Pleidooi voor inclusief en intersectioneel feminisme

Voor Meulenbelt is het duidelijk: je kan als sociale beweging de verschillende identiteiten niet van mekaar loskoppelen en alleen werken rond klasse, gender of kleur. Feminisme kan voor haar niet anders dan intersectioneel zijn.

Voor Meulenbelt is het duidelijk: je kan als sociale beweging de verschillende identiteiten niet van mekaar loskoppelen en alleen werken rond klasse, gender of kleur. Feminisme kan voor haar niet anders dan intersectioneel zijn.

 

Al meer dan veertig jaar is Anja Meulenbelt een van de boegbeelden uit de Lage Landen wat betreft feminisme, antiracisme en socialisme. De Nederlandse activiste schreef dit boek als een tweede versie van het in 1976 verschenen Feminisme en socialisme, een pamflet waarin ze uitlegt dat “feminisme socialistisch zal zijn of niet”. Feminisme - Terug van nooit weggeweest leest dan ook als een introductie tot het werk van Meulenbelt (de auteur heeft veertig boeken op haar conto). Maar bovenal is het een pleidooi voor een breed en inclusief feminisme, een feminisme dat voorbij de eigen grenzen kijkt en de huidige samenleving steeds opnieuw bevraagt.

Het boek is opgedeeld in twaalf heldere hoofdstukken van wisselende lengte, in een toegankelijke taal. Wie geen zin heeft in boeken die bol staan van academische termen en hele theorieën uit de doeken doen, zal dit met plezier lezen. Marx, economie, racisme, politiek: Meulenbelt zorgt er met een relatief dun boekje toch voor dat de lezer een arsenaal aan invalshoeken krijgt. En wie al jaren in sociale bewegingen actief is en dus al heel wat literatuur achter de kiezen heeft, kan in dit boek lezen dat Meulenbelt de puntjes op de i zet, en hen wil herinneren aan waar feminisme voor staat.

"Eerlijk delen en niet slaan"

Meulenbelt pretendeert niet de waarheid in pacht te hebben, maar stelt veel vragen: Welke bondgenootschappen zijn nodig? Met welke dilemma’s worden we geconfronteerd? In wat voor wereld willen we leven? Want voor haar gaat feminisme niet enkel om het streven naar gelijkheid tussen vrouwen en mannen, maar om veel meer. Ook racisme en klasse spelen voor haar een rol bij feminisme.

Ze begint met de vraag of feminisme nog van deze tijd is. Op papier zijn vrouwen dan misschien wel evenwaardig, maar in de praktijk is de strijd nog steeds bezig. Gelijkheid tussen vrouwen en mannen gaat immers niet om het toetreden van vrouwen tot de top van de zakenwereld of de politiek (“directeurenfeminisme” noemt ze het), ook klasse en de hiërarchie in onze maatschappij spelen een rol. En er is ook niet enkel die loonkloof: Meulenbelt blijft ook staan bij de mishandeling van vrouwen in een relatie en seksueel geweld tegen vrouwen. “De kortste samenvatting die ik kan bedenken van feminisme is: eerlijk delen en niet slaan,” schrijft ze.

 

Kruispunten

Een ander hoofdstuk handelt over kruispuntdenken (of intersectionaliteit). Ieder van ons staat op het kruispunt van meerdere identiteiten en sociale achtergronden. Die identiteiten bepalen hoe er naar je gekeken wordt en welke kansen je krijgt. De term werd in 1989 populair gemaakt door Kimberlé Crenshaw, maar de theorie werd al veel eerder uitgewerkt. Voor Meulenbelt is het duidelijk: je kan als sociale beweging de verschillende identiteiten niet van mekaar loskoppelen en alleen werken rond klasse, gender of kleur. Feminisme kan voor haar niet anders dan intersectioneel zijn.

Ook hier pleit Meulenbelt voor bondgenootschappen: “Net zoals ik schreef dat vrouwenemancipatie stagneert omdat mannen onvoldoende mee emanciperen, beweer ik dat het huidige racisme een probleem is van (vooral) witte mensen. En dat is precies wat veel mensen niet willen horen.” Meulenbelt gebruikt hier trouwens expliciet het woord ‘wit’ in plaats van blank: “…omdat blank nog stamt uit de tijd dat witte mensen zichzelf ‘puur’ vonden. Blank staat voor rein, kleurloos, neutraal. Maar witte mensen hebben wel degelijk een kleur, een etniciteit.”

De auteur raakt hier aan een punt dat in de huidige debatten erg gevoelig ligt: de antiracisme beweging wordt er soms van beticht dezelfde mechanismen van uitsluiting te gebruiken als diegene die ze wil aankaarten. Maar zoals Meulenbelt later in het hoofdstuk vertelt, moeten we in de spiegel durven kijken en eindelijk beseffen dat het koloniaal verleden van België en Nederland een heel denkpatroon hebben gevormd. “Zonder de verschillen te ontkennen, kunnen we zo samen terugkijken op een gedeelde en pijnlijke geschiedenis,” schrijft ze.  En ze sluit het hoofdstuk af met: “Laten we elkaar vinden in een gemeenschappelijke strijd tegen discriminatie, uitsluiting, islamofobie en racisme, wij van links.”

Van crisis naar focus

Maar hoe zit het met dat links? Het hoofdstuk De crisis van links voorspelt niet veel goeds. Daarin heeft Meulenbelt het voornamelijk over de politiek in Nederland, want die kent ze het best. Daarover is ze duidelijk: in Nederland bestaat er geen ‘echt’ links meer. “Het kan ook zijn dat mijn beeld over de impasse waarin parlementair links zich bevindt in Nederland te somber is voor België,” schrijft ze. Of dat klopt laat ik in het midden. Verderop schrijft ze dat links voluit de kaart van de sociale gelijkheid moet trekken, en droomt ze van ‘een alliantie van subversieven’.

Dat is een constante in het boek van Meulenbelt: ze schrijft in bijna elk hoofdstuk over allianties en samenwerkingen, en pleit voor bruggen tussen verschillende bewegingen. In een tijd waarin heen-en-weer geroep het dreigt over te nemen en we de strijd tegen discriminatie soms uit het oog verliezen, is dit dan ook een welkome oproep tot focus.

 

Feminisme - Terug van nooit weggeweest is verschenen bij uitgeverij EPO.