Partijprogramma's doorgelicht: sp.a

Naar aanleiding van de verkiezingen op 26 mei, analyseert Kif Kif alle partijprogramma’s. We bekijken telkens welke visie de partijen naar voor schuiven rond het samenleven in de hedendaagse culturele superdiversiteit en welke concrete beleidsvoorstellen ze doen inzake de strijd tegen racisme.

Door: Kif Kif - 17/05/2019 - 07:00

Het sp.a partijprogramma is op vele vlakken meer een opsomming van resoluties die door het partijcongres werden aangenomen dan de uitwerking van een weloverwogen visie. Wie doorheen de vele resoluties op zoek gaat naar concrete aanzetten rond het samenleven in (super)diversiteit en de aanpak van racisme, komt uiteindelijk uit bij de onderdeeltjes ‘bestrijden van discriminatie’ en ‘investeren in samenleven’. In korte, zeer algemene tekstjes lees je er eerst evidenties zoals “discriminatie is een onrecht” en “de regels in onze samenleving gelden voor iedereen.” maar ook de politieke belofte “we gaan voor een antidiscriminatiebeleid mét tanden.” Wie vervolgens echter de verschillende daarmee verbonden resoluties doorneemt, merkt dat de tanden niet altijd even scherp zijn.

Concrete beleidsvoorstellen

Etnisch profileren

Specifiek inzake de strijd tegen racisme, schuift het sp.a programma een vijftiental resoluties naar voor. Eén van de meer grondig uitgewerkte is een resolutie rond etnisch profileren. Sp.a pleit namelijk voor een registratiesysteem waarbij de lokale polities de redenen van hun identiteitscontroles moeten opnemen en waarbij de betrokkene een afschrift van het stop and search formulier overhandigd krijgt. De partij wil ook een uitgewerkt vademecum van richtlijnen en regels over redelijke gronden voor identiteitscontroles en een vormingspakket voor alle politiekorpsen. Dit alles wil ze aanvullen met een (intern) controlesysteem waarbij de data geanalyseerd wordt door bv. academische partners. De aanbevelingen van het schrijnende Amnesty rapport rond etnisch profileren, vonden dus duidelijk hun weg naar het sp.a-programma. 

In lijn met hun aanpak rond etnisch profileren is sp.a ook explicieter dan andere partijen in hun voorstel om uitsluiting in de horeca tegen te gaan. Men pleit immers expliciet voor verplichte camerabewaking voor alle horecazaken met portiers en verplichte incidentmelding aan de lokale politiekorpsen én het meldpunt discriminatie.

Andere voorstellen

Andere elementen van de gekende voorstellen uit het antiracistische middenveld die eveneens in het programma aan bod komen zijn proactieve praktijktesten (zowel in de privé, non-profit als publieke sector en die eventueel tot (financiële) sancties kunnen leiden) en het afschaffen van verboden op levensbeschouwelijke kleding. Op dat laatste wordt hieronder dieper ingegaan. 

Wat opvalt is dat deze en andere voorstellen vooral gericht zijn op plannen, registratie en standaardisatieprocedures.

De overige resoluties vormen een verzameling van verschillende losse ideeën. Een grote nadruk ligt daarbij op de toestroom naar werk: streefcijfers voor het overheidspersoneel, streefcijfers voor sectoren die door de overheid gereguleerd of zwaar gesubsidieerde worden, schrappen van de nationaliteitsvoorwaarde voor statutaire ambtenaren (voor zover deze geen uitoefening van het openbaar gezag inhouden), een aanwervingsbeleid met EVC (Elders Verworven Competenties) als standaard, gegevens van publieke bemiddelingsdienst worden ingezet voor actieve toeleiding naar ondernemingen, toepassen van het Evenredige Arbeidsmarkt Deelname-beleid naar Canadees model.

Een bureaucratische aanpak

Wat opvalt is dat deze en andere voorstellen vooral gericht zijn op plannen, registratie en standaardisatieprocedures. Men zoekt dus soelaas in een bureaucratische aanpak. Dat zie je ook in losstaande resoluties rond het uitwerken van een ambitieus en breed gedragen interfederaal actieplan tegen racisme, raciale discriminatie, xenofobie en onverdraagzaamheid; het toevoegen van een non-discriminatieclausule in alle overheidsopdrachten; het werk maken van de evaluatie en bijstelling van het huidige nationale actieplan voor de integratie van Roma; en het werk maken van de reeds geplande oprichting van een onafhankelijk mensenrechteninstituut volgens ‘de Beginselen van Parijs’. 

Iets concreter is het verhoopte invoeren van toezicht op consequente en correcte toepassing van de redelijke aanpassingsplicht voor werkgevers, zowel publiek als privé. Evenzo doet men het voorstel om ondernemingen te verplichten in hun sociale balans de etnische achtergrond van hun werknemers te vermelden opgedeeld volgens functieniveau.

Een goedbedoelde maar niet uitgewerkte visie op diversiteit

De sp.a-visie rond diversiteit vertrekt vanuit “gedeeld burgerschap” en “actief pluralisme”. Beide principes worden echter niet verder toegelicht. Men houdt het op korte, algemene zinnetjes zoals “respect voor ieders unieke achtergrond” en gemeenschap vormen door “ontmoeten, delen en solidair zijn”.

Wie dan naar de resoluties rond deze thema’s kijkt om te zien hoe men het in realiteit wenst te concretiseren, ziet dat drie van de twaalf resoluties gericht zijn op de uitbouw van het integratiebeleid (en twee van die drie specifiek ingaan op het verwerven van de Nederlandse taal). Drie resoluties gaan over de uitbouw van buurtcentra en het verenigingsleven zodat mensen elkaar kunnen ontmoeten en sociaal isolement kunnen doorbreken. Eén resolutie pleit voor een snelle en transparante erkenningsprocedure van gebedshuizen evenals de uitbouw van interculturele spirituele ruimtes. En drie resoluties hebben het over de representatie via de openbare omroep. Wat dat laatste betreft, pleit men “voor een genuanceerde en correcte beeldvorming in de media over gender en diversiteit, migratie, mensen met een handicap ouderen, LGTB+ en andere kansengroepen in Vlaanderen.” Maar in de concrete aanpak komt men niet veel verder dan het (reeds aanwezige) gebruik van streefcijfers in zowel het VRT-personeelsbestand als de representatie in de programma’s.

Al bij al beperkt het ‘actief pluralisme’ van de sp.a zich dus tot de meest evidente kwesties van godsdienstvrijheid en de mogelijkheid om je te kleden zoals je wil.

Voor een uitdieping van het concept ‘actief pluralisme’ blijven dan nog drie resoluties over die op een vrij uitgebreide manier de verschillende nuances willen aanbrengen rond de vrijheid van religieuze klederdracht. De eerste resolutie hier rond vat aan met de boutade “Onze gedeelde samenleving stoelt op een reeks van gedeelde waarden. Zo waarborgen we o.a. de scheiding tussen kerk en staat.” Vervolgens gaat men over tot het idee dat overheidsgebouwen neutraliteit moeten uitstralen en er daarom geen religieuze of levensbeschouwelijke tekens geplaatst kunnen worden. De tweede resolutie zorgt echter onmiddellijk voor nuance: “in tegenstelling tot gebouwen kan men personen immers niet neutraliseren,” zo stelt men. Wie geen functiekledij draagt mag dus wel levensbeschouwelijke tekens dragen en “wanneer wel gekozen wordt voor functiekledij kan er, afhankelijk van de aard van de functie en in overleg met het personeel, rekening gehouden worden met de persoonlijke voorkeuren van de betrokken werknemers.” De derde resolutie gaat vervolgens specifiek in op de onderwijscontext en stelt dat “leerlingen zelf in alle vrijheid kunnen kiezen om binnen de school al dan niet religieuze of levensbeschouwelijke tekenen te dragen. Maar die vrijheid is onderworpen aan een aantal voorwaarden, waaronder het zichtbaar blijven van het gezicht, de deelname aan georganiseerde sportieve of culturele lessen en activiteiten, en respect voor de regels van veiligheid.”

Al bij al beperkt het ‘actief pluralisme’ van de sp.a zich dus tot de meest evidente kwesties van godsdienstvrijheid en de mogelijkheid om je te kleden zoals je wil. Inzake het samenleven in diversiteit gaat de SP.A voor het overige niet veel verder dan een herhaling van reeds lang bestaande initiatieven zoals het ondersteunen van buurtcentra en het invoeren van streefcijfers voor de VRT.

Conclusie

De verschillende resoluties van sp.a lijken op sommige vlakken een lappendeken van reeds bestaande maatregelen en bureaucratische voorstellen. Er zitten wel enkele stevigere aanzetten in maar het geheel ontbreekt een coherente visie rond samenleven in diversiteit. Het probleem van racisme wordt daardoor al te zeer naar de marge geduwd. 

Van een onderwerp als ‘dekolonisatie van de geesten’ is dan ook geen sprake. Het wegwerken van tweederangsburgerschap door het afschaffen van de ‘deportatiewet’ blijft eveneens achterwege. Wel heeft sp.a. zich doorheen de jaren duidelijk geherpositioneerd rond het hoofddoekenverbond (hoewel de Antwerpse gemeenteraadsfractie eind april een motie om het hoofddoekenverbod te schrappen voor stadspersoneel en leerlingen van het stedelijk onderwijs wegstemde). Men staat ook formeel achter de middenveldeisen rond praktijktesten. Maar de enige eis van het antiracistische middenveld die werkelijk grondig wordt uitgewerkt is de aanpak van etnisch profileren.



Bijlage Grootte
spa-verkiezingsprogramma2019.pdf 1.52 MB