In het CD&V-programma wordt de aanpak van racisme en discriminatie niet apart behandeld. Aan de ene kant zitten werden hun verschillende voorstellen doorheen het programma verspreid, aan de andere kant worden ze samengebundeld met een hele reeks andere thematieken in het onderdeeltje ‘samenleven in diversiteit’. Hoewel de partij de laatste jaren geregeld naar buiten treedt met het woord ‘WIJ’ in hun slogan, is er dus niet onmiddellijk sprake van een diepgaande visie op samenleven
Wie de moeite doet om alles toch wat samen te plaatsen, merkt ook al snel dat de CD&V zich wat op de vlakte houdt. Sommige thema’s komen wel degelijk aan bod, maar op geen enkel moment wordt werkelijk de nek uitgestoken. Her en der in het programma kan je dus een zin lezen als “elke vorm van discriminatie moet worden tegengegaan, met positieve en sensibiliserende maatregelen waar mogelijk en sancties waar nodig.” Maar wie de concrete beleidsvoorstellen van dichterbij bekijkt ziet dat het dikwijls nogal mager blijft.
Concrete beleidsvoorstellen
Praktijktesten
Wie de concrete beleidsvoorstellen van dichterbij bekijkt ziet dat het dikwijls nogal mager blijft.
Een eerste opvallend voorbeeld van de politieke terughoudendheid bij de CD&V zijn de voorstellen rond praktijktesten. Dat is nochtans een thema waar minister van werk Kris Peeters meermaals mee trachtte uit te pakken. Niettemin, net zoals zijn wetsvoorstel rond mystery calls in vele opzichten een doodgeboren kind was, blijken de concrete voorstellen in het partijprogramma weinig vergaand. Men pleit weliswaar voor praktijktesten in de huur- en arbeidsmarkt, maar voegt er meteen ook aan toe: “Het schoentje knelt vooral bij de handhaving.” Van concrete sanctionering is bijgevolg weinig tot geen sprake. Finaal wil men het aan een rechter overlaten “om te beoordelen wat deze testen bewijzen en of ze op een geoorloofde manier gebeurd zijn.” Hoeveel bewijslast er dus ook is, de overheid zal zelf in elk geval niet tot directe sancties overgaan.
Wanneer het programma op een andere plaats dan toch “strengere bestraffing van vastgestelde discriminatie” voorstelt, past dat in een onderdeel dat specifiek handelt over initiatieven om vrouwen met een migratieachtergrond meer toe te leiden naar de arbeidsmarkt. Voorafgaand aan mogelijke praktijktesten en bestraffing wil men echter voor de zoveelste keer een actieplan opstellen en sensibiliseren. (Waarbij het zelfs niet eens duidelijk is of men de vrouwen met een migratieachtergrond wil sensibiliseren dan wel de werkgevers.)
Andere beleidsvoorstellen
Specifiek voor de huurmarkt wordt ook het voorstel gedaan om te “onderzoeken op welke manier een systeem van ‘glijhuren’ of ‘proefhuren’ kan geïntroduceerd worden.” Dat wordt echter niet concreter uitgewerkt en de gekende mogelijke problematieken van het zogeheten ‘proefhuren’ worden niet op voorhand uitgesloten. Hetzelfde geldt voor het voorstel van ‘cultuurneutrale maatregelen’ en ‘positieve acties’ op de arbeidsmarkt, die louter met enkele vrijblijvende voorbeelden worden verduidelijkt.
Ook wanneer het programma stelt dat de Vlaamse en de federale overheden een voorbeeldfunctie hebben in de tewerkstelling van mensen met een migratieachtergrond, is het enige concrete voorstel: “Ambitieuze streefcijfers moeten de leidraad vormen.” Van verplichte quota is dus geen sprake. Het gaat louter om pogingen.
CD&V heeft weinig oog voor de realiteit van de reeds aanwezige superdiversiteit in onze samenleving.
Inzake etnisch profileren is men zelfs nog summierder en houdt men het op één zin: “Ook nemen we gepaste maatregelen om etnisch profileren tegen te gaan.” Hoe, wat, waar en op welke manier, daar hebben we allen het raden naar.
Blijft nog over: een algemene evaluatie van de genderwet, de antidiscriminatie- en de antiracismewetten; een pro forma steun voor Unia als centrum dat slachtoffers van discriminatie moet bijstaan; en een pleidooi voor een nationaal actieplan tegen racisme en discriminatie. Dat laatste werd trouwens al meermaals beloofd door vorige regeringen. Er werd alleen nooit serieus werk van gemaakt. En wanneer de CD&V aangeeft deze keer speciale aandacht te willen hebben voor ‘meervoudige discriminatie’ wordt opnieuw op geen enkele manier wordt verduidelijkt hoe men zo’n kruispuntdenken wil concretiseren.
Een afwezige visie op diversiteit
Het is opvallend dat het onderdeeltje rond ‘Samenleven in diversiteit’ in het partijprogramma in eerste instantie vooral focust op de inburgering, taallessen en het doorstromen naar de arbeidsmarkt van nieuwkomers. Het thema wordt dus in hoofdzaak gereduceerd tot ‘binnenkomende diversiteit door migratie’. Het toont aan dat de CD&V weinig oog heeft voor de realiteit van de reeds aanwezige superdiversiteit in onze samenleving.
Het blijft ook in grote mate bij vage uitspraken zoals “culturele verschillen maken onze samenleving kleurrijker” of “christendemocraten kiezen niet voor polarisatie, maar promoten respect tussen verschillende culturen en levensbeschouwingen.” Wanneer dan gesteld wordt dat “we diversiteit ruimte geven zonder dat het bedreigend is of de samenleving uiteenrafelt” omdat “we vasthouden aan een gedeelde sokkel met basiswaarden” wordt niet ingevuld wat die basiswaarden dan zijn.
De weinige beleidsvoorstellen die daarop volgen blijven vervolgens ook beperkt tot zeer vage oproepen tot interreligieuze dialoog en de belofte om – in tegenstelling tot het huidige beleid – “vooruitgang te boeken” in de erkenning van religieuze gemeenschappen. (Wat meteen ook gekoppeld wordt met “durven nadenken over een algemene controle op buitenlandse financiering van erediensten.” Openheid dus, maar dan met wantrouwen.)
De enige werkelijk ‘concrete’ voorstellen zijn vooral bureaucratisch van aard: het uitschrijven van plannen die al meermaals werden uitgeschreven en het evalueren van de bestaande wetgeving.
Helemaal op het eind van het stukje rond ‘samenleven in diversiteit’ geeft men ook nog aan geen verbod te wensen op levensbeschouwelijke symbolen in het onderwijs en in de openbare diensten, met uitzondering van gezagsfuncties (zoals rechters, politiepersoneel en militairen). Dat wordt gevolgd door één van de weinige segmenten waarin men stelling neemt in één van de hedendaagse debatten rond multiculturele samenleven: “Geen enkel persoon is immers neutraal. Iedereen heeft politieke, filosofische, religieuze... overtuigingen. Daar is niets mis mee en dat mag dus tot uiting komen. Wel eisen we te allen tijde de neutraliteit van de geleverde diensten, zodat iedereen een gelijke behandeling krijgt.” Eind april bleek dat idee echter nog niet doorgesijpeld in de CD&V-fractie van de Antwerpse gemeenteraad. Toen onthield men zich van een motie om het hoofddoekenverbod te schrappen voor stadspersoneel en leerlingen van het stedelijk onderwijs.
Conclusie
Het programma van de CD&V maakt gebruik van enkele dure woorden zoals “een inclusieve samenleving waar iedereen zich thuis voelt en kansen krijgt” en “nultolerantie voor discriminatie.” Maar alles blijft uitzonderlijk vaag en inspiratieloos. De weinige aanzetten tot invoeren van sancties bij overtredingen worden achterwege gelaten of procedureel afgezwakt. De enige werkelijk ‘concrete’ voorstellen zijn vooral bureaucratisch van aard: het uitschrijven van plannen die al meermaals werden uitgeschreven en het evalueren van de bestaande wetgeving.
In dit programma, dat geheel visieloos blijft rond de hedendaagse maatschappelijke superdiversiteit, wordt verder dan ook geen rekening gehouden met de stem van het antiracistische middenveld.
Bijlage | Grootte |
---|---|
CD&V-verkiezingsprogramma2019.pdf | 2.69 MB |