Gisteren kwam Gazet Van Antwerpen buiten met het onderzoek van Comité P over racisme binnen het Antwerpse korps. Het onderzoek is gestart in 2014 naar aanleiding van een reeks beklijvende getuigenissen van allochtone politiemensen in De Standaard.
Relatief of niet significant?
Het rapport bevestigt wat er grotendeels in de getuigenissen worden gezegd: vooroordelen, pesterijen, discriminatie en racistische uitlatingen naar agenten van andere etnische afkomst zijn vastgesteld. Ook in het dossier Diversiteitsbarometer Politie waar Kif Kif vorig jaar antwoorden trachtte te vinden op de geruchten van interne discriminatie in het Antwerps korps, komen we tot dezelfde bevindingen.
Waar Comité P nu mee naar buiten komt is van groot belang. Want de verhalen die de voorbije jaren zijn gepasseerd zijn nooit aux serieux genomen. Getuigenissen, een subjectief verhaal van een persoon dat altijd in twijfel kan worden getrokken. Want hoe kan je nu weten of dit wel waar is, misschien is het wel een verzonnen verhaal… De getuigenissen hebben ook weinig tot geen aandacht gekregen binnen het Antwerps korps. Wanneer Kif Kif vorig jaar vroeg om met de korpschef in dialoog te gaan over de bevindingen van het dossier Diversiteitsbarometer Politie was daar geen oren naar. Het is relatief of niet significant genoeg…
En Intern Toezicht dan?
De Dienst Intern Toezicht heeft binnen het korps de bevoegdheid om klachten van politieagenten te onderzoeken. Intern Toezicht is een onpartijdige dienst vanuit de politie. Zij onderzoeken deze klacht op een grondige en objectieve wijze. Dat is althans de taakinvulling die ze krijgen. Volgens het onderzoek van Comité P was die dienst een deel van het probleem. De getuigenissen van politieagenten van andere etnische afkomst die dan wél tot de dienst geraken, worden niet onpartijdig behandeld. Daarbovenop geraken de verschillende incidenten niet tot bij Intern toezicht, omwille de zwijgcultuur die er heerst binnen het Antwerps politiekorps. Dit zowel door de slachtoffers als de collega’s die het allemaal zien gebeuren.
Het zonnekindje: De Cel Diversiteit
Het rapport van Comité P kwam ook tot bij de korpschef Serge Muyters. De korpschef is er van overtuigd dat de eerste stappen naar diversiteit en antiracisme al zijn gezet zoals de hervorming van de Cel Diversiteit en opleidingen inzake diversiteit.
Het enigste korps in Vlaanderen dat een Cel Diversiteit voorziet en dan ook nog een verplichte cursus ‘Omgaan met diversiteit’ naar alle werknemers van de Lokale Politie Antwerpen aanbiedt.. Maar kijk naar de inhoud van de cursus, dan merk je al snel het probleem. ‘Het doel van deze opleiding is vooral de stap naar een eerste kennismaking. In deze 5 dagen leren ze doelgroepen kennen die voor de deelnemers vaak onbekend zijn.’, aldus voormalige diensthoofd Jinnih Beels van de Dienst Diversiteit. Een eerste kennismaking: een bezoekje naar het Roze Huis, of naar een Turkse moskee waar ze kunnen genieten van muntthee en baklava. De politie die de samenleving dient, leert pas de mensen uit die samenleving kennen bij een vijfdaagse opleiding.
Een eerste kennismaking met verschillende doelgroepen hebben we allang overstijgd. Het toont dan ook hoe problematisch het is als agenten net een eerste kennismaking met de diversiteit beleven via deze cursus.
Wat alles overstijgt
Natuurlijk mochten we de reactie van Antwerps burgemeester Bart De Wever niet aan ons voorbij laten gaan. En wàt voor een reactie:
'Voor sommige politiemensen zijn racistische of stereotype uitlatingen banaal', zegt burgemeester Bart De Wever. 'Men doet ze zelfs in het bijzijn van agenten met een allochtone achtergrond, omdat men er niet meer bij stilstaat. Voor die allochtone agenten is dat dan weer het teken dat men aanvaard is, dat men erbij hoort. (De Standaard, 25 april 2016)
Een klap in het gezicht voor slachtoffers in het korps. De burgemeester, de grote baas van het korps vermeldt even heel luchtig dat sommige politiemensen het zo niet menen (lees: get over it). Men staat er niet bij stil. Inderdaad, de racistische en stereotype uitlatingen in het korps zijn een gewoonte geworden. En in plaats van dat te bestraffen, en er hard tegen op te treden wordt het onder de noemer ‘banaal’ geschoven. Of is zelfs een teken van aanvaarding, want zeg nu zelf, het probleem is relatief, niet significant of banaal?