Het blijft toch gek hoe we landen kunnen leegroven om daarna verontwaardigd te zijn over de gevolgen die het nu teweegbrengt. Hoe één van de rijkste gebieden op Aarde nog enkel bestaat uit misère omdat we blijven toegeven aan onze onverzadigbare hebzucht. Hoe we hele bevolkingen tegen elkaar kunnen uitspelen om vervolgens met de vinger te wijzen en luidkeels te schreeuwen dat er enkel corruptie heerst. Hoe we alles zodanig kunnen inkleden alsof de wereld nooit anders heeft gekend, maar vooral geen recht heeft op evolutie. Hoe medelijden grenzen kent, de grenzen van Europa. Hoe we de geschiedenis zodanig richten op Europa, omdat het anders wreed pijnlijk zou kunnen worden. Hoe we daarom iedereen liever onwetend houden, dan eerlijk uit te komen voor onze fouten.
Alles went en de tijd heelt alle wonden. En de wonden die ze niet heelt, die negeren we gewoon, want wat niet geneest, dat went. Dat we Afrika tegenwoordig niet meer beschouwen als continent, maar als land, dat went. Dat datzelfde Afrika straatarm is en geen meter aan vooruitzichten heeft, dat went ook. Afrika is een project. Afrika is dat ‘land’ waarbij iedereen spontaan denkt aan oorlog, armoede en NGO’s. Afrika is die plek waarover we steeds klagen dat alles zoveel beter zou gaan moest het er minder corrupt zijn. Corrupt omdat grondstoffen roven en de bevolking tot slavernij dwingen niet volstond. Nee, we moesten daarnaast alles ook naar onze hand zetten, maar dat lijkt niemand zich nog echt te herinneren. Dat Afrika zoveel meer bezat dan Europa, dat weten we al helemaal niet meer. Wie vertelt het ons ook, en vooral; wie onthoudt het vervolgens?
We moeten investeren in Afrika, maar uiteraard niet te veel. Een beetje voor Afrika en veel voor ons. We zijn immers niet voor niets het land gaan koloniseren tot de laatste steen. Maar blijkbaar was dat niet genoeg, want we blijven erin slagen de bevolking uit te buiten, binnen een legaal kader uiteraard, waarin de regels zodanig opgesteld worden dat iedereen er voordeel uithaalt. Iedereen, behalve Afrika, want iedereen is gelijk, maar sommigen zijn meer gelijk dan anderen. Neokolonialisme, zo heet het. Het zou ons bekend in de oren moeten klinken, maar ja, de geschiedenis leert ons enkel dat het ons niets leert.
Op zich geen nieuwigheden die ik vertel, maar gewoon de algemene geschiedenis van Europa die we terloops tegenkwamen, ergens in een hoofdstuk over de nieuwste tijd. Even terloops als de Belgische koningen, maar niet zo terloops als hun misdaden, want die kregen we helemaal niet te horen. En toch, ondanks al het voorgaande, heeft men het lef te zeggen dat we ze geen vis moeten geven, maar dat we ze moeten leren vissen. Ongelooflijk hoe we steeds proberen om de aandacht te richten op de zogenaamde onbekwaamheid van deze mensen in plaats van het échte probleem onder ogen te zien. En moge dat net zijn waar het schoentje wringt. Het échte probleem is in feite al jaren gekend, maar wordt liever genegeerd. Misschien negeren we het juist omdat het één van de pijnlijkste wonden is uit de geschiedenis. Eén die nog steeds niet geheeld is.
Gelooft u het als ik u vertel dat er helemaal geen vis meer is? Zoals banken zichzelf niet vullen, zo ook met de uitgeputte gronden daar. We kunnen helemaal niet weten of men in Afrika kan vissen, want er valt niets te vissen. Dat maakt het tot de dag van vandaag compleet irrelevant wie bekwaam is om te vissen en wie niet. Er is een dringendere vraag momenteel over hoe we het huidige probleem kunnen en moeten aanpakken. Het is nu aan ons om te tonen dat we een hart van vlees en bloed hebben in plaats van een hart van goud, goud dat zoals zoveel andere zaken ons niet toebehoorde. Dat we een hart hebben dat voor iedereen klopt en niet enkel voor wie binnen onze grenzen woont.