Een van de meest kwalijke vormen van vrouwenonderdrukking ontstaat wanneer de samenleving vrouwen voor twee mogelijkheden plaatst: ofwel ben je absolute deugdzaamheid ofwel ben je de belichaming van het kwaad. Dan ontstaat een binair beeld van maagden en hoeren dat aanleiding geeft tot de meest vreselijke vormen van seksisme.
Maagden en hoeren, of, in het Italiaans, madonna’s en puttana’s. Figlia mia portretteert vrouwen die gevangen zitten in een door mannen bepaalde wereld waarin ze geen keuze meer hebben dan zich neer te leggen bij een van die twee rollen.
De film volgt twee volwassen vrouwen in landelijk Sardinië. Angelica is ondanks haar kuise naam “een verloren ziel”: overmatige alcoholconsumptie en losse zeden horen daarbij. Ze is werkloos en verzamelt schulden maar bij momenten lijkt ze gewoon ‘prettig gestoord’. Tina is haar antipode: een hardwerkende vrouw die niet rijk is maar wel keurig en met een onberispelijke reputatie. Ze is streng religieus en helpt de erratische Angelica met haar ellende. Of toch niet?
Beide vrouwen zijn verbonden door Vittoria, een 10-jarig zwijgzaam maar dapper meisje dat vast zit tussen Tina en Angelica. Angelica is haar biologische moeder. Tina, die zelf geen kinderen kon baren, heeft het meisje onder haar vleugels genomen, bij wijze van gunst, wanneer het duidelijk werd dat Angelica ongeschikt was om voor een kind te zorgen. Of men dat effectief een ‘gunst’ kan noemen is een van de vele ethische vragen die deel uitmaken van het interessante spanningsveld van Figlia mia. Vittoria gaat namelijk meer en meer op zoek naar toenadering met haar biologische moeder, en dan komen onderdrukte intenties en frustraties bovendrijven.
Mannen zijn in Figlia mia satellieten, randpersonages die toch hun onzichtbaar gezag uitdrukken. Regisseuse Laura Bispuri creëert telkens opnieuw een microkosmos (de bar, de kerk, …) waarin het dictaat van de mannen regeert, zelfs wanneer ze afwezig zijn of een minderheid vormen. Mannen zwerven rond, lastig zoals vliegen, op hun brommers of met een fles in de hand. Het strand lijkt een ladies only gelegenheid, een soort safe space. De focus op de drie vrouwen stelt de hele samenleving in vraag, niet alleen bij monde van de slachtoffers ervan - want beide volwassen vrouwen mogen zich even ongelukkig prijzen - maar door de ogen van een nieuwe generatie die haar plaats in deze penibele context moet ‘vinden’. Of ‘maken’, beter gezegd.
Bispuri kiest in haar tweede en zeer nuchtere langspeelfilm voor plotse stiltes en een onvoorspelbare muziekkeuze en haar gok rendeert. Topactrices Valeria Golino (Tina) en Alba Rohrwacher (Angelica) geven een acteermasterclass met hun nuancering van de twee meest voorkomende clichés over vrouwen, terwijl de jonge Sara Casu (Vittoria) overtuigt met haar soms ingetogen en soms uitbundige vertolking van puberende verwarring.
Figlia mia is gebasseerd op het boek The Mistress’s Daughter, een memoir van de Amerikaanse schrijfster A.M. Homes, oorspronkelijk gesitueerd in de Verenigde Staten. Deze verfilming puurt de universaliteit uit het verhaal en werkt als een diepmenselijke karakterstudie.
Zoals in de ontroerende Gouden Palm winnaar Like Father, Like Son van Hirokazu Kore-eda, exploreert Figlia mia de klassieke dilemma’s rond ouderschap, rolmodellen en opvoedingsvisies (de ene moeder wil Vittoria het ‘sombere orgel’ leren spelen, de andere wil haar leren genieten van een soort Italiaanse schlager). De eeuwige vraag of ouderschap met biologie óf opvoeding te maken heeft, en alle gradaties in het midden. Maar bovenal biedt de film boeiende reflecties over vrouwelijkheid en de rol die een mannenwereld speelt in de definitie ervan.
Figlia mia, een film van Laura Bispuri, vanaf 15.08 in de bioscoop.