In het partijprogramma van de N-VA wordt diversiteit vooral als een problematisch uitdaging omschreven: “Meer dan ooit staat onze samenleving onder druk. Ze is de laatste decennia sterk geëvolueerd met een toenemende diversiteit in vele steden en gemeenten. De nieuwe samenlevingsproblemen die dit met zich meebrengt, vormen een extra uitdaging.”
De oplossingen voor die ‘druk’ en ‘uitdagingen’ zijn volgens de N-VA te vinden in “respect en gelijke kansen voor iedereen.” Wat deze algemene reflectie precies inhoudt, is echter niet zo duidelijk. Zeker wanneer je verder bekijkt hoe men alles in beleidsvoorstellen concretiseert, merk je dat het meer om theorie gaat dan praktijk.
Concrete beleidsvoorstellen
Respect is volgens N-VA een ‘kernwoord’ van haar beleid, maar in de praktische toepassing blijkt dat van weinig tel: “Met wetten en regels alleen roei je de vooroordelen en racisme niet uit. Gelijke kansen is een zaak van iedereen. De overheid mag eisen dat iedereen – burgers, middenveldorganisaties, verenigingen, werkgevers – de geboden kansen grijpt en zelf mee verantwoordelijkheid draagt voor zichzelf en voor de ander.” Een concrete aanpak van racisme is dus niet aan de orde. Het is louter en alleen een kwestie individuen die zelf de verantwoordelijkheid dragen om hun kansen te grijpen. Dat wordt ook bevestigd in de volgende paragraaf, waarin de N-VA dat extra benadrukt: “Een overheid kan en mag niet aanvaarden dat de verantwoordelijkheid steeds bij ‘de ander’ wordt gelegd of dat mensen of groepen zich in een slachtofferrol wentelen. Vrijheid en verantwoordelijkheid gaan hand in hand.”
Een concrete aanpak van racisme is dus niet aan de orde. Het is louter en alleen een kwestie individuen die zelf de verantwoordelijkheid dragen om hun kansen te grijpen.
Men voegt er weliswaar aan toe, dat de overheid uiteraard een voorbeeldfunctie heeft. Maar wie even grasduint doorheen de stigmatiserende uitspraken van verschillende N-VA-ministers en staatssecretarissen kan zich natuurlijk afvragen wat men dan precies bedoelt met die voorbeeldfunctie. Van concrete voorstellen rond de aanpak van racisme en discriminatie – zoals praktijktesten, quota of het tegengaan van etnisch profileren is ook geen sprake.
Een gelijkaardige tweespalt valt op in het onderdeeltje “elke vorm van discriminatie wordt streng aangepakt.” De N-VA vindt het belangrijk “dat mensen worden aangeworven op basis van hun competenties, zonder onderscheid op basis van bijvoorbeeld leeftijd, geslacht of afkomst.” Maar wanneer je dan bekijkt wat deze ‘strenge aanpak’ concreet inhoudt, schuift men slechts dit ene voorstel naar voor: “We zetten verder in op zelfregulering binnen de sectoren.” Stel je voor dat een programma de volgende paragraaf zou bevatten: “Elke vorm van dronken autorijden wordt streng aangepakt. Daarom zetten we in op zelfregulering van alcoholproducenten.” Weinigen zouden dat serieus nemen.
Een inconsequente visie op diversiteit
Een bijzonder intrigerende passage in het N-VA-programma vindt men in het programmaonderdeel rond Europa. Onder het subtiteltje “eenheid in verscheidenheid” komt ‘culturele diversiteit’ aan bod. Men kan er het volgende lezen: “Europa moet een project van gedeeld eigenaarschap zijn waaraan alle burgers kunnen deelnemen. Het bewaken van de diversiteit, ook de taaldiversiteit, binnen de Europese identiteit, is daarbij essentieel. Daarom houden wij vast aan het grondrecht van elke burger om in zijn of haar officiële taal met de Europese instellingen te kunnen communiceren. Ook dat verkleint het Europese democratisch deficit.”
Op vlak van racisme en discriminatie vertoont de N-VA geen enkele 'kracht van verandering'. Het blijkt de partij van de status quo te zijn.
Hier zien we dus een totale omkering van het gangbare N-VA-discours. Binnen het geheel van Europa zijn Vlamingen immers zelf een kleine minderheid. Daardoor wordt het plots belangrijk dat die kleine minderheid verzekerd wordt dat ze haar eigen taal kan spreken en dat de diversiteit gevierd wordt. Zo’n visie staat dan ook in schril contrast met de wijze waarop de N-VA omgaat met de taaldiversiteit van minderheden in eigen land. In dat geval geldt immers de regel: integreren door de Vlaamse taal te leren en in publieke ruimtes niets anders spreken. Zo geeft partijvoorzitter Bart De Wever in zijn recente boek nog aan dat hij het verkeerd vindt om op schoolspeelplaatsen kinderen toe te laten hun thuistaal te spreken.
Conclusie
In het programma van N-VA lezen we weliswaar proforma uitspraken zoals “We sluiten onze ogen niet voor de discriminatie van personen met een migratie-achtergrond.” en “We treden streng op tegen discriminatie op basis van herkomst.” Maar over concrete beleidsmaatregelen wordt niet gesproken. De klemtoon ligt in hoofdzaak op mensen met een migratie-achtergrond, het feit dat zij de taal moeten leren, zich moeten integreren en op zoek moeten naar een job. Ondanks zinnetjes zoals “We gaan voor een inclusieve samenleving die iedereen voldoende kansen biedt” vertoont de N-VA op dat vlak dus geen enkele ‘kracht van verandering’. Integendeel, het blijkt overduidelijk de partij van de status quo te zijn. Van de dominante groepen in de samenleving wordt helemaal niets verwacht, maar achtergestelde groepen worden verplicht om zich dubbel en dik te bewijzen.
Bijlage | Grootte |
---|---|
nva-verkiezingsprogramma2019.pdf | 9.52 MB |