[Dossier Religie en Beeldvorming] Interview Sami Zemni

Het grootste probleem met de islam is dat men het er zo vaak over heeft, zij het op een positieve of een negatieve manier. In de media heeft men de neiging om tal van maatschappelijke problemen, politieke problemen, economische problemen, te verbinden aan de islam.
[Dossier Religie en Beeldvorming] Interview Sami Zemni

Er zijn de laatste jaren heel wat initiatieven geweest die de islam op een betere, neutralere manier in beeld probeerden te brengen. Het eigenaardige is dat zelfs goedbedoelde activiteiten en artikels vaak ook een backlash hebben.

 

[Alle interviews in het kader van het Dossier Religie en Beeldvorming zijn afgenomen tussen 2009 en 2012. Dit interview dateert van januari 2010]

Kunt u zichzelf even voorstellen?

Mijn naam is Sami Zemni, ik ben professor aan de Universiteit van Gent. Ik ben verbonden aan de vakgroep Studie Derde Wereld, waar ik de Middle-East and North-Africa Group coördineer.

Wat vindt u het grootste probleem inzake beeldvorming rond de islam?

Het grootste probleem is dat men het er zo vaak over heeft, zij het op een positieve of een negatieve manier. In de media heeft men de neiging om tal van maatschappelijke problemen, politieke problemen, economische problemen, te verbinden aan de islam, hoewel die er meestal niets mee te maken heeft. Op zich heb ik daar geen problemen mee, maar we moeten wel beseffen dat als we maatschappelijke problemen via de islam gaan benaderen, we de islam als maatschappelijke factor belangrijker maken dan hij is. Men is bijna geobsedeerd door de islam.

Wat is de oorzaak hiervan volgens u?

Het gaat om een grootschalige ideologische verandering die duidelijk is geworden in de jaren 2000, maar eigenlijk al begonnen is na de val van de Berlijnse muur in 1989. Toen kende men een aantal jaren van euforie omdat de strijd tussen de twee grote machtsblokken, de Verenigde Staten en de Sovjet Unie, voorbij was. Het was duidelijk dat het Amerikaanse model van de parlementaire democratie en het kapitalisme gewonnen had. Daardoor geloofden de mensen dat ze nu als min of meer globale wereld een betere toekomst tegemoet gingen, zonder grote politieke tegenstrijdigheden. De paradox was dat de Koude Oorlog de mensen een zekerheid gaf over hoe de wereld in elkaar zat. Die zekerheid was nu weggevallen. Tijdens de jaren 90 waren er veel conflicten tussen staten onderling, er waren tal van burgeroorlogen, je had de opkomst van religies, waaronder ook de islam. Die onzekerheid heeft met 9/11 in 2001 een nieuwe vijand gevonden in de islam. Vanaf dat moment waren er veel mensen die meenden in de islam hun politiek voordeel te kunnen halen. Ik bedoel dan niet alleen functioneel voordeel halen, maar vooral, en fundamenteler, dat mensen hun identiteit gaan opbouwen, zij het privé, zij het politiek, door zich af te zetten tegen de islam. De heropleving van allerlei soorten nationalismen in Europa, waaronder het Vlaams nationalisme, heeft het nu gemakkelijker omdat men zich kan definiëren als tegenstander van de islam. De migrant is de buitenstaander, iemand die hier niet past, het is een moslim en die is gevaarlijk voor onze identiteit, eigen volk eerst, sociale woningen niet voor hen maar voor ons en ga zo maar door. Dat is de reflex die mensen nu hebben en eigenlijk stilaan is opgekomen na de Koude Oorlog.

Wat kan er dan worden gedaan om die vicieuze cirkel te doorbreken?

Zowel de studies van Edward Saïd over het oriëntalisme als de studies van de Cultural Studies School in Birmingham leveren hiervoor belangrijke inzichten. Zo heb ik steeds geleerd dat beeldvorming niet uitsluitend een kwestie is van beelden die in de media voorkomen. Het is in feite een weerspiegeling van een bepaald machtsonevenwicht tussen mensen, groepen en belangen. Dat machtsonevenwicht zorgt ervoor dat een bepaalde visie meer aan bod kan komen in de media dan andere visies. Hoewel er een veelheid aan informatiebronnen bestaat, blijven de media nog steeds de meest invloedrijke. Zij hebben het geld en de controle om het grootst aantal mensen te bereiken. Daarom zal de beeldvorming pas veranderen wanneer de machtsverhoudingen in onze maatschappij veranderen. Dat is natuurlijk een utopisch denken, want zoiets gebeurt niet van vandaag op morgen. Het belet ons echter niet de media er continu op te wijzen dat er problemen zijn met die beeldvorming, journalisten en de media gevoeliger te maken voor thema’s zoals diversiteit. Er worden al heel wat workshops, ateliers en handboeken hierover aangeboden en men moet daar ook mee doorgaan. We kunnen de situatie namelijk reeds een beetje rechttrekken door bepaalde keuzes te maken. 

Er valt toch nog niet bijzonder veel fijngevoeligheid te bespeuren in de media? 

Ik ben daar niet zo zeker van. Het probleem is het volgende: er zijn de laatste jaren heel wat initiatieven geweest die de islam op een betere, neutralere manier in beeld probeerden te brengen. Het eigenaardige is dat zelfs goedbedoelde activiteiten en artikels vaak ook een backlash hebben. Dat komt omdat degenen die sowieso kritiek hebben op de islam zulke zaken ook kunnen ombuigen tot een ‘anti-islamverhaal’. Men vindt dus altijd wel iets.

Rond de positie van de vrouw bestaan er verschillende op- en misvattingen. Welk standpunt neemt u hierin in? Wordt de moslimvrouw volgens u onderdrukt?

Vrouwen worden in elke religie onderdrukt. Geen enkele religie bestaat om mannen en vrouwen gelijke rechten te geven. In het beste geval hebben religies een idee van gelijkwaardigheid gepromoot op papier, zo ook de islam. Gelijkwaardigheid is daarom nog niet hetzelfde als gelijkheid. Ik bedoel daarmee dat in het traditionele beeld van de islam, zoals ook in het judaïsme en het katholicisme, het gezin de hoeksteen is van de samenleving. Het gezin wordt gevormd door man en vrouw, waarmee andere mogelijkheden zoals homoseksualiteit reeds worden uitgesloten. In dat traditionele beeld worden de man- vrouwverhoudingen steeds ingevuld op een gelijkwaardige, maar daarom niet op een gelijke manier. Omwille van de biologische kenmerken van man en vrouw gaat men er namelijk van uit dat zij andere taken hebben. Uiteindelijk gaat de Kerk hier nog steeds van uit. In het Westen echter is er in de jaren 50 en 60 een enorme verandering in de man- vrouwverhoudingen geweest, waardoor er in vergelijking met vroeger veel meer gelijkheid is tussen man en vrouw. Toch is dat verhaal nog niet af. Zo worden, in België bijvoorbeeld, voor het zelfde werk vrouwen nog steeds heel wat minder betaald dan mannen. Hetzelfde geldt voor de islam. Daar is de afstand tussen wat men op papier probeert te zeggen en de werkelijkheid echter enorm groot. De werkelijke toestand van die vrouwen is vaak erg slecht en degenen die ontkennen dat dit gedeeltelijk komt door een bepaalde lezing van de islam, maken er zich te gemakkelijk van af. Mijn standpunt is dat mensen die menen dat de islam het goed meent met de vrouwen, de islam dan ook als hefboom moeten gebruiken om iets aan de werkelijkheid te veranderen en met andere woorden bewijzen dat het kan. Het volstaat echter niet om de utopische islam te bejubelen terwijl de werkelijkheid net schrijnend omgekeerd is.

Hebben die man- vrouwverhoudingen vaak niet meer met traditie dan wel met religie te maken?

Ook, ja. De islam is natuurlijk ook een weerspiegeling van de context waarbinnen hij ontstaan is. De cultuur van het Arabisch Schiereiland in die tijd was fundamenteel niet zo verschillend van de cultuur die heerste in het hele Middellandse Zeegebied. Het waren sterk patriarchale maatschappijen waar vrouwen een mindere rol speelden. Het is waar dat de komst van de islam de positie van de vrouw op tal van punten heeft verbeterd. Daarna begon de islam zich echter te verspreiden en zich te vermengen met lokale tradities en gebruiken. Dan zie je dat die mengeling er in veel landen voor heeft gezorgd dat vrouwen zich in een minderwaardige positie zijn blijven bevinden. Vele vrouwen zien daarin net de mogelijkheid om te zeggen dat ze de traditie overboord willen gooien en de islam willen behouden.

Wat is uw mening over de hoofddoek?

Ik zie de hoofddoek als een religieuze praktijk. In de eerste plaats gaat het dus om vrouwen die een hoofddoek dragen vanuit hun overtuiging dat God het hen heeft gevraagd. Persoonlijk zie ik daar geen symbool van onderdrukking noch van emancipatie in, evenmin een symbool van de verovering van het Westen. Helaas kunnen we niet ontkennen dat zowel de meest fervente voor- als tegenstanders van de hoofddoek er wel een symbool van hebben gemaakt. De overgrote meerderheid van de vrouwen wil helemaal geen symbool zijn, maar wil voor zichzelf gewoon een hoofddoek dragen.

Wat vindt u dan van het hoofddoekenverbod?

Ik vind dat vrouwen die zelf voor een hoofddoek kiezen de mogelijkheid moeten krijgen hem te dragen. Anderzijds ben ik pragmatisch genoeg om te beseffen dat men zal moeten discuteren over hoe ver men daarin kan gaan. Persoonlijk vind ik het onaanvaardbaar dat het gemeenschapsonderwijs een hoofddoekenverbod goedkeurt. Dat is in de eerste plaats nefast voor de meisjes in kwestie en bovendien gaat het in tegen het actief pluralisme van die gemeenschapsscholen.

Wat vindt u van de mensenrechten? Horen die universeel geldend te zijn?

Voor mij zijn de mensenrechten universeel geldend, of ze zouden dat moeten zijn. De mensenrechten zijn een belangrijk onderdeel van de emancipatie van de mens. Ze bieden de mens daarvoor als het ware een ideale rechtszekerheid om zijn vrijheid zo veel mogelijk te ontplooien.

Homoseksualiteit is in onze samenleving tot op zeker hoogte nog steeds taboe. Men zegt dat het islamitisch standpunt hieromtrent eenduidig luidt: homoseksualiteit is een aandoening. Wat vindt u hiervan?

Persoonlijk heb ik helemaal geen probleem met homoseksualiteit. In de islam is er natuurlijk geen paus die het algemeen geldend standpunt van de moslims kan verkondigen. Toch zal de verpletterende meerderheid van de geleerden inderdaad zeggen dat homoseksualiteit in de islam niet kan en dat het een afwijking is. In het beste geval wordt die afwijking gezien als een soort van zonde die voortkomt uit een ziekte. In het slechtste geval wordt homoseksualiteit als een dermate ernstige zonde beschouwd dat men homoseksuelen allerlei straffen wil opleggen. Dat is natuurlijk een ernstige en triestige zaak waar we tegenin moeten gaan. Anderzijds zijn er binnen de islam ook mensen opgestaan die een ander geluid laten horen. Er zijn homoseksuelen die de islam hebben verlaten, maar er zijn ook mensen die zeggen dat er binnen de islam ruimte moet zijn voor homoseksualiteit. Zo zijn er een aantal theologen die schoorvoetend dat geluid laten horen. In onze contreien is er Omar Nahas die sterk onderbouwd is in islamitische theologie en op die manier een sterk verhaal heeft binnen de islam.

Wat dan met het probleem dat ouders vaak de deur dichtdoen voor hun kind wanneer zij uitkomen voor hun homoseksualiteit?

Dat is natuurlijk een probleem dat zich hier ook voordeed in de jaren 60 en 70. Uiteindelijk is de vraag of uw kind dan wel de religie het belangrijkst is. Bovendien is er verschil tussen iemand die homoseksueel en de religie verlaat en iemand die binnen de religie zijn homoseksualiteit wil beleven. Dat is natuurlijk heel persoonlijk allemaal.

Heeft u bepaalde hoop of verwachtingen voor de toekomst?

Helaas denk ik niet dat we de kelk al tot de bodem hebben geledigd. Ik denk dat er sowieso nog een aantal botsingen, of hoe je ze ook wil noemen, zullen zijn vooraleer de mensen weer een beetje tot hun zinnen zullen komen. Met mensen bedoel ik álle mensen, zowel degenen die alleen de botsingen der beschavingen lijken te kennen, als degenen die alleen de gewelddadige vorm van de jihad lijken te kennen. Zij zijn namelijk spiegelbeelden van elkaar aan het worden. Ik denk dat het hele debat rond de islam pas zal veranderen wanneer de maatschappij zelf verandert. Steeds meer jongeren van gemengde oorsprong gaan deelnemen aan het publieke debat. Zij hebben vaak een mengeling van culturen, religies, talen en huidskleuren en Vlaanderen kan niet aan die realiteit ontsnappen. Tegenwoordig ziet men multiculturaliteit als een ideologie die moet worden verguisd, maar het is gewoon de werkelijkheid. Vlaanderen probeert zich nog steeds vast te houden aan een homogeen ideaal van ‘Vlaams zijn’ terwijl we al lang en duidelijk een multiculturele werkelijkheid zijn binnen gestapt.