Belgische media moeten niet enkel de nadruk leggen op rariteiten, maar ook een achtergrond aanbieden zodat Belgen gebeurtenissen kunnen kaderen. Momenteel vertalen we te veel berichten van internationale persagentschappen.
De Westerse media zijn in de ban van de Islamitische Staat, jihadstrijders en de Koerden. Hoe is IS kunnen ontstaan? Welke aantrekkingskracht oefent ze uit op potentiële rekruten? Zijn de Koerden onze laatste hoop? Wat kunnen onze media beter doen? Journaliste Annabell Van den Berghe geeft haar mening aan Seppe Malfait voor Kif Kif.
Freelancejournaliste Annabell Van den Berghe trok verschillende keren naar Syrië en Irak. Ze bracht er verslag uit voor onder andere De Tijd, deredactie.be, The Guardian en Al Jazeera. In Syrië sprak ze zowel met oppositieleden van Jabhat al-Nusra, het Vrij Syrische Leger als de Koerden. In Irak schreef ze vanuit Bagdad en de Koerdische regio.
Wie de Belgische berichtgeving volgt, zou denken dat IS de afgelopen zomer uit het niets is opgedoken.
Dat is helemaal niet zo. Ze was reeds aanwezig in de regio sinds de Amerikaanse invasie van Irak in 2003. We spreken van slapende cellen die bestaan uit restanten van het regime van Saddam Hoessein en groeperingen die aan Al-Qaeda gelieerd zijn. Zij waren overal aanwezig en voerden aanslagen uit zonder ze op te eisen. Ze vormden reeds een los netwerk, maar hadden nog geen verenigde naam. In bepaalde plekken, zoals Mosoel, hadden ze de macht al jarenlang de facto in handen. Daar waren ze in grote getallen aanwezig. Zo inden zij een vorm van belastingen bovenop de officiële taksen, die niet betaald werden. In ruil beschermden zij zogezegd winkels tegen bomaanslagen. Zij domineren en terroriseren die plekken dus al ruime tijd.
Vanaf het begin van de Syrische burgeroorlog in 2011 trokken buitenlandse strijders naar het land om voor hun zaak te vechten. In Syrië zag ik veel Irakezen aan het front met ervaring in eerdere oorlogen. De grens tussen beide landen was in realiteit al langer vervaagd. Er was altijd veel verkeer in het grensgebied. Daarom is het eenvoudig om zich te bewegen tussen Raqaa en Mosoel.
In 2012 ontstond in Syrië ISIS (De Islamitische Staat in Irak en Syrië) dat later werd omgedoopt tot IS. Haar grondleggers hebben net als Jabhat al-Nusra banden met al-Qaeda. De Islamitische Staat ontkent echter banden te hebben met al-Qaeda omdat deze groepering te gematigd zou zijn. IS ijvert namelijk voor de vernietiging van het Westen. Terwijl al-Qaeda en Jabhat al-Nusra vooral eisen dat de Westerse interventie in de Islamitische wereld ophoudt.
Het Iraakse leger is ook niet plotsklaps op de vlucht geslagen toen IS aan de poorten van Mosoel stonden, zoals vele media toen berichtten. Het leger vernam dat de militie de macht wou overnemen. Ze namen de benen omdat zij op de hoogte waren van de ware macht van IS en de steun die zij onder de lokale bevolking genoot. Op die manier heeft IS een opmars kunnen maken door de regio en verschillende steden ‘veroverd’.
Hoe verklaar je het succes van IS?
Ten eerste wil ik het succes van IS relativeren. In feite maakt de berichtgeving IS groter dan ze is. Volgens de CIA telt de organisatie om en bij de 30.000 leden. Zo ontzettend groot is dat niet. Daarnaast heeft IS tot op heden geen open strijd geleverd. IS is vooral goed in het bedrijven van gruweldaden en een angstbewind.
De aantrekkingskracht van IS op lokale rekruten is grotendeels te wijten aan de Amerikaanse invasie van 2003. Zij speelden een verdeel- en heersspelletje dat scherpe lijnen trok tussen Soennieten en Sjiieten. Zonder Saddam Hoessein te willen verheerlijken, is het zo dat dit onderscheid er niet was onder zijn heerschappij. De situatie was verre van ideaal: er was armoede en ongelijkheid en beperkte vrijheid. Het regime voorzag evenwel in sociale basisvoorzieningen. Niemand had honger en iedereen had toegang tot ziekenzorg. Dat vele mensen naar die tijd terugkijken met nostalgie, kunnen wij moeilijk vatten. Wij dragen democratische principes hoog in het vaandel. De implementatie van democratie in het Midden-Oosten is echter niet zo evident gebleken.
De politieke verdeel- en heersstrategie die de VS hanteerde werd verdergezet door de sjiitische premier al-Maliki. Ze had verregaande gevolgen op persoonlijk vlak voor veel Irakezen. Je moest je beste vrienden laten vallen. Je kon niet langer trouwen met het meisje of de jongen van je dromen. Veel jonge kerels met wie ik sprak vertelden dat ze naar het front trokken omdat ze niet konden trouwen met de liefde van hun leven. Ze hadden geen doel meer.
Waarom grijpt de internationale gemeenschap nu pas in? Wat is uw mening over die inmenging?
In feite draagt de VS een grote verantwoordelijkheid om het zooitje, dat zij grotendeels hebben veroorzaakt, op te lossen. Die verantwoordelijkheid nemen ze nu op naar eigen zeggen. De huidige luchtaanvallen en wapenleveringen komen echter te laat. De situatie is een gigantische puinhoop. Dat de VS pas ingreep op het moment dat de Mosoeldam in handen van IS viel, valt te verklaren uit eigenbelang. Het water van deze dam is immers noodzakelijk om de olie uit nabijgelegen velden te raffineren.
Slechts na drie jaar kwam de internationale gemeenschap tot het besluit om in te grijpen. De oplossing die ze naar voren schuift, is het bewapenen van de Koerden. Als we ze mogen geloven, zijn de Koerden de ideale bondgenoten: sterk en betrouwbaar. De Koerden waren onder Hoessein het slachtoffer van massamoorden door het Iraakse leger. Het schuldbesef dat hieruit voortspruit in de internationale gemeenschap samen met de slimme imagebuilding van de Koerden als democratische en pluralistische partner zijn twee belangrijke factoren in de beslissing om hen te steunen.
Ik stel daar toch enkele vraagtekens bij: de Peshmerga zijn geen leger, het is een militie. Elke politieke partij met haar eigen gewapende groepering is volgens mij te wantrouwen. Bovendien strookt het uiterst positieve beeld dat we van hen krijgen niet met de realiteit. Door hen te steunen loop je het gevaar dat de onderdrukte, eens sterk genoeg, gevaarlijk op de onderdrukker begint te lijken. Als ze de kans krijgen, zullen de Koerden niet enkel IS uitroeien, zij willen elke Arabier van de kaart vegen.[Nvdr. lees Reactie Koerdisch instituut hier] Die motivatie hoor ik voortdurend in Syrië en Irak. Ik vind het zeer verontrustend dat zo’n strijders wapens krijgen toegestopt.
Nu de militaire hulp er gekomen is, moet ze op zijn minst sterk worden opgevolgd. Deze leveringen houden een aantal risico’s in. Bovendien is het noodzakelijk dat de Iraakse overheid en het Iraakse leger steun ontvangen. Momenteel worden zij opzijgeschoven als stakkers. Indien het leger en de overheid van Irak niet op verschillende niveaus worden gesteund, zal er zich vroeg of laat een strijd ontwikkelen tussen de Koerden en Irak. Dat zie je nu al aan de frontlijn: hoewel ze een gemeenschappelijke vijand hebben, vechten ze niet samen in de strijd tegen IS.
Hoe verklaar je dat jongeren uit Europa naar Syrië en Irak trekken om er te strijden aan de zijde van IS?
De politiek van IS biedt een antwoord op maatschappelijke tekortkomingen in onze maatschappij. Ze voorziet een vangnet, een omkadering en een groepsgevoel. In onze maatschappij ontbreekt dit. Grenzen en omlijningen zijn vervaagd. De maatschappij biedt geen houvast. We mogen alles, maar verstikken in de overvloed van mogelijkheden. Zonder begeleiding of opvang bij een fout of tegenslag, lopen velen verloren in een doolhof van keuzes. Je mag alles kiezen, maar je mag de bal niet misslaan. Ze vinden geen plek in de maatschappij en vallen uit de boot. De rigide autoriteitsstructuur van IS speelt in op een gevoel van zinloosheid met kant-en-klare antwoorden op levensvragen. Jongeren krijgen een duidelijke plaats toegewezen binnen omlijnde grenzen. Je voert bevelen uit en je krijgt erkenning: je hoort erbij.
Welke rol spelen de Belgische media?
Zij moeten niet enkel de nadruk leggen op rariteiten, maar ook een achtergrond aanbieden zodat Belgen gebeurtenissen kunnen kaderen. Momenteel vertalen we te veel berichten van internationale persagentschappen. We denken dat we op die manier het conflict begrijpen en kunnen uitleggen. De nadruk in het medialandschap ligt op objectiviteit. Daarin is het hoofdzaak om het precieze aantal doden te achterhalen. Als je bericht dat er drie doden zijn gevallen terwijl er vier mensen zijn gestorven, ben je niet objectief. Volgens mij is het belangrijker om veel meer context, diepgang en analyse te bieden door een (in ons geval) Belgische bril. Er moet veel meer ruimte zijn voor berichtgeving over het dagdagelijkse leven en minder focus op sensationele uitzonderlijkheden. Wanneer je bericht over een bomaanslag, voorzie dan ook context. Leg uit wie een aanslag pleegt, waarom en met welk doel.
>>> Lees meer stemmen over IS in het Kif Kif dossier 'IS & Radicalisering'
>>>> Het Koerdisch Instituut vroeg naar aanleiding van dit interview een recht op antwoord dat u hier kan lezen