Etnisch cultureel cliënteel stijgt in het Giels bos, nu nog het personeel

In de Kempen, en waarschijnlijk daarbuiten ook, is het Giels Bos een begrip op het vlak van zorg voor mensen met een beperking. Zo is de organisatie een grote speler in het veld. Maar hoe zit het met de diversiteit?
Etnisch cultureel cliënteel stijgt in het Giels bos, n

Stel dat we hier een paar mensen in huis hebben die, ik zeg zomaar iets, Arabisch of Turks spreken en ons mee kunnen helpen andere culturen beter te begrijpen, dan zou dat wel een meerwaarde zijn

 

In de Kempen, en waarschijnlijk daarbuiten ook, is het GielsBos een begrip op het vlak van zorg voor mensen met een beperking. Zo is de organisatie een grote speler in het veld. Maar hoe zit het met de diversiteit?

 

Zijn er veel gasten van allochtone origine?

Meer en meer. Van de meest diverse origines. Af en toe overlopen we de mensen die op de centrale wachtlijst staan en die naar een oplossing aan het zoeken zijn voor zoon of dochter met een beperking. Als je de achternamen bekijkt, dan merk je dat al dat dat aandeel stijgt en stijgt en stijgt. Een meerderheid daarvan zijn afkomstig uit Antwerpen-stad en omgeving. Gezien de profielen van de mensen aan wie wij eerder specifieke en gespecialiseerde ondersteuning proberen te geven, krijgen wij nogal wat vragen vanuit heel de provincie en je ziet dat aandeel stijgen. Jammer genoeg niet in ons personeel. Dat trekt niet mee door. Dat is niet omdat we dat niet willen, maar omdat er vrij weinig mensen zich aanmelden om hier te komen werken. Maar dus cliënten van Turkse, Marokkaanse of Chinese origine. We hebben ook mensen van de Balkan, mensen van overal.

 

Is die stijging al lang bezig? Hebt u daar een zicht op?

Nee, we hebben daar geen concrete cijfers over vandaag. Ik stel dat vast op basis van de vragen die binnenkomen. Maar jaar na jaar zie je het aandeel mensen van een allochtone origine in onze populatie wel stijgen. Ik heb geen exacte cijfers, maar dat gaat toch wel omhoog.

 

Gaat de stijging snel?

Het is te zien hoe je dat bekijkt. Als je ziet dat hier tien jaar geleden drie mensen van allochtone afkomst waren en er nu zes zijn, dan is dat een stijging met 100%. Maar die groep vertegenwoordigt geen tien procent van onze populatie. Ik durf het echt niet zo te zeggen, maar ik kan me zo een aantal mensen voor de geest halen die hier nog niet zo lang zijn en die van Turkse of van Marokkaanse, Chinese, ja alle mogelijke origines zijn, met alle mogelijke vragen dan ook.

 

Heeft u een verklaring voor die stijging?

Ik heb daar geen echte verklaring voor. Je kan daar een klein beetje naar gissen. Maar ik durf dat niet zomaar zeggen, want dan is het iets heel intuïtiefs en ik kan dat niet onderbouwen. Ik denk wel dat het zo is dat mensen nu iets makkelijker de stap zetten naar ondersteuning en naar professionele ondersteuning dan vroeger. Je merkt dat ook omdat het dikwijls ouders zijn die hier toekomen met hun kind, maar soms spelen broer en zus ook wel een serieuze rol. Die kennen de weg iets beter, kennen iets meer Nederlands, niet onbelangrijk. Maar om te zeggen “daar ligt dat nu aan”, dat durf ik niet zeggen.

 

Een divers publiek zoeken, gebeurt dat, in de mate van het mogelijke, actief?

Nee, we zoeken daar niet actief naar. Om ondersteuning te krijgen in de gehandicaptenzorg zijn er wachtlijsten, maar daar wordt ook geprioriteerd. Omdat er wachtlijsten zijn, moet er gekeken worden wie het meest dringend hulp nodig heeft. En dat wordt centraal georganiseerd en daar wordt iedereen gelijk beschouwd. Wij maken daar alleszins geen enkel onderscheid in.

 

Contact met de ouders, is dat voor alle ouders hetzelfde? Of merkt u daar toch wel wat verschil in?

Daar merk je verschil in. En soms zeer grote verschillen. Ik weet ook niet of je dat kan terug voeren naar de afkomst, want je merkt met alle ouders dat er grote verschillen zijn. De bepaalde vragen die mensen stellen zijn natuurlijk wel voor een stuk ingegeven door cultuurverschillen. Die hebben bijvoorbeeld te maken met Halal eten, of hoe iemand afgelegd moet worden bij overlijden, hoe de cliënt geschoren moet worden, met dat soort dingen. Dat zijn dus wel dingen die door cultuur bepaald worden. Maar het feit dat je een gehandicapt kind hebt en gedwongen bent om dat te aanvaarden, om het af te staan terwijl je eigenlijk zelf voor je kind wilt zorgen, dat is voor alle ouders anders. Daar zie ik echt geen verschillen tussen de verschillende bevolkingsgroepen: ik kan niet zeggen “De groep mensen van Maghrebijnse afkomst reageert daar zus op en een andere groep reageert daar zo op.”

 

Wordt er rekening gehouden met cultuurgebonden rituelen of overtuigingen?

We doen dat letterlijk zoveel als we kunnen. Voor Halal eten kunnen we bijvoorbeeld zorgen, zelfs als dat heel moeilijk is. Bijvoorbeeld als iemands religie voorschrijft dat hij of zij geen varkensvlees mag eten, dan zorgen wij daarvoor. Maar de zwaar mentaal gehandicapte zoon of dochter met een handicap snapt niet dat hij geen varkensvlees mag eten, terwijl degene die naast hem zit dan wel salami eet. Maar we kunnen niet ingaan op de vraag “Ik wil dat mijn dochter enkel en alleen door vrouwen gewassen wordt.” Dat zeggen wij heel uitdrukkelijk tegen ouders, want bij een groep werken mensen, zowel mannen als vrouwen. Wat we wel doen is nadenken over elke zorgvraag, zelfs al lijkt die onmogelijk. En dat is niet altijd even makkelijk of evident, want wij als organisatie vinden dat iets moet kunnen. Maar dat wil niet zeggen dat de 300 andere ouders dat ook allemaal evident, makkelijk of leuk vinden. We hebben daar echter nog niet veel formele klachten over gekregen.

 

Met gasten of familie van gasten van een andere origine, botst u daar soms op een taalbarrière?

Soms wel, ja. We maken dan gebruik van een tolk. De provincie heeft een tijd tolken voorzien, dus die hebben we al ingeschakeld en dat is heel nuttig. En meestal is er in de familie wel iemand te vinden die Nederlands spreekt die dan kan tolken. Maar als het nodig is, werken we met tolken. Die huren we dan in. Dat maakt het niet makkelijker, want we hebben hier natuurlijk niet elke dag een tolk ter beschikking voor die verschillende taalgroepen. Dat gebeurt alleen als een speciaal overleg nodig is. Telkens mensen hun zoon of dochter bezoeken of terugbrengen, spreken onze opvoeders die aan in het Nederlands, en met wat goede wil hier en daar is er iemand die wat Frans of wat Engels spreekt. Maar dan is het nog zoeken en spreken met gebaren en alles wat ermee samenhangt. Af en toe is het moeilijk, maar het gaat.

 

De diversiteit onder de gasten stijgt, het personeel volgt niet.

Nee, dat zouden we eigenlijk wel graag hebben, in zover je daar een keuze in hebt natuurlijk. We staan daar voor open. Het feit dat er hier een vrij beperkt aantal mensen van allochtone origine werkt, heeft te maken met het aanbod op de arbeidsmarkt.

 

Maar u zoekt er wel naar, in de mate van het mogelijke?

Ja, want stel dat we hier een paar mensen in huis hebben die, ik zeg zomaar iets, Arabisch of Turks spreken en ons mee kunnen helpen andere culturen beter te begrijpen, dan zou dat wel een meerwaarde zijn. Maar mensen met een beperking werken hier al wel, rolstoelgebruikers bijvoorbeeld.

 

Omdat het aanbod van mensen met een andere culturele achtergrond er niet is, krijgt uw huidig personeel misschien bepaalde vormingen rond cultuursensitiviteit?

Ja, af en toe gebeurt dat gericht. Van de groep waarin een specifieke cliënt woont worden mensen af en toe naar vormingen gestuurd. Of we halen dan specifiek voor die groep mensen in huis om een stuk duiding te geven.

 

Waarover gaat dat dan bijvoorbeeld?

We huren daar vaak een externe organisatie voor in. Dat gaat ook over verschillen in waarden en overtuigingen en hoe je daarmee omgaat. En vaak gaat het ook over hoe je elkaar moet proberen begrijpen, met wederzijds respect en tegelijk met duidelijke grenzen zoals je die voor iedereen stelt.

 

Dit is waarschijnlijk moeilijker, maar is het een optie om ergens een basis in een andere taal aan te bieden om zo het taalprobleem te verlichten?

Ik denk dat dat een dermate intensieve opleiding zou zijn in opleidingsuren dat we dat niet georganiseerd krijgen. We organiseren sowieso nogal wat vorming, maar dat gaat dan over een specifieke problematiek. Of dat nu een gedragsproblematiek is of medisch of rond inclusie. Inclusie is ook een heel verhaal, maar dat geldt zowel voor allochtone als autochtone mensen met een beperking. Daar steken we veel op in. Maar taalcursussen als zodanig, ik weet ook niet of we daar veel kandidaten voor zouden vinden. En om een kleine basis in een taal te verwerven heb je toch al een paar dagen vorming nodig. Dus daar zetten we niet op in.

 

>>> In dit dossier (Superdiversiteit in de zorgsector) leggen we de zorgsector onder de (diversiteits)loep aan de hand van artikels en interviews.