Op sociale media circuleren veel spreuken als 'het coronavirus ziet geen kleur, geloof, taal of etniciteit', of 'het coronavirus discrimineert niet'. Maar de realiteit laat iets anders zien: het virus zelf discrimineert misschien niet, maar de maatschappelijke effecten van het virus en van de beschermingsmaatregelen zijn geenszins gelijk verdeeld. Zo zorgen ze ervoor dat de reeds bestaande structurele ongelijkheid voor een nog veel grotere sociaal-economische kloof zal zorgen. En die effecten zullen hun uitwerking hebben tot lang na corona.
Dat wordt duidelijk van zodra je enkele groepen onder de loep neemt die reeds voor de coronacrisis in grote onzekerheid leefden, zoals vluchtelingen in de Griekse kampen, zij die in Belgische asielcentra verblijven en dak- of thuislozen. In wat volgt bespreek ik daarom de impact van het coronabeleid (of de afwezigheid daarvan) voor elk van deze groepen.
Het virus rammelt aan de poorten van vluchtelingenkampen
Dat er nog steeds mensen vastzitten aan de Europese grenzen, is nu misschien nog wel schrijnender dan ooit tevoren. In de afgelopen maanden zagen we de spanningen aan de Turks-Griekse grens hoog oplopen door schandalig beleid van Turkije en de EU, met als gevolg extreemrechts geweld en pushbacks van vluchtelingen en vrijwilligers aan de Turks-Griekse grens en op de Griekse eilanden. Veel ngo's waren hierdoor genoodzaakt om medewerkers terug te trekken. Vluchtelingen die op dit moment in de kampen op de Griekse eilanden verblijven, zijn grotendeels aan hun lot overgelaten.
Dat is natuurlijk een dramatische ontwikkeling, vooral in deze coronatijden. Want, op Lesbos, bijvoorbeeld, zijn nauwelijks corona-testkits aanwezig en in de overvolle, onhygiënische vluchtelingenkampen is de anderhalve meter afstand slechts een illusie. Bovendien zijn er op het gehele eiland maar zes bedden voorzien voor intensieve zorg.
De Griekse hulpmiddelen zijn volledig uitgeput en er bestaat geen Europees nood- of evacuatieplan. En dat terwijl er alleen in Griekenland al 110.000 mensen in vluchtelingencentra verblijven, van wie tenminste 40.000 in kampen zonder basisvoorzieningen. Twee vluchtelingenkampen op het Griekse vasteland zijn inmiddels in volledige lockdown omdat daar al gevallen van corona zijn vastgesteld. Er is dus geen groot inbeeldingsvermogen voor nodig om ons voor te stellen wat er gebeurt op het moment dat het virus zich bijvoorbeeld ook in het overvolle Moria op Lesbos manifesteert.
Bovendien legaliseert een noodwet, begin maart in werking gesteld door de Griekse Nationale Veiligheidsraad, het opschorten van alle asielaanvragen van irreguliere migranten in Griekenland. Als gevolg daarvan wachten vele mensen in gesloten centra hun uitzetting af. In deze centra is er vaak nauwelijks toegang tot water en elektriciteit en is door gebrekkig internetbereik ook communicatie met dierbaren, solidariteitsgroepen of advocaten nauwelijks mogelijk.
De EU had nochtans belangrijke beloftes gemaakt over het opnemen van vluchtelingen, die de huidige ellende op de Griekse eilanden hadden kunnen beperken. Maar men is die niet nagekomen. In 2015 besloot de Europese Commissie dat 160.000 vluchtelingen binnen twee jaar onder de lidstaten verdeeld zouden worden. Dat is niet gebeurd en er zijn geen consequenties voor landen die zich niet aan deze afspraak houden.
Daar waar oplossingen vanuit overheden uitblijven, zijn wel veel lokale initiatieven ontstaan.Zo hebben lokale besturen van steden en gemeenten in verschillende EU-landen zich solidair getoond met vluchtelingen op de Griekse eilanden. In de context van EuroCities, een netwerk van Europese steden, is het Solidarity Cities Initiative opgericht door steden die bereid zijn om onbegeleide minderjarigen uit de vluchtelingenkampen op de Griekse eilanden op te nemen. Deze lokale besturen van steden maken dit in een brief kenbaar aan de Europese commissie, de Europese Raad en het Europees parlement. Maar waarom zouden we ons beperken tot de groep niet-begeleide minderjarigen? Wie het lot van de vluchtelingen echt ter harte neemt, gaat een stap verder. Daarom zijn in een aantal Belgische steden solidariteitsacties en petities gestart voor het opnemen van vluchtelingen van de Griekse eilanden, zoals GentZonderGrenzen en EuropaMustAct in Antwerpen. Zo proberen burgers hun stadsbesturen aan te sporen om zich solidair te tonen en beloftes waar te maken.
En waarom maar enkele tientallen of honderd mensen opnemen? Terwijl er duizenden mensen in de volle vluchtelingenkampen verblijven? Waarom gebeurt er nog zo weinig terwijl de prioriteit op dit moment op het evacueren van mensen zou moeten liggen? Zijn veiligheid, onderdak en medische zorg geen basisrechten van ieder mens?
De EU moet nu meer dan ooit met een antwoord komen. Elke minuut telt nu het virus aan de poorten van de vluchtelingenkampen rammelt.
Dichterbij huis
Niet alleen aan de Europese grenzen maar ook dichterbij zien we schrijnende toestanden. Zo is het voor vrijwilligers steeds moeilijker geworden en vaak nauwelijks mogelijk om, bijvoorbeeld, tot in het vluchtelingenkamp Grande-Synthe bij Duinkerke te komen. Nochtans verblijven daar nog steeds mensen in tenten, onder zeilen en in de open lucht, in erbarmelijke omstandigheden.
Verder zagen we dat half maart, met de invoering van de coronapreventiemaatregelen, ook asielaanvragen werden gestopt in België. Het Klein Kasteeltje, het aanmeldcentrum voor asielzoekers, werd in eerste instantie gesloten. Vluchtelingen die asiel wilden aanvragen stonden voor gesloten deuren en voor hen werd geen alternatieve opvang voorzien.
Inmiddels zijn er wel weer mogelijkheden voor mensen om online een aanvraag voor internationale bescherming in te dienen en zullen zij op uitnodiging naar het Klein Kasteeltje kunnen komen. Dit proces neemt echter meer tijd dan normaal. Dus waar verblijven zij intussen? We hebben er het raden naar.
Asielcentra
Ook op mensen die wel in de aanvraagprocedure voor asiel zitten en in een opvangcentrum verblijven, hebben de genomen coronamaatregelen een grote impact. Door de huidige crisis zijn de structurele problemen in de opvangsector nog scherper zichtbaar geworden. Beslissingen en besparingen, waaronder ook de sluiting van kleinere centra, van opeenvolgende regeringen hebben geleid tot overvolle grootschalige opvang en een groot personeelstekort. Problemen die al heel lang door de opvangsector zelf worden aangekaart.
En juist die problemen zijn nu in deze coronacrisis helemaal urgent. Afstand houden is namelijk praktisch onmogelijk in gedeelde kamers, met gedeeld sanitair en beperkte middelen om mensen bij vermoedelijke ziekte in quarantaine te kunnen plaatsen.
In een land als Portugal gaf men wettelijke verblijfsvergunningen aan mensen zonder papieren in coronatijden. Waarom doen we in België niet gewoon hetzelfde? Dat zou namelijk niet alleen de toegang van de sans papiers tot zorg en informatie verbeteren en zo de verspreiding van het virus tegengaan, maar het zou ook nog eens de Belgische economie ten goede komen. Met een verblijfsvergunning zouden zij officieel mogen werken, bijvoorbeeld in sectoren die juist nu van levensbelang zijn en waar handen tekortschieten, zoals de landbouw, de paramedische zorg of het goederenvervoer.
Gesloten centra
Daarbij zijn er in België nog eens zes gesloten centra voor uitgeprocedeerde asielzoekers. Hier worden enkele honderden mensen zonder papieren vastgehouden. Doordat parlementsleden en ngo's er onder het mom van de coronamaatregelen niet binnen mogen, is de externe controle op het welzijn van mensen in deze centra volledig weggevallen. Wel komen er informele berichten naar buiten over wantoestanden zoals slechte hygiëne, oplopende psychische spanningen en 'afzonderingsruimten' voor mensen die ziek zijn die gebruikt worden als een soort isolatiecellen
De juridische basis voor deze opsluiting in gesloten centra in deze tijden is omstreden. Maar ook advocaten worden niet toegelaten in de centra zodat ze de weinige informatie die ze krijgen niet kunnen verifiëren.
En dan zijn er nog mensen die juist uit deze gesloten centra buitengezet werden. Doordat het vliegverkeer werd stilgelegd zijn zowel gedwongen uitzettingen als vrijwillig vertrek uit België op dit moment niet mogelijk. Daarmee is de rechtsgrond om mensen vast te houden weggevallen met als gevolg dat 323 mensen uit gesloten centra 'vrijgelaten' werden. Lees: ze werden op straat gezet. Waar zijn ze nu? Daarop bestaat geen eenduidig antwoord. Vanuit de overheid werd gesuggereerd dat zij bij kennissen of familie terecht konden, maar concrete informatie hierover is er niet.
Dakloos in tijden van corona
Eén van de directe gevolgen van deze ontwikkelingen is natuurlijk een groeiende groep daklozen die geen kant op kunnen. En dat terwijl de capaciteit van nachtopvangcentra voor dak- en thuislozen juist gedaald is vanwege de anderhalvemeterregels en dus het vermijden van het verblijf van meerdere mensen in één kamer.
Meer nog, groepen daklozen en vrijwilligers die betrokken zijn in het uitdelen van voedsel werden door de politie uit het Maximiliaanpark en van straten in Brussel verjaagd vanwege het 'samenscholingsverbod'. En dat terwijl het voor daklozen nog veel moeilijker is geworden om wat eten of geld bij elkaar te bedelen, aangezien veel winkels, bars en restaurants dicht zijn. Maar de noodberichten over daklozen die verjaagd worden van de straten blijven komen.
Bij gebrek aan een federaal of regionaal antwoord op deze problematieken, ontstaan veel lokale initiatieven. Zo zien we bijvoorbeeld dat verschillende hostels en hotels in Brugge, Leuven en Brussel, hun deuren opengesteld om mensen onderdak te bieden. Maar zal dit ook voldoende zijn om uiteindelijk te zorgen voor de tienduizenden bedden die er nodig zijn? De kans lijkt klein. Om zulke problemen werkelijk aan te pakken heb je een doortastend structureel beleid nodig.
Doorbreek de stilte
Het is begrijpelijk dat er nodige maatregelen getroffen worden om de verspreiding van het coronavirus in te perken voor het beschermen van mensen. Maar blijkbaar begint de bescherming van sommigen waar de bescherming van anderen ophoudt. De reeds scheve verhoudingen in onze maatschappij worden alleen maar schever getrokken. De structurele ongelijkheid wordt gevoed.
Juist nu de meest kwetsbaren in nog kwetsbaardere posities terechtkomen, worden zij opnieuw in politieke beslissingen niet of nauwelijks meegenomen. Op alle niveaus zwijgt men in alle talen. Maar ondertussen groeit de psychische en lichamelijke schade. Dat zal hoogstwaarschijnlijk ook structurele gevolgen hebben voor de toekomst.
De stilte moet dus doorbroken worden. Het is tijd om actie te nemen voor vluchtelingen uit oorlogen waarin Europa overigens geen onschuldige is. Het is tijd om op te komen voor hen die in één van de meest kritieke tijden 'vergeten' worden in asielcentra en vluchtelingenkampen. Het is tijd om te beseffen dat we inhumane omstandigheden in gesloten centra niet langer kunnen tolereren. Het is tijd om te zien dat het onaanvaardbaar is dat daklozen door de politie opgejaagd worden. Het is tijd, want er staan levens op het spel. Niet alleen vandaag, maar ook morgen. Want ja, de coronamaatregelen discrimineren wél.