Ik weet dat het niet mag maar het is zo leuk
De nog slepende crisis van het asielbeleid van de E.U sinds de zomer en de sociale opvang van vluchtelingen in de verschillende landen brengen vele problemen met zich mee. De problemen bevinden zich in de zorgwekkende tendens van ernstige vormen van stigmatisering, extreme reacties, uitspraken die ons herinneren aan de jaren ’20-30 waar men alle kwaden wilden herleiden tot de aanwezigheid van bepaalde bevolkingsgroepen. Bepaalde aspecten van de apartheid worden zelfs aangehaald als men een groep verbiedt om gebruik te maken van een zwembad omdat men een van hen beschuldigd van zedenfeiten, wat later anders dan voorgesteld bleek en een reeks aan andere verklaringen en situaties. Deze overreacties en veralgemeningen die gedreven zijn door angst vormen een ware bedreiging voor onze waarden en normen.
De gevolgen hiervan drukken zich uit in verschillende vormen die ernstige schade zouden kunnen berokkenen aan onze democratische samenleving.
“Language is very powerful.
Language does not just describe reality.
Language creates the reality it describes.”
- Desmond Tutu
Onredelijke woorden
Dat gedoogde hatespeech op lange termijn een invloed heeft moet men niet meer bewijzen, er zijn voorbeelden genoeg in de geschiedenis. Denk maar aan Radio Mille Collines die dagelijks haat spuwde op een bevolkingsgroep in Rwanda, en waarvan we de gevolgen allemaal kennen. Het draagvlak voor fascismewerd gecreëerd met woorden, beelden en extreme vormen van stigmatisering.
In de negatieve retoriek en beeldvorming ten aanzien van vluchtelingen en in extenso andere groepen.
De uitspraken van Duitse politici over het eventueel beschieten van vluchtelingen en de groepsaanvallen op gekleurde jongeren in Stockholm (Zweden) zijn zorgwekkend als men erbij stilstaat dat zulke positie innames zulke partijen populair maakt.
“De goedheid van een mens is een vlam die wel verborgen,
maar niet gedoofd kan worden.”
- Nelson Mandela
Sommige uitspraken zijn een duidelijk teken dat men bepaalde grenzen aan het overschrijden is. Mensen (vluchtelingen/migranten) die men zoals ratten niet mag voederen om ze niet aan te trekken en solidariteit die als medeplichtigheid beschouwd wordt. Waar blijft het respect voor de waardigheid van mensen? Mensen beletten om zichzelf en anderen in gevaar te brengen met het illegaal betreden van transportmiddelen kunnen wij allemaal begrijpen, maar zover gaan om ze uit te hongeren is niet van dit tijdperk.
Sinds de vluchtelingencrisis, de aanslagen in Parijs en de gebeurtenissen in Keulen heeft men een beeld en een fobie gecreëerd rond vluchtelingen. De idee gewekt dat het potentiële terroristen zouden zijn, aanranders, dieven, etc., zodat elke situatie en elk contact met vluchtelingen vanuit dit bevooroordeelde prisma wordt bekeken wordt en haastig veroordeeld wordt ter bevestiging van vooringenomen ideeën.
Een herkenbare context voor vele migranten die hier geconfronteerd werden in de jaren tachtig met de opmars van extreemrechts, evenals het systematisch diaboliseren vanetnische minderheden en het gebrek aan opvoeding, waarden en normen aankaarten.
Het wordt tijd dat men hiermee ophoudt en zich collectief bezint om deze atmosfeer van latente angst die men ons wilt opleggen resoluut en collectief af te wijzen.
Wij willen wel voorzichtig zijn maar geen haatdragende en bange Belgische burgers. Maatregelen en oplossingen voor problemen kan men zoeken zonder zich daarbij te begeven op het gladde ijs van extremen en overdreven reacties.
De verschuiving van een machtscentrum
Europa als samenstelling van wereldmachten moet zijn «kardinale» waarden die gegrift zijn in de Universele Rechten van de Mens verdedigen tegen angst, en de erosie van democratische principes.
Er is duidelijk een gebrek aan sterk, geruststellend en positieve leiderschap à la Winstons Churchills in het huidige Europese politieke landschap,die iedereen probeert te scharen achter een inclusieve maatschappij die elke nieuwe en onbekende uitdaging aangaat zonder angst.
Wij leven in een van de welvarendste en machtigste werelddelen ter wereld, de E.U. die samengesteld is uit 28 landen. Een groep staten waarop de helft van de wereld beroep doet bij schendingen van mensenrechten, oorlogen en allerlei rampen.
In het Internationale Gerechtshof (die alleen maar Afrikanen lijkt te veroordelen) in Den Haag zitten mensen die door haat te zaaien in hun landen burgeroorlogen hebben veroorzaakt. Die veroordeelt men juist omdat de haat die ze zover gedreven hebben om mensen tegen elkaar op te zetten, niet strookt met de universele waarden van de mensheid waarvan men acht dat die hier gegarandeerd en gerespecteerd worden. Daarom is het ook een veilig oord en een ideale bestemming voor mensen die van gruwel vluchten overal ter wereld.
Dan verwondert het mij waarom men problemen in de binnengrenzen van deze supermacht niet kanoplossen zonder paniek en het insinueren dat de bedreiging veroorzaakt wordt door mensen in nood.
Ik wil niet aan zulke redeneringen toegeven en ben ervan overtuigd dat het achteruitschroeven van onze verworvenheden en het culturaliseren van feiten en gebeurtenissen niet onze democratische samenleving waardig is. Het is ook zeker geen teken van «verlichting», die men vaak zeer opportunistisch naar boven haalt als een vorm van meerderwaardigheidscomplex.
Nood aan verzoenend leiderschap
Armoede bestrijden, gelijkwaardige economische betrekkingen met andere landen nastreven, vrede handhaven en diplomatische oplossingen vinden voor conflicten zou ookbij de nieuwe aanpak moeten horen. Een Europese top zal niet genoeg zijn, er is een wereldtop nodig om oplossingen te vinden voor globale fenomenen zoals deze, die niet nieuw zijn in vele werelddelen.
In deze tijden van paniekvoetbal wordt het hoog tijd dat er een scheidsrechter is die het einde van de wedstrijd fluit en terug de regels van het ethische en moreel verantwoord democratisch spel bekend maakt.
Wij hebben nood aan sterke leiders die ons geruststellen dat wij in een sterke staat leven met sterke instellingen en ervoor kunnen zorgen dat de staat van recht gehandhaafd wordt, zonder daarvoor te vervallen in populisme. Een leiderschap die ons bevestigt dat geen enkele bedreiging ons welzijn, onze veiligheid en onze vrijheden zo gemakkelijk in het gedrang kan brengen en zeker niet onze paraatheid om menselijkheid, solidariteit en bescherming te bieden aan allen die het nodig hebben.