Op 20 oktober 2020 vond een bijzonder ontmoeting plaatsop het Piazza del Campidoglio in Rome. Het thema van deze ontmoeting was: “Niemand redt zichzelf alleen. Vrede en broederschap”. Het was een ontmoeting met verschillende religieuze leiders in de geest van de befaamde bijeenkomst in Assisi 1986. Al meer dan 30 jaar organiseert de gemeenschap van Sant'Egidio interreligieuze bijeenkomsten op de Dag van het Gebed.
Ook deze keer werden toespraken gehouden door belangrijke religieuze leiders uit alle delen van de wereld. Ze benadrukten het belang van samenwerking en interreligieuze dialoog als instrument voor vrede en veiligheid in de wereld. Naast Paus Franciscus kwamen de volgende figuren aan het woord: Sergio Mattarella, de prresident van Italië, Ursula von der Leyen, voorzitter van de Europese Commissie, Mohamed Abdelsalam Abdellatif, secretaris-generaal van het Hoog Comité van Menselijke Broederschap, Andrea Riccardi, stichter van de Gemeenschap van Sant’Egidio, Bartholomeüs I, Oecumenisch patriarch van Constantinopel, Haïm Korsia, Opperrabbijn van Frankrijk en Shoten Minegishi sensei van het Soto Zenboeddhisme
In de afgelopen eeuwen werd de wereld een dorp. En in dat dorp leven mensen bijeen van verschillende religies. Deze nieuwe situatie van globalisering vereist een radicale mentaliteitsverandering om het samenleven in verschil mogelijk te maken.
De eerste voorwaarde voor deze mentaliteitsverandering is bereidwilligheid om de andere meningen en opvattingen te beluisteren, hoe ver ze ook staan van het eigen denken of het heersende discours. Maar beluisteren betekent uiteraard niet meteen aanvaarding. Een afwijkende mening overwegen betekent niet meteen dat je die ook goed of fout keurt. Als eerste stap is kennis is een waarde op zichzelf. Oordeel is een tweede stap die na kennis komt. Maar wanneer dat oordeel voorafgaat aan kennis, ontstaan tal van problemen. Die omkering ligt mee aan de basis van veel conflicten. En om de juiste volgorde van die twee stappen te bewaren is interreligieuze dialoog zo belangrijk.
In zijn encycliek ‘Fratelli Tutti: Over broederschap en sociale vriendschap’, zegt Paus Franciscus daarover het volgende: “Toenaderen, spreken, luisteren, kijken, elkaar leren kennen en begrijpen, en een gemeenschappelijke basis vinden: al deze zaken worden samengevat in het ene woord ‘dialoog’. Als we elkaar willen ontmoeten en helpen, dan moeten we de dialoog aangaan. Ik hoef de voordelen van dialoog niet te benadrukken. Ik hoef alleen maar te bedenken hoe onze wereld eruit zou zien zonder de geduldige dialoog van de vele vrijgevige personen die gezinnen en gemeenschappen bij elkaar houden. In tegenstelling tot onenigheid en conflict, haalt aanhoudende en moedige dialoog geen krantenkoppen, maar in alle stilte helpt het de wereld beter te leven dan we ons inbeelden.”
Het zijn zeker geen holle woorden. Sinds 1998 intensifieerde het Vaticaan de interreligieuze dialoog met Al-Azhar – één van de belangrijkste academische centra binnen de islamitische traditie. In 2019 leidde deze gezamenlijke inspanning tot wederzijdse toenadering tot het 'Document over menselijke broederschap', dat zowel paus Franciscus als sjeik Ahmed El-Tayeb, de groot-imam van Al-Azhar, ondertekend werd in Abu Dhabi.
Deze Ahmed Al-Tayeb kon op de bijeenkomst niet aanwezig kon zijn vanwege de pandemie, maar zijn toespraak werd voorgelezen door Mohamed Abdelsalam Abdellatif. In die toesprak benadrukte Al-Tayeb hoe de coronapandemie de verschrikkelijke omstandigheden van de mensen nog verergert. “Ondanks alle risico’s van het coronavirus is er een andere oude pandemie die opnieuw wordt aangewakkerd. We dachten dat deze misschien zou verdwijnen in het aanschijn van een gevaar dat de hele mensheid bedreigt: de pandemie van discriminatie en racisme, een ziekte die het menselijke bewustzijn aantast. In plaats van te zien hoe deze verdwenen, choqueerde het ons allemaal van nieuwe vormen van discriminatie te zien – waarbij sommigen zelfs zo ver gingen op te roepen om bepaalde mensen aan hun lot over te laten en enkel verzorging te voorzien voor anderen. Zo’n oproepen getuigen enkel van de onmenselijkheid van zij die ze uitspreken.”
Al-Tayeb sprak ook over de verschrikkelijke moord op de Franse leraar in Frankrijk op 16 oktober 2020: “Als moslim, en ook expliciet in mijn hoedanigheid als sjeik van Al-Azhar, verklaar ik voor de almachtige God dat ik mijzelf, de voorschriften van de islamitische religie en de leer van de Profeet Mohammed (vrede zij met hem) distantieer van deze zondige misdaad en al wie deze perverse valse ideologie aanhangt. (…) Deze terroristen vertegenwoordigen de religie van Mohammed (vrede zij met hem) niet, net zoals de terrorist die de moslims in de moskee van Nieuw-Zeeland doodde niet de religie van Jezus (vrede zij met hem) vertegenwoordigt.”
De verschillende religieuze leiders sloten hun ontmoeting af met een oproep tot vrede. Daarin benadrukten ze onder andere het volgende: “[We leven in] een wereld die sterk geconnecteerd is, maar vaak een gevoel van broederschap mist. We zijn allemaal broers en zussen! Laten we tot de Allerhoogste bidden dat er na deze tijd van beproeving niet langer ‘anderen’ mogen zijn, maar eerder een groot ‘wij’, rijk aan diversiteit. De tijd is gekomen om opnieuw moedig te dromen dat vrede mogelijk is, dat het nodig is, dat een wereld zonder oorlog niet utopisch is. Daarom willen we nogmaals zeggen: ‘Geen oorlog meer’.”
Deze woorden indachtig doen we er goed aan ons blijvend te herinneren dat de afwezigheid van kennis en intellectuele ‘hostiliteit’ grote uitdagingen zijn voor deze tijd. We moeten manieren zoeken om meer kennis over religieuze tradities te verwerven en elkaar beter te begrijpen. In plaats van op voorhand reeds een oordeel over anderen te vellen moeten we ons laten onderwijzen, een kritische geest ontwikkelen en in alle openheid blijvend dialogeren.
Over de auteur:
Abdullah Hemmet is doctoraatonderzoeker aan de KU Leuven en werkt als godsdienstleraar. Hij voert een diepgaand onderzoek uit m.b.t het uitdagende gesprek tussen het Vaticaan en de Al-Azhar universiteit. Hij is master in de politieke en sociale wetenschappen en master in de godsdienstwetenschappen