AfroLit kleurt buiten de lijntjes van eenvormigheid

In 2018 stelden Ebissé Rouw en Vamba Sherif de bundel Zwart: Afro-Europese Literatuur uit de Lage Landen samen. Daarmee wilden ze Afro-Europese schrijvers een stem en een plek geven in het literaire landschap van de Lage Landen, waar ze grotendeels ongehoord bleven. Twee jaar later zetten Dalilla Hermans en Ebissé Rouw een straf vervolg op de literaire kaart: AfroLit: Moderne Literatuur uit de Afrikaanse Diaspora. In AfroLit laten zij een nieuwe lichting schrijvers uit de Afrikaanse diaspora aan het woord over hun ervaringen.

Met bijdragen van:
Avery Bertrand Iradukunda (BE), Babs Gons (NL), Carolina Maciel de França (BE), Chris Polanen (NL), Esther Duysker (NL), Grâce Ndjako (NL), Hasna Ankal (BE), Lisette Ma Neza (NL), Malique Mohamud (NL), Nyiragasigwa Hens (BE), Rachel Rumai Diaz (NL), Sayonara Stutgard (NL), Sesa (BE), Sulaiman Addonia (BE), Tracy Bibo Tansia (BE)

 

Niet geheel onverwachts in een bundel die focust op schrijvers uit de Afrikaanse diaspora zijn de auteurs  niet alleen onderling verschillend, maar draagt ieder van hen ook verschillende werelden met zich mee. Ook wat betreft de professionele achtergrond van de auteurs kleurt AfroLit buiten de lijntjes van de eenvormigheid: sommigen zijn actief als scenarist, journalist of zelfs hiphop futurist, anderen zijn activisten en onderzoekers, slam poets en muzikanten. 

De teksten uit de bundel zijn dan ook minstens even gevarieerd als de schrijvers ervan. De auteurs bekijken mechanismen van racisme, uitsluiting en de ervaring van de diaspora door een persoonlijke lens. Dat doen ze met een sarcastische knipoog, maar evengoed vanuit een zeer analytisch kader, in vlijmscherpe theoretisch onderbouwde ontledingen of in meer subtiele, verhalende – maar daarom niet minder scherpe – teksten. Lezers die zich aan een eenduidige stijl hadden verwacht, zullen danig teleurgesteld worden.

Dat je bij het omslaan van een blad zomaar even niet alleen in een ander verhaal, maar ook in een compleet ander genre kan vallen, werkt soms verwarrend, maar is anderzijds een essentieel deel van de kracht van AfroLit.

Ook genres spatten in een razendsnelle afwisseling van het papier: proza, poëzie, essays, opiniestukken en teksten die daar ergens tussenin zweven, vloeien in elkaar over. Niet alleen in de verschillende teksten, maar soms ook in de tekst van één auteur. Net wanneer je denkt in enkele veilige bladzijden voorspelbaar proza te zijn verzeild geraakt, sluipen er regels poëzie de bladzijden op, slaan in hoofdletters getypte sms’en of brieven je vormelijke verwachtingen aan diggelen of word je onverhoeds opgewacht door de snijdende lyrics van iconische rappers. Dat je bij het omslaan van een blad zomaar even niet alleen in een ander verhaal, maar ook in een compleet ander genre kan vallen, werkt soms verwarrend, maar is anderzijds een essentieel deel van de kracht van AfroLit.

Hybriditeit

De variëteit van de bundel illustreert de diversiteit en veelheid van Nederlandstalige schrijvers uit de Afrikaanse diaspora en maakt van AfroLit een geslaagde poging om deze schrijvers in al hun diversiteit een stem te geven. De hybriditeit van de bundel – de auteurs en hun achtergrond, de genres en de stijl die zij vertolken – confronteert de lezer dan ook met de uiteenlopende realiteit van een concept als diaspora.

Maar AfroLit is meer dan hybride alleen. Dankzij de kwaliteit van de individuele teksten is het een waardevolle leeservaring voor lezers allerhande. De auteurs uit AfroLit leggen – impliciet en expliciet – pijnlijk kloppende wonden in onze hedendaagse maatschappij bloot en doen dit elk vanuit hun eigen literaire kracht. Zo wordt de lezer verrast door het atypische vertelperspectief in Hoe ze ons zien: a hood story, waarin een levenloos voorwerp zonder gekunsteldheid spreekt over de invloed van machtsrelaties binnen de culturele productie op het individu.

Veel auteurs flirten met de grenzen van genre en durven deze te verleggen om ruimte te maken voor hun boodschap.

In De (ir)relevantie van identiteit worden racisme en uitsluitingsmechanismen dan weer heel concreet in verband gebracht met het vraagstuk rond (zelf)identificatie in een nauwkeurig en duidelijk opgebouwd betoog. In Een nietig klein geheel, een volledig potentieel wordt de lezer op filmische wijze meegesleept in de bonte familie van Efraelle en het verboden kattenkwaad dat gepaard gaat met ontluikende seksualiteit. Veel auteurs flirten met de grenzen van genre en durven deze te verleggen om ruimte te maken voor hun boodschap. Realiteit en fictie vloeien bovendien vaak in elkaar over. In Een greep uit onze verhalen en Mijn schoonheid vormen semi-fictieve jeugdherinneringen het startpunt voor een allesbehalve fictieve analyse van de relevantie van die herinneringen in het debat rond racisme.

Grasduinen mogelijk

AfroLit heeft het potentieel om tot alle lezers te spreken. De teksten zullen sommige lezers confronteren met vragen over zichzelf en de wereld die ze misschien liever niet stellen. Beschouw ik zwarte kunst pas als echte kunst wanneer witte mensen ze in een museum hangen? En loop ik als ik heel eerlijk ben niet ook graag een beetje te koop met mijn grote bewustheid? Andere lezers zullen in AfroLit (eindelijk) iets lezen waarin ze zichzelf kunnen herkennen, een herkenbaarheid die ze misschien net als het hoofdpersonage van Mijn schoonheid hebben gemist in de televisieprogramma’s, magazines en boeken uit hun jeugd.

Ook de intertekstualiteit van AfroLit heeft twee gezichten. Voor sommigen zullen de vele namen van schrijvers, activisten, gerechten, de stukjes lied- of poëzieteksten en de woorden in andere talen dan het Nederlands een kans zijn om nieuwe dingen te leren kennen, terwijl diezelfde verwijzingen anderen net zullen raken met hun herkenbaarheid. Hoewel de intertekstualiteit en de snelle opeenvolging van verschillende schrijvers, genres en stijlen ook lezers kan afschrikken, redt AfroLit zichzelf van eventuele ontoegankelijkheid net dankzij die snelle afwisseling, die grasduinen in de teksten perfect mogelijk maakt. 

Een leuke extra die het boekje biedt, is de soundtrack van AfroLit die achteraan is opgenomen en op Spotify te beluisteren valt. Het mag geen verrassing zijn dat ook deze nummers een mix vormen tussen traditionele muziek en mainstream, tussen iconische klassiekers en onbekende pareltjes. Kortom, net als AfroLit zelf is het een verrassende lijst die nooit gaat vervelen.  AfroLit is een nieuwe wind. Nieuw voor sommigen omdat ze zijn verrassende koelte nog nooit eerder op hun wangen voelden, voor anderen omdat ze zijn herkenbare bries eindelijk voelen waaien door de Nederlandstalige literatuur.

AfroLit: Moderne literatuur uit de Afrikaanse diaspora, Uitgeverij Pluim, 2020, 220p.