Het boek is een pleidooi gericht naar de (witte) progressieve bewegingen in Europa om zich te laten inspireren en leiden door de zwarte beweging in de VS en daarbuiten.
(Waarschuwing: deze tekst bevat passages waarin expliciet geweld beschreven wordt.)
Het boek is een pleidooi gericht naar de (witte) progressieve bewegingen in Europa om zich te laten inspireren en leiden door de zwarte beweging in de VS en daarbuiten. Door middel van voorbeelden en verwijzingen naar hun werk geeft Vervaet Europese bewegingen de pap in de mond om ook bij ons na te denken over abolitionisme (het toewerken naar een samenleving zonder politie). In de beweging tegen politiegeweld ziet hij een hoopvol initiatief voor de wereld waarin wij leven. Een superdiverse beweging, geleid door jonge mensen en zij die het meest getroffen worden door het geweld, en die de kapitalistische en imperialistische structuren achter dat geweld mee ten gronde brengen.
Amerikaanse uitzondering?
Toen de BLM-protesten ook bij ons losbarstten wezen beleidsmakers er samen met politiewoordvoerders op dat het Amerikaanse politiegeweld niet te vergelijken is met de lokale en accidentele ontsporingen van de Belgische politie. Uitspraken die slechts een half jaar later al moeilijker liggen, met de dood van Ibrahima Barrie, Ilyes Abbedou en de verschillende repressieve en buitensporige optredens van de Brusselse politie in het achterhoofd. Vervaet zoomt hier verder op in door ons eraan te herinneren dat de VS een Europese koloniale constructie is, en dat Europese politiekorpsen als voorbeeld dienden voor de Amerikaanse. Verder zijn er nog meer overeenkomsten dan we zouden denken: ze gebruiken dezelfde dodelijke de-escalatietechnieken, opereren met dezelfde straffeloosheid en er is de militarisering van korpsen die wordt aangedreven door internationale conflicten en de War On Terror.
De auteur roept op om niet te focussen op de verschillen, maar wel op de globale systemen van onderdrukking die ons aan elkaar verbinden. De Black Lives Matter-beweging legt volgens hem de basis voor een nieuw concept van klassenstrijd, een project dat vooralsnog in Vlaanderen en België niet van de grond kwam.
De kracht van het beeld
Zonder videobeelden zouden de moord op George Floyd en vele anderen zonder gevolg geklasseerd worden. Ook bij ons waren het videobeelden die de dood van Jozef Chovanec, Lamine Bangoura en Jonathan Jacob onder de aandacht brachten, en onmogelijk om te negeren. Het is dus niet verwonderlijk dat de inspanningen van het staatsapparaat in eerste instantie gaan naar het verhinderen van het filmen van de politie, in plaats van naar het voorkomen van politiegeweld.
Het is niet verwonderlijk dat de inspanningen van het staatsapparaat gaan naar het verhinderen van het filmen van de politie, in plaats van het voorkomen van het politiegeweld.
Het is ook geen toeval dat bij ons de minister van Binnenlandse Zaken publiek mensen afraadt om de politie te filmen, en dat de grootste protesten in Frankrijk de laatste maanden gingen over het verdedigen van het recht om de politie te filmen - iets waar de Vlaamse media zeer spaarzaam over berichtten.
Internationaal netwerk van kapitalistisch staatsgeweld
George Floyd werd door de politie van Minneapolis vermoord omdat hij een vals biljet van twintig dollar zou gebruikt hebben in een supermarkt. Floyd was zijn job als veiligheidsagent kwijtgeraakt als gevolg van de Covid-19-pandemie. Zijn moordenaar, Derek Chauvin, had een verleden bij de militaire politie en kluste als gevolg van schulden bij als… veiligheidsagent. Floyd en Chauvin zouden zelfs in dezelfde club gewerkt hebben. Ook de andere agenten betrokken bij de dood van Floyd maakten deel uit van een sociaal economische klasse die niet veel verschilde van die van hun slachtoffer. De de-industrialisatie van de Amerikaanse economie duwde velen richting jobs bij het leger, politie, de gevangenis of private veiligheidsdiensten.
Een andere betrokken agent was afkomstig uit een Vietnamese migrantengemeenschap die tijdens de Vietnamoorlog, in ruil voor bescherming van de Amerikanen, in het geheime leger van de CIA streden, en daarna naar de VS vluchtten. Daar kwamen ze terecht in de armste delen van de steden, samen met de zwarte gemeenschap. Beide agenten maakten zich ook voor de dood van Floyd meermaals schuldig aan het gebruiken van ongeoorloofd geweld. De dodelijke wurggreep die ze toepasten was perfect wettelijk, net zoals bij ons. In Frankrijk werd als gevolg van protesten na de dood van Floyd de wurgtechniek waarbij de ademhaling wordt afgesneden verboden.
Concrete stappen naar het defunden van de politie
Het feit dat Vervaet zo duidelijk stelling inneemt, en zijn standpunt onderbouwt met sprekende voorbeelden, maakt het boek erg sterk. Het zet aan om actie te ondernemen. Verder is het alleen jammer dat, waarschijnlijk door de vertaling (het boek verscheen oorspronkelijk in het Frans, nvdr), begrippen als ‘blank’ en ‘psychisch gestoorde personen’ het boek ontsieren.
Als laatste geeft Vervaet een handig overzicht van organisaties en literatuur die ook ons op weg kunnen helpen naar een samenleving met minder politie. Het in beeld brengen van de financieringsstromen van de politie en het ontwarren van de kluwen van politiebudgetten is bijvoorbeeld zo’n eerste stap. Waar wachten we nog op?
I can’t breathe: de nieuwe adem van het verzet, Luk Vervaet, Uitgeverij Antidote, 2021