadden op het moment dat hun uitbreiding begon. Het is een soort sneeuwbaleffect, ze hebben alsmaar meer grondgebied veroverd, dus alsmaar meer financiële middelen gegenereerd, dus als maar meer mogelijkheden gecreëerd om individuen aan te trekken. Vervolgens is er een doorstoot geweest op het moment dat ze het Kalifaat hebben uitgeroepen. Daarmee gaven zij de indruk dat ze op de golf van de geschiedenis aan het surfen waren. The winner takes it all, is een klassiek principe in de politiek. ISIS heeft heel lang de indruk gegeven dat de geschiedenis aan hun zijde stond en daardoor hebben zij mensen kunnen aantrekken.”

 

Kif Kif: Wanneer ISIS/IS zich strategisch opstelt rond olievelden en dergelijke, aan wie kunnen ze dat dan nog verkopen?

 

Coolsaet: “Zij verkopen dat aan ‘middlemen’, aan tussenpersonen. Die tussenpersonen verkopen dat door aan het Syrische leger, aan Turkije, aan Koerdische tussenpersonen en het gaat ook rond in de landen rond Turkije, waarschijnlijk ook Jordanië. Alles verloopt via tussenpersonen en de afnemers weten zogezegd niet waar de olie vandaan komt. Vandaar ook dat andere verzetsbewegingen ISIS er vorig jaar van beschuldigd hebben - meer nog dan objectief bondgenootschap - echt samen te werken met het Syrische leger.”

 

Kif Kif: Waren de mankrachten die ISIS versterkten op de hoogte van het parasiterende karakter van de beweging?

 

Coolsaet: “Zij hebben heel veel mensen aangetrokken die naar daar gingen met het idee dat ze strijd zouden leveren tegen Assad, maar dat gebeurde niet. Integendeel, omdat zij in het begin strijd hebben geleverd tegen Al Nusra en andere groepen, waren zij eigenlijk een objectieve bondgenoot van Assad. Dus iedereen die zich aansloot bij ISIS om strijd te leveren tegen Assad, heeft de facto het omgekeerde gedaan. Door de andere verzetsbewegingen te bestrijden zorgde ISIS ervoor dat  alle andere verzetsbewegingen gesandwicht werden tussen ISIS en Assad, en daar is Assad beter van geworden. Eigenlijk is ISIS/IS een objectieve bondgenoot geweest van Assad tot de zomer van dit jaar. Strategisch was dat ontzettend goed gezien.”

 

Kif Kif: Wat was de positie van de internationale gemeenschap in dit verhaal?

 

Coolsaet: “De internationale gemeenschap is heel lang bang geweest om te interveniëren, omdat men geconstateerd had dat de tussenkomst in Libië echt uit de hand was gelopen. Het Syrische volk en het Syrische verzet betaalden eigenlijk de prijs voor de mislukte interventie in Libië. Die interventie is erg snel gegaan, maar erna verliep alles veel moeizamer en vandaag is er een implosie van Libië. Precies omdat de internationale gemeenschap besefte dat ze door die tussenkomst iets gecreëerd had dat niet meer te controleren was, is ze erg terughoudend geweest in Syrië. Daarop heeft zich in de Veiligheidsraad dan de tegenstelling geënt tussen Russen en Chinezen aan de ene en Amerikanen aan de andere kant.”

 

Kif Kif: Wat was het kantelpunt voor de internationale gemeenschap om toch tussenbeide te komen?

 

Coolsaet: “Wel, voor alle duidelijkheid, er is geen interventie tegen Assad. Dat is wat Obama onlangs nog bevestigd heeft. Wat de doorslag heeft gegeven - het is ontzettend cynisch om het te zeggen - was de brutale onthoofding van de Amerikaanse journalist Foley. Toen waren er al duizenden Syriërs en Irakezen vermoord door IS, maar daarvoor is niemand tussenbeide gekomen. De combinatie van de moord op Foley en de schrik die in het westen toegeslagen is, heeft ervoor gezorgd dat Obama de keuze heeft gemaakt om op deze manier – vanuit de lucht - tussen te komen, en afwezig te blijven op de grond. Er worden lokale partners gezocht in Irak om op de grond te opereren zodat de Amerikanen in de lucht kunnen blijven, maar dat ontbreekt in Syrië.

 

In Irak is er op de grond het Iraakse leger, dankzij de nieuwe regering in Baghdad, de Peshmarga (de gewapende strijd van de Koerden) en de Soennitische milities die zich nu proberen te organiseren in een soort nationale garde. Er zijn dus drie componenten die de grondtroepen leveren in Irak, maar in Syrië wordt er wel gebombardeerd vanuit de lucht door de VS en de Arabische landen, maar op de grond is er geen interventie. Assad heeft geprobeerd om daarop in te spelen door te zeggen tegen het Westen dat er een gemeenschappelijke vijand is in de vorm van IS, en dat er moet samengewerkt worden. Dat heeft Obama vervolgens geweigerd, omdat Assad verantwoordelijk is voor de tweehonderdduizend doden in Irak. Omdat er geen grondtroepen zijn, betekent dat dat het enige alternatief de Koerdische groepen in het Noorden zijn. Maar die zijn dan weer sterk gelieerd met de PKK, en dat is volgens de Amerikanen een terroristische beweging, dus dat ligt moeilijk. Er is ook nog het vrije Syrische leger, maar dat is nog maar een schim van zichzelf door aanvallen van zowel Assad als IS. Van het hele Syrische verzet, dat gegroeid is uit het vreedzame protest in 2011, is er dus nog nauwelijks iets over. Obama heeft daarom de strategie ontwikkeld om een nieuw Syrisch verzet op te zetten door mensen te trainen in Saoedi-Arabië en Turkije, maar dat doe je niet in één twee drie. In tussentijd zijn er geen lokale bondgenoten op de grond, en dat maakt de situatie in Syrië chaotisch en uitzichtloos. In principe zijn er elementen voor een oplossing in Irak, maar die zijn er niet in Syrië.”

 

Kif Kif: Wat vindt u van de manier waarop bij ons het debat rond de IS gevoerd wordt?

 

Coolsaet: “Welk debat? Er is zo goed als geen debat. Het probleem van de radicalisering, waar het dan wel af en toe over gaat, is niet simpel. Er komen zoveel dimensies bij kijken. Sinds de studies over radicalisering begonnen zijn na 9/11, is de hamvraag nog altijd waarom sommige mensen wel, en sommige mensen niet gevoelig zijn voor de lokroep van extremistische bewegingen. Er is zo goed als geen debat, omdat bijna alle regeringen geconfronteerd worden met iets heel complex en omdat ze moeten bewijzen dat er iets aan gedaan wordt. Als je wil bewijzen dat je er als regering iets aan doet, dan zijn repressieve maatregelen het gemakkelijkste. Preventie is ontzettend moeilijk en er is geen enkele garantie op succes. Preventie is het enige dat op termijn kan lukken, maar het is erg moeilijk om dat aan te tonen. Er wordt dus volop ingezet op repressieve maatregelen, zoals in de UK waar men er nu voor zorgt dat de jongeren die vertrekken niet meer kunnen terugkomen. Dat is de meest absurde houding die je kan aannemen, omdat Al Qaeda op die manier ontstaan is in 1988. Toen de Moedjahedien de overwinning hadden geboekt op het rode leger in Afghanistan, mochten een aantal strijders niet terugkeren naar hun land van herkomst. Zij hadden geen andere keuze en hebben zich gegroepeerd rond Osama Bin Laden.

 

Mensen verbieden om terug te keren betekent dat je op termijn een reservoir creëert voor een nieuw Al Qaeda. Ik heb niets tegen repressie, maar het mag niet zonder preventie. België heeft een plan tegen de radicalisering sinds 2006 en in dat plan zijn er twee cruciale elementen. Ten eerste de versterking van de informatiepositie van de veiligheidsdiensten, proberen te achterhalen waar de radicalisering plaatsvindt, dat is noodzakelijk. Het tweede waar men heeft op ingezet, zijn repressieve maatregelen, en dat is ook nodig. Een preventiebeleid was nooit aanwezig in België tot vorig jaar onder Milquet, toen het probleem van de Syriëstrijders de kop op stak. Er moest getoond worden dat men iets deed, en dus heeft men voor het eerst een kader voor preventie opgezet. Pas op, België zou België niet zijn als er niet tegelijkertijd enkele burgemeesters waren die ook hun eigen initiatieven begonnen te nemen omdat ze vonden dat er te weinig werd gedaan vanuit de federale overheid. Vilvoorde heeft bijvoorbeeld een strategie uitgewerkt op lokaal vlak die erg interessant is. Men probeert jongeren op te vangen waarvan men het gevoel heeft dat ze radicaliseren.”

 

Kif Kif: Wie moet er concreet voor die opvang zorgen en wie observeert die ‘radicalisering’?

 

Coolsaet: “Dat zijn de lokale autoriteiten, de wijkpolitie, de straathoekwerkers, de lokale gemeenschap, de ouders die signaleren en zo verder. Er is dus een reeks bronnen die het aangeven aan het gemeentebestuur en in verschillende gemeenten zijn er specifieke deradicaliseringsambtenaren. Maar wat doe je zodra je die informatie krijgt? Het plan van Vilvoorde zit eigenlijk wel goed in elkaar. Men probeert het erg laagdrempelig te houden en geen nieuwe structuren in het leven te roepen, maar de structuren te gebruiken die bestaan voor jongeren in moeilijkheden. De radicalisering van jongeren is een symptoom van een groep jongeren die in de samenleving ontzettend onder druk staat. Zij lopen het risico om door te slaan, om te spijbelen, sommigen komen in de criminaliteit terecht, en sommigen gaan in de richting van vriendengroepen die iets te maken hebben met Syrië. Jongeren in moeilijkheden zoeken een manier om eruit te geraken, of evolueren in een bepaalde richting, en als je dan het ongeluk hebt om in een bepaalde vriendenkring terecht te komen, dan zit je in dat proces van ‘radicalisering’. Ik gebruik doelbewust aanhalingstekens, want het zijn meer jongeren in moeilijkheden dan het klassieke proces van politieke radicalisering dat leidt tot extremisme.

 

Het onderzoek dat wij hebben gedaan binnen de expertengemeenschap, vooral sinds 2004 in Europa, draait rond processen die ervoor zorgen dat individuen radicaliseren. We proberen die processen te identificeren. Dat verklaart waarom er ‘foreign fighters’ waren in de jaren ’90, en waarom er mensen zijn gaan strijden in Irak. Maar de leeftijdsgroep van vroeger en die van vandaag ligt ver uit elkaar. De jongeren die vertrekken worden steeds jonger. Ik denk dat wij in België het trieste historische record hebben van de jongste vertrekker: hij was 13 jaar oud.”

 

Kif Kif: Bleek uit jullie onderzoek een oorzaak voor deze ontwikkeling?

 

Coolsaet: “Niet meteen, want er is geen onderzoek gedaan bij de mensen die vertrokken zijn. Al de informatie die beschikbaar is, is publieke informatie. Daarmee moet je ontzettend opletten, want soms weten de ouders van iemand die vertrokken is ook niet wat precies de oorzaak was. Als je alles bij elkaar brengt en als je de sociale media in het oog houdt van de jongeren die zijn vertrokken en contact zoeken met hun vrienden hier, kan je zien dat er veel veranderd is. Er is een soort rode draad, die niets te maken heeft met de vroegere politieke radicalisering. Vroeger startte de radicalisering met een gevoel van onrecht. Het wordt echter problematisch wanneer de politieke radicalisering omslaat in extremisme en later in terrorisme. Dat is een steeds afnemende groep mensen, maar het is wel problematisch. Politieke radicalisering is dus geen enkel probleem, ik vind dat het er te weinig is. Ik vind het bijvoorbeeld jammer dat er niet veel meer mensen naar de website van Kif Kif gaan, want jullie zijn ook politiek radicaal.”

 

Kif Kif: Zeker en vast!

 

Coolsaet: “Er is een probleem met het woord radicalisering, het heeft een negatieve betekenis gekregen sinds 2004 of 2005. Het woord ‘radicalisering’ bestond vroeger niet. Ik weet dat het absurd klinkt, maar het woord is ontstaan in kringen van de Europese Unie als gevolg van de aanslagen in Madrid in 2004 en in Londen in 2005. Toen is men in het kader van de EU op zoek gegaan naar een verklaring voor het terrorisme. Men zocht naar de grondoorzaken en één daarvan was radicalisering. Dat stond zeer mooi op papier, maar men wist binnen de EU niet wat het betekende. Het was een soort containerbegrip. Het leek simpel, want een individu wordt niet van de ene dag op de andere een terrorist, je moet een proces doormaken. Dat proces heeft men ‘radicalisering’ genoemd. Ik herinner me nog het document, het was in mei 2004. Daarna heeft men op een bepaald moment beseft dat men niet wist wat die term eigenlijk inhoudt. In 2006 heeft de EU dan een groep experten verzameld. Ik was daar lid van en de vraag die we kregen was: ‘Wat weten jullie op academisch vlak over het radicaliseringsproces?’. Onze eerste opmerking die in het eindrapport is verschenen, is dat radicalisering van bij het begin een gepolitiseerd begrip is, het bestaat niet in de academische literatuur.

 

We hebben het in het verleden over politiek geweld en extremisme gehad, maar het begrip ‘radicalisering’ is vanuit de politiek en de media ontstaan. Bovendien is het een term die niet noodzakelijk altijd een negatieve connotatie heeft. Als ik jou vertel dat de radicalisering afneemt en jij beweert dat de radicalisering toeneemt, weten we beiden niet waar we het over hebben. Er bestaat namelijk geen meetinstrument en geen definitie van radicalisme. Het radicalisme is een heel oude beweging die ontstaan is in Groot-Brittannië in de 18de eeuw als een middel om het parlement te veranderen. Radicalen hebben de geschiedenis geschreven. Het zijn radicalen, met andere woorden zij die zich verzetten tegen iets dat als onrecht wordt aangevoeld, die ervoor gezorgd hebben dat de geschiedenis is vooruitgegaan. Zonder radicalen zou de democratie niet verbeterd zijn. Het probleem is alleen dat radicalisme vandaag een synoniem is geworden voor iets negatiefs, iets dat te maken heeft met moslims en iets dat te maken heeft met terrorisme, punt.”

 

Kif Kif: De invulling die de term nu krijgt is dus ook niet meer het bevechten van onrecht?

 

Coolsaet: “Dat hangt ervan af wat je precies bedoelt. Want zoals ik zei, is er geen serieus wetenschappelijk onderzoek gevoerd naar de jongeren die vertrokken zijn. Er zijn alleen enkele heel brede noties. Maar ik geloof niet dat jongeren van 18 een uitgewerkt concept hebben van onrecht dat hen motiveert om naar Syrië te gaan. Met al de resultaten van het onderzoek rond dit fenomeen kan je het probleem niet aanpakken. Ik geloof dat er weinigen vertrekken uit religieuze overwegingen. Sommige jongeren gaan net voor ze vertrekken nog even ‘islam voor dummies’ kopen. Het zijn dus geen religieuze overtuigingen, maar ook geen politieke opvattingen. Er zijn allerlei redenen om te vertrekken. Er zijn jongeren die zich slecht in hun vel voelen, anderen willen de wet ontlopen vanwege criminele feiten, sommigen zijn sadisten, nog anderen zijn op zoek naar avontuur, of het zijn jongeren die perspectief zoeken. En er is ook een beperkte groep rond Fouad Belkacem die vanuit een bepaalde ideologisch gestaalde visie vertrok, maar die waren ook wat ouder dan de anderen. Zij zijn een zeer kleine minderheid. We weten wel uit onderzoek dat radicalisering bijna altijd plaatsvindt in een vriendenkring, ‘kinship and friendship’ noemen we dat in de literatuur. Dat slaat eigenlijk op de omgeving waarbinnen de radicalisering verder gaat.

 

Het klassieke proces van radicalisering vertrekt vanuit een gevoel van onvrede dat je je aantrekt, ook al ben je zelf niet het slachtoffer van onrecht geweest. Het is de samenleving die voor dat onrecht heeft gezorgd.  Op het ogenblik dat je dat gevoel hebt zoek je mensen die hetzelfde voelen, en zo creëer je wat men in de sociologie een ‘ingroup’ noemt. Ik noem dat in het kader van het terrorisme een voorhoede. Daar gebeurt het, in vriendengroepen en soms in familiekring. We hebben in de expertengroep van de Europese Commissie ontdekt dat mensen zich ook niet aansloten bij neonazigroepen omwille van de ideeën, maar dat men die ideeën ging kweken op het ogenblik dat men in die groep terechtkwam. Als je een contrastrategie wil opzetten die bijvoorbeeld vertrekt van een alternatieve lezing van de islam, dan wil dat zeggen dat je voorbijgaat aan de echte grondoorzaak van terrorisme. Je bent dan eigenlijk symptomen aan het bestrijden zonder de oorzaak aan te pakken.”

 

Kif Kif: Als u zegt dat het begint bij jongeren die zich slecht in hun vel voelen, en als je ziet wie er vertrekt, heeft het falen van het integratiebeleid er dan iets mee te maken?

 

Coolsaet: “Voor een stuk wel, er zijn ook een aantal bekeerlingen, maar het is waar dat de grote meerderheid een migratieachtergrond heeft. Het integratiebeleid heeft gefaald en niet gefaald. We spreken over een relatief beperkte groep, terwijl de groep jongeren met een migratieachtergrond relatief groot is. Het is dus te gevaarlijk om te zeggen dat migratie gefaald heeft. Ik zeg soms dat je de jongeren die je nu terugvindt in Syrië, 4O jaar geleden zou hebben teruggevonden in linkse terreurbewegingen.

 

Omwille van al die aspecten is het zo moeilijk om aan preventie te doen. Want wetende dat alles begint bij de vriendenkring, moet je jongeren daaruit weg krijgen. Dat is erg moeilijk. Deradicalisering gebeurt individueel. Als je de groep als groep gaat aanpakken zal die zichzelf intern versterken. Je moet de groep uit elkaar spelen en individuen opvangen en dat moet lokaal gebeuren. Dat kan door straathoekwerkers of door gedesillusioneerde jihadi’s die terugkeren en anderen demotiveren. Het moeten mensen zijn die een brug kunnen slaan naar die jongeren. Preventie biedt geen enkele garantie op succes, maar het is wel op die manier dat het moet gebeuren. Proberen jongeren te doen afzien van geweld moet op een laagdrempelige manier gebeuren. Dat vraagt een constante inspanning, zoals die ook nodig is voor jongeren met zelfmoordneigingen of met psychologische moeilijkheden. Het moet gebeuren met analoge diensten en we moeten zorgen dat we niet bijdragen tot een deradicaliseringsindustrie die los staat van de preventiemaatregelen die we nu al hebben.

 

Als je ziet dat de centra voor leerlingenbegeleiding op Vlaams niveau worden afgebouwd en dat welzijn budgettair in de tang is geraakt door de besparingen, dan is dat geen goed teken. Daarenboven is er het probleem dat lokale besturen en actoren deze problematiek vaak niet durven aanraken omdat ze het gevoel hebben dat het iets compleet apart is, wat een verkeerd idee is. We moeten de bestaande preventiemiddelen gebruiken om die zogezegde radicalisering aan te pakken. Je mag er niet van uit gaan dat je een 100 % slaagcijfer zal hebben. Je kan ook niet alle jongeren die met een burn-out zitten opvangen, dat is hetzelfde. Maar je moet het individueel proberen en je moet hen met de middelen die er zijn proberen opnieuw perspectief te geven, en dat is ontzettend moeilijk. Het moet vooral in stilte gebeuren zonder dat de burgemeesters met een megafoon staan te roepen dat ze moeten buitengegooid worden.”

 

Kif Kif: Vindt u dat de situatie er uitzichtloos uitziet, als je ziet wat er nodig is en hoe het nu wordt aangepakt?

 

Coolsaet: “Je wordt er inderdaad soms moedeloos van, vooral omdat de vragen die vandaag gesteld worden dezelfde vragen zijn als tien jaar geleden. Maar je moet blijven geloven dat je de samenleving kan verbeteren.”

 

Kif Kif: Door radicalisme, nietwaar?

 

Coolsaet: “Door radicalisme, inderdaad! Dat is een mooie afsluiter.”

 

 

 

>>> Lees meer over het thema in het Kif Kif dossier IS & Radicalisering