Verslaggeving van een verschrikkelijke realiteit

In Europa verdwijnen op regelmatige basis niet-begeleide minderjarige vreemdelingen. Echt veel aandacht is daar nooit voor geweest in de media. Je ziet wel eens een artikel passeren in een krant, of er wordt een artistieke actie gedaan om dit drama in beeld te brengen. Hier en daar schrijft een politicus een opiniestuk of krijg je een klein bericht over de bezorgdheden van een NGO te lezen. 

 

Wanneer je online op zoek gaat om een duidelijk beeld te krijgen over het thema, kom je al snel in een informatiedoolhof terecht. In de weinige artikels die het thema onder de loep nemen, zit meestal ook een problematische ondertoon. Er worden gemakkelijk ongepaste insinuaties gemaakt, en vooroordelen worden maar zelden ontkracht.

Een voorbeeld is een artikel dat op 6 december 2019 op de voorpagina van Het Laatste Nieuws verscheen. “30.000 gevluchte kinderen vermist in Europa” schreeuwde de kop. Wanneer je het artikel openvouwt, staat er in grote letters: “Los van je standpunt over migratie: elk vermist kind is er één te veel.” Het zinnetje in italic kan bij sommige lezers misschien wel de wenkbrauwen doen fronsen. Het geeft de boodschap mee dat wanneer het over ‘migratie’ gaat, je mensen blijkbaar moet overtuigen dat het erg is dat er 30.000 kinderen vermist zijn. 

De krant bereikt meer dan twee miljoen lezers. Met andere woorden: bijna een vijfde van de Belgische bevolking krijgt deze framing te lezen.

Alles op een hoopje gegooid

Doorheen het hele artikel worden de termen minderjarigen, minderjarige vluchtelingen, minderjarige migranten, minderjarige transmigranten, kinderen, tieners en jongeren door elkaar gebruikt. Het gaat hier over een groep die officieel de naam ‘niet-begeleide minderjarige vreemdeling’ (NBMV) draagt, maar dat wordt dan weer op geen enkel moment in de tekst gebruikt. Er zijn verschillen tussen een migrant, een transmigrant, een vluchteling en een vreemdeling. Dit geldt ook voor een kind, een tiener of een jongere. Ze allemaal op een hoopje gooien zorgt ervoor dat de problematiek slordig wordt benaderd.

Hilde Vautmans, Europees Parlementslid (Open Vld) die zich inzet voor kinderrechten, zegt in het interview: “Los van je standpunt over migratie is dit een hallucinant cijfer. Het gaat om soms heel jonge kinderen die alleen achterbleven.” Net als de herhaling van de uitspraak ‘los van je standpunt’, wordt ook het woord 'soms' niet genuanceerd. Daardoor klinkt het alsof het erg uitzonderlijk is wat er gebeurt. Maar wanneer je op zoek gaat naar de cijfers in België in het jaarverslag van Child Focus (2018), dan blijkt het om 275 behandelde dossiers te gaan, waarvan 17% jonger is dan 13 jaar en 39% tussen de 13 en de 15 jaar. Omgerekend in mensentaal: dat zijn twee volledige klassen in de basisschool, en ongeveer vijf volledige klassen in het middelbaar. 

Daarenboven blijkt het cijfer ‘30.000’ niet waarheidsgetrouw. Wanneer je een overzicht probeert te vinden van het aantal vermiste NBMV per land in Europa, wordt het moeilijk. Een telefoontje naar Missing Children Europe helderde dit op: die lijsten bestaan niet. Slechts 14 Europese landen gaven hun cijfers door, die gebaseerd zijn op de gegevens van de hotlines die in die landen actief zijn (zoals Child Focus bij ons). Het cijfer 30.000 werd dus berekend op gegevens van 14 landen, exclusief NBMV die niet geregistreerd werden, exclusief NBMV die niet opgegeven werden als vermist, exclusief de cijfers van de 14 andere landen. 

Complexe vluchtverhalen

Een zijkader in het artikel schetst het verhaal van Sabri (9) en Jamal (15), die zich aanmeldden in een opvangcentrum in Sint-Pieters-Woluwe en diezelfde nacht nog verdwenen. Er wordt gesteld dat de jongens “wantrouwig” waren en “op de vlakte [bleven] over hun verleden en hun plannen.” De tekst wordt afgesloten met: “Een typisch voorbeeld van heel wat jongeren die in ons land aankomen, maar hier niet willen blijven en daarom alle hulp weigeren.” Ook hier volgt geen nuancering.

Door te stellen dat de jongens een typisch voorbeeld zijn van een groep die hier niet wil blijven en die niet geholpen wil worden, worden stereotypes gecreëerd en wordt de oorzaak van het probleem bij hen gelegd. Maar niet-begeleide minderjarigen kiezen er niet moedwillig voor om hulp te weigeren. Ze zoeken uitwegen afhankelijk van hun concrete verhaal, dat voor elk individu anders is. Er worden sommige verhalen aangetoetst, maar de complexiteit van het probleem wordt niet duidelijk in de verf gezet. De samenloop van talloze factoren kunnen meespelen in het verhaal van de NMBV: de foute informatie die ze meekrijgen over hun route en veiligheid (maar die door hun peers of door de smokkelaars als waarheid wordt voorgesteld), het wantrouwen dat ze hebben gekregen door traumatische ervaringen tijdens hun tocht (o.a. door mensen in overheidsfuncties waardoor angst voor ‘uniformen’ hoog opspeelt), de rol van de mensensmokkelaars die achter de schermen nog steeds aanwezig zijn én waarmee ze meestal een vertrouwensband hebben opgebouwd, de familiale druk vanuit het thuisland, de kwetsbaarheid die eigen is aan deze leeftijdsgroepen op de vlucht in combinatie met de criminele organisaties die op hen azen. 

Het artikel had dus kunnen beschrijven dat Sabri en Jamal heel angstig waren en geen vertrouwen leken te hebben om te delen wat er in hen omging. Dat ze zich onzeker leken te voelen en dus niet veel durfden vertellen over hun plannen. 

Verslaggeving van een verschrikkelijke realiteit

NBMV worden in dit artikel in één adem genoemd met alarmerende woorden als dakloos zijn, niet-prioritair, slavernij, prostitutie, organenhandel, seksueel misbruik en verslaving.  

Dit is echter geen synopsis voor een film, noch een passage in een geschiedenisboek. Het gaat om verslaggeving over een verschrikkelijke realiteit in het hedendaagse Europa. Alleen, zoals de verslaggeving in dit geval gebeurde, kreeg de lezer vertekende cijfers mee, slordige benoemingen, zwakke tot geen nuanceringen en de boodschap dat ‘ze toch niet geholpen willen worden’.

Dat is zonder meer een gevaarlijke boodschap die de allerzwaksten aan hun lot overlaat. Want deze kinderen en tieners zijn niet zélf verantwoordelijk voor de hel waarin ze zich bevinden. Sommige volwassenen duwen hen in die positie, anderen houden hen erin.